dinsdag 8 juni 2010

De uitnodiging - 6.

Hij neemt haar linkerpols in zijn rechterhand. Het is al laat en de straten achter het Concertgebouw zijn stil zoals zij. Bij een bankje bij het Vondelpark houdt hij stil. Hij gaat zitten.

Kate blijft staan. Hij heeft haar geen toestemming of opdracht gegeven ook te gaan zitten. Ze staat voor hem en wacht op wat gaat komen. Ja, wacht maar, denkt hij, ik weet wat er komt.

‘Kijk me aan, Kate. Als je een slipje draagt, dan trek je dat nu uit.’

‘Hier?’ Ze bloost zoals hij het maar zelden gezien heeft.

Hij steekt zijn hand uit. Hij houdt haar ogen gevangen. Ze durft niet om te kijken of er mensen zijn.

‘Je slipje, Kate. Nu!’

Schichtig schieten haar handen onder haar japon en al snel frommelt ze hem een reepje stof in zijn hand. Nonchalant stopt hij het in zijn broekzak. Nat. Ze is zeiknat.

‘Slettenbak!’ Ze wendt haar blik af.

Hij vindt het heerlijk als ze zich schaamt. Hij trekt haar naar zich toe en kust haar. Ze is hongerig.

‘Ik wil je’, fluistert hij in haar oor.

‘Niet hier, alstublieft.’

Ze kent hem goed maar hier seksen is niet het plan.

‘Nee, niet hier. Kom.’

Verder leidt hij haar door de straat aan het Vondelpark naar een pand waar ze nog nooit geweest is. Hij groet de nachtportier en laat de lift komen. Hij drukt op de knop voor de bovenste etage.

‘Ben je geil, slettenbak?’

‘Ja, mijnheer’, en ze is het ook. ‘Draai je om en pak de railing beet.’