zondag 31 juli 2011

236 schakels - 5.

Op de brug bij Hotel Excelsior zette Kate haar fiets vast. Ze kocht wel eens groentezaadjes bij een van de stallen op de bloemenmarkt en aangezien het laat was, had ze bedacht dat ze bij die stal om bloemen zou vragen. Ze zou zeggen dat ze iemand bloemen moest geven en dat ze gerold was ofzo – geen idee wat ze zou zeggen.

Naar het bleek hoefde ze niets te zeggen want de bloemenmarkt was gesloten. Alle winkels waren gesloten. Ze had geen idee waar ze om deze tijd nog bloemen zou kunnen kopen als ze er al het geld voor had en het Centraal Station was te ver.

Aan de brugleuning hingen bloembakken met rode geraniums. Mooi waren ze. Schichtig keek ze om zich heen. Behalve bedelaar zou ze vanavond ook dievegge zijn. Ze koos op kleur, vorm en lengte. Het werd een boeketje van drie.

Zo vlug als haar hakjes het haar toestonden, liep ze naar het restaurant. Gelukkig was ze niet te laat. Het achterste tafeltje aan het raam was nog onbezet. Dat moest wel voor Mark gereserveerd zijn.

Ze drentelde wat op en neer langs het restaurant, durfde niet al te ver uit de buurt te gaan maar wilde ook niet pal voor de ramen van het restaurant op de uitkijk blijven staan. Ze hoopte maar dat de taxi snel zou komen.

Ze voelde zich als een klein meisje dat wacht om de Koningin een bloemetje te mogen aanbieden. Adem in, adem uit - maar het hield de winden niet binnen. Het was maar goed dat ze buiten stond. Waar bleef die taxi?

Maar het was geen taxi. Mark had een paardenkoetsje besteld, romantischer dan dat kon niet. Gebiologeerd keek Kate naar wat zich voor haar ogen afspeelde. Hoe Mark de deken van de knieën van Tessa oplichtte, hoe die lachte en zich naar hem toe boog en hem iets in het oor fluisterde, hoe Mark haar uit de koets hielp en zij hem een arm gaf.

Het kon niet waar zijn. Dit kon niet waar zijn. Tessa boven haar, ja maar niet als partner van Mark, toch? Oh God, alstublieft, niet als zijn partner. Het is vreemd hoe zelfs als de wereld vergaat mensen gewoon blijven functioneren. Zo ook Kate. Ze moest wel.

Ze haalde diep adem, stapte ze op de vrouw af, stak haar hand met bloemen naar Tessa uit en fluisterde: ‘voor u, mevrouw.’ Ja, dit was een vrouw die mevrouw genoemd wenste te worden. Ze wist het ineens weer. Ze wist alles weer. Herinneringen ontsloten door het parfum van de vrouw.



Kate 

zaterdag 30 juli 2011

Onaangenaam kennis te maken!

Ik weet niet wanneer het begonnen is of hoe. De naam van de moordenaar van Pim Fortuyn was snel bekend maar in elk geval de achternaam werd erna en tot op heden nog meestal als initiaal weergegeven. Zijn gezicht - zonder balkje - werd en wordt wel open en bloot getoond.

Bij het drama in Apeldoorn op Koninginnedag 2009 kwam de aanstichter om het leven. We zagen tot vervelens toe zijn auto en de laatste paar honderd meter die hij erin reed. Het deed een beetje denken aan die andere zwarte auto in een tunnel in Parijs in 1997 waar Diana in stierf. Gelukkig hebben we ook van de inzittenden van die auto geen foto's hoeven zien.

Waarom dan zien we wel de man, jongen nog, uit Alphen die op een dag besloot door een winkelcentrum te lopen met wat wapens op zak? Waarom meerdere foto's van de Noor die ook dacht iets voor de mensheid of tegen God te moeten doen?

De mafketel-met-het-weke-gezicht die niet van peutertjes in dagverblijven af kon blijven, de zwemleraar-met-baard die het deed met gehandicapte kindertjes, de gekken die hun eigen of andermans kinderen vermoorden, verkrachten, opsluiten in kelders - laat ze vooral in anonimiteit wegrotten!

Waarom moeten wij intiem bekend raken met moordenaars, verkrachters, pedofielen? Ik wil niet weten hoe ze heten, wil niet weten hoe ze eruit zien op de dag des onheils en in hun toen nog onschuldige jeugd. Ik wil niet weten wat zij voor pamfletten in elkaar hebben gedraaid of filmpjes om hun gedachtegoed te verspreiden.

Ik wil gewoon struisvogel zijn en dat recht heb ik blijkbaar niet. De laatste dagen vermijd ik daarom kranten, sites, nieuwsbulletins en alles waar ik uitgebreid wordt geïnformeerd over de killer en zijn daden, motieven en de gevolgen ervan. 

Ik wil geen tranen zien van ouders van de slachtoffers - waaronder de dader - en ook geen begrafenissen of herdenkingsdiensten. Het verandert immers niets. In spijtbetuigingen geloof ik niet. Sorry is een woord dat sterk aan waarde heeft ingeboet en sorry brengt de doden, de onschuld niet terug.

Ik ben niet geïnteresseerd in details of zelfs de grote lijnen, "gewichtige vragen" als wie gefaald heeft en waar of wanneer en wat dat de maatschappij weer gaat kosten bovenop de prijs die al door individuen is betaald. Levens zijn onvervangbaar. Het gemis onbetaalbaar.

De harde realiteit leert ons dat incidenten als deze, drama's, aanslagen, aanvallen van grootheidswaanzin niet te voorkomen zijn. Nooit. Gedrag dat eraan ten grondslag ligt kan amper afdoend verklaard worden. Het maakt me ziek steeds weer te horen over de psychische gesteldheid van de dader.

Ik ben ziek van dat smoel van die Noor in een auto, die ogen, dat uniform, die kop. Ik wil het gewoon niet meer zien. Ik wil er niets meer over horen. En bovenal, ik wil niet over een paar weken opnieuw kennis hoeven maken met meneer XYZ die denkt God of de mensheid te moeten straffen of helpen met behulp van een wapen.

Kate
30 juli 2011 


p.s. net zo overbodig en onwenselijk - ik zou bijna zeggen: misdadig - als het tonen van moordenaars, verkrachters is het tonen van de ontzielde lichamen van de vermoorden. Ik denk aan Pim Fortuyn, Theo van Gogh. Ook dat zou bij wet verboden moeten worden!

De foto van de struisvogel met de kop in het zand komt van Corbis. De fotograaf is Markku Lahdesmaki en de stock photo id is: MI-063-0143.

Dream on...


Vergeet al het andere.
Dit is waar het om draait.
Dit en alleen maar dit.

 






De foto komt van een van de vele tumblr blogs of accounts - ik kan niet meer terugvinden welke of waar maar ik kwam hem meerdere keren tegen als reblog.

donderdag 28 juli 2011

Candy to the eye

Voor mijn computer staat een vaasje bloemetjes van het landgoed. Lathyrus, nasturtium, dahlia roze, bloeiende basilicum.

Een snoepje voor het oog en balsem voor de ziel. Dat was wel nodig tijdens de herfst die geen herfst mocht heten.

Iedere dag een andere samenstelling want, bloemetje eruit, bloemetje erin en soms het hele vaasje vervangen.

Cadeautje aan mezelf: 'ja, ik vind je lief en ja, je doet het goed, heel goed'. Ook ik heb dat nodig, sometimes.

Dat ik weer aan het schrijven ben is een groot wonder dat ik koester en voed en meer wil ik er nu niet over zeggen :-).

Het vaasje is trouwens een leeg kruidenpotje en dat op zich doet me iedere dag weer glimlachen.

Kate
28 juli 2011

236 schakels - 4.

Het overhemd was gestreken. Geen strijkvouwen, geen bubbels in de manchetten of de boord, beetje versteviger niet te veel en niet te weinig.

Gelukkig had hij dit keer geen op- of aanmerkingen op haar strijkwerk. Stiekem slaakte ze een zucht van verlichting. Hij kon nogal moeilijk zijn, een pietlut zelfs maar vanavond was er geen tijd of hij had andere dingen aan zijn hoofd.

Zwijgend deed hij haar make-up. Ze voelde zijn emotie in de manier waarop hij kwast en penseel over haar gezicht liet gaan.

Ditmaal geen liefkozing, geen streling maar een onderhuidse agressie, een beheerste onbeheerstheid gevoed door – hoopte ze – rauw verlangen naar de slavin wier gezicht hij opmaakte. Ze was blij dat ze haar ogen gesloten moest houden. Soms was het beter dingen niet te zien.

Een tikje op haar billen ten teken dat hij klaar was en zij haar ogen mocht openen. Hij wees op het bevlekte, stinkende jurkje dat ze nog geen tien minuten geleden uit had getrokken en haar bh. Opende haar slaapkamerdeur en kwam even later naar buiten met hoge open sandaaltjes en een mutsje waarvan het doel haar niet uitgelegd hoefde te worden.

Ze slikte toen ze zichzelf aangekleed in de spiegel zag. God, wat voelde zij zich naakt zonder keten. Met keten zou het makkelijker zijn geweest, veiliger. Ze miste het houvast dat staal op haar lichaam haar bood, de ondersteuning ook. Zonder dat – hoe kon ze doen wat ze moest doen?

Meer tijd om stil te staan bij wat er komen ging had ze echter niet. Hij stond in de kamerdeur met de telefoon aan zijn oor en wenkte dat ze binnen moest komen, dat ze haar jurk omhoog moest tillen om hem te tonen dat ze er geen slipje onder aanhad.

Hij legde de telefoon neer en liep naar haar toe, trok een scheur in de hals van de jurk, klemde zijn hand om haar kaak, kuste haar hard op de mond, beet in haar oor en kreunde: ‘maak me trots, Kate. Verdwijn nu voor ik me niet langer kan bedwingen.’



Kate 

woensdag 27 juli 2011

236 schakels - 3.

Bepaalde taken dienden - of hij er nu was of niet - naakt uitgevoerd te worden: ramen lappen, vloeren dweilen, strijken. Zonder publiek, hij was buiten haar gezichtsveld aan het bellen, dwaalden haar gedachtes af naar de vrouw met wie Mark zou gaan dineren, Tessa.

Wat wist zij van Tessa? Veel en weinig. Ze wist precies met wie Mark ging dineren, al had zij zich destijds anders genoemd. Het was de vrouw die Kate had aangeschreven, gecomplimenteerd met haar schrijven, die had gevraagd of ze hem gevonden had ‘die ene’ ¹).

Ja, ze wist wie Tessa was. Kate had haar aan Mark moeten voorstellen en die had mogelijkheden gezien. Wat er daarna was gebeurd was pijnlijk. Zo pijnlijk dat ze nu, nu ze toch echt meer moest weten dan de nieuwe naam van de vrouw die wél met hem mocht dineren, zich er bijna niets meer van kon herinneren.

Ze was er goed in traumatische gebeurtenissen weg te duwen. Deze vrouw, Tessa of hoe ze mocht heten, was slecht. Ze had Kate gebruikt om in het bed van Mark te belanden en Mark had Tessa gebruikt om Kate te pijnigen.

Zij, Kate, had er om moeten smeken. Ze had er om gesmeekt, om de pijn en de vernedering, om gebruikt, misbruikt te worden door een vrouw net als vroeger. En deze vrouw, Tessa, moest ze bloemen geven. Hij wist wat hij vroeg.

En alsof dat nog niet genoeg was zou zij voor het oog van deze vrouw en van Mark op straat moeten bedelen om geld waarmee het restaurant na afloop betaald zou worden. Voor haar ogen zou die vrouw genieten van iets dat zij zo miste. Natuurlijk kwam Kate ook wel in restaurants maar nooit met hem. Na die laatste keer nooit meer met hem.

Het was een van die dingen, die hele normale dingen die niet meer voor haar weggelegd waren. Een slavin at nu eenmaal niet met haar eigenaar in een restaurant. Eigenaar? Gek, sinds ze zijn keten kwijt was geraakt, dacht ze vaker zo over hem. Wat maakte dat haar?

Net op tijd had ze in de gaten dat het strijkijzer al gevaarlijk lang op het voorpand rustte. Oh fuck. Dat kwam ervan als je de dingen niet bewust deed. Hij hamerde er keer op keer op: ‘alles wat je doet Kate, moet je bewust doen, bewust ervaren’. Vanavond wilde ze absoluut niet bewust beleven.

Bedelen. Jezus. Hoe moest je bedelen? Zelf gaf ze nooit iets aan bedelaars. Kocht nooit een daklozenkrant, hoonde straatmuzikanten uit haar buurt en dan had je nog dat blowende, zuipende, spuitende, stinkende Oostblokvolk dat haar verveelde.

Niet aan denken. Maar hoe kon ze? Het had haar haar keten gekost. Die keten moest ze terugkrijgen. Linksom of rechtsom. Als dat betekende dat ze moest bedelen dan zou ze bedelen hoe afschuwelijk het ook was het te moeten doen.

Waar was ze bang voor? Ze had niets te verliezen. Eén schakel, had hij gezegd. Het zou haar één schakel opleveren. Een van de 236 en er was meer dan genoeg tijd. Nee, ze had niets te verliezen. Diep ademhalen, ogen dicht en doen.

Haar hand ophouden, vragen, smeken om een aalmoes. Als slavin was erin getraind, het zou een makkie moeten zijn. Hoe kon ze bedelen? Vreemden om geld vragen? Rondhangen op straat met haar blik op dat flipping restaurant waar Mark en die vrouw… Onwillekeurig ging haar hand naar haar maag.

Zo bang. Adem in, adem uit, adem in – niet aan denken. Gewoon niet aan denken. Die vrouw was niets van hem. Maar hij nam haar wél mee naar een restaurant. Niet aan denken. Gewoon negeren. Niet kijken. Niet observeren. De pijn niet binnen laten komen. Adem in, adem uit.



Kate 


¹) Lees ook: Smeulend vuur

dinsdag 26 juli 2011

236 schakels - 2.

‘En nu mijn lieve Kate, wil ik dat jij mij vraagt, smeekt als het moet, toeschouwer te mogen zijn van het dineetje van Tessa en mij op het Rokin.’

Betovering verbroken, ze deinsde achteruit. Dat wilde ze niet, dat kon ze niet, dat was te pijnlijk voor haar. Ha! Alsof er iets te pijnlijk werd geacht voor haar. Nee, ze moest en zou vragen naar meer. Dat was haar opdracht, haar taak. Zo was de interactie tussen hen. Terwijl haar hoofd nog nee schudde opende ze haar mond. Zijn sperma sijpelde op haar jurk. Opnieuw tranen. Ze was duidelijk uit vorm.
 

‘Dat was niet slim, Kate. Kijk me aan zodat ik je kan slaan.’ Ze wist wel beter dan te aarzelen, sloot haar ogen maar hief haar hoofd op zoals bevolen. De klap was mild – ze kende hem goed genoeg om dat te weten.
 

‘Dank u wel’. Waarom ze hem dankte, nu, zonder aansporing wist ze zelf niet goed. ‘Ik zou graag toekijken hoe u zit te dineren met uw vriendin.’
 

‘Hmmm, je klinkt niet erg verlangend Kate. Volgende keer ga ik niet akkoord met zo’n slappe poging. Absoluut niet. Ik weet het goed gemaakt, met je neusje tegen het raam gedrukt huilen omdat niet jij maar Tessa daar met mij romantisch zit te wezen, is niet genoeg.
 

Ik wil jou vanavond vóór het restaurant, met je gezicht naar het restaurant zien bedelen om geld. Genoeg geld om het diner van Tessa en mij af te rekenen. Genoeg om er daarna een taxi naar haar huis van te kunnen betalen. Genoeg om haar bij aankomst bij het restaurant een bloemetje aan te bieden.
 

Dus Kate, hoeveel ga je bij elkaar bedelen vanavond op het Rokin? Denk erom het is geen eetcafé waar we het over hebben. Iedere euro die ik moet bijbetalen tel ik op bij het aantal terug te verdienen schakels.’
 

Terwijl hij sprak had Kate haar adem ingehouden zonder dat ze zich daar bewust van was. Pas nadat hij haar had ingelicht over de consequentie van met te weinig geld thuiskomen kwam haar ademhaling piepend op gang – dat kon niet onopgemerkt blijven. Vreemd, de reacties van een mens onder druk. Ze besefte hoe zwaar het zou zijn zelfs maar tien euro tekort te komen.
 

‘Antwoord me. Ik vroeg op hoeveel geld ik kan rekenen, Kate?’
‘Honderd euro?’
‘Honderd euro? Ik denk dat jij die keten wel op je buik kan schrijven – denk je ook niet?’
‘Ja, nee, hoeveel moet ik ophalen?’
 

‘Ben je dom Kate? Kun je ook al niet meer rekenen? Een bloemetje, vijftien, twintig euro. Een taxi van het Rokin naar Tessa; taxichauffeurs zijn oplichters dus reken maar uit. Diner, drie of vier gangen met een lekker wijntje. Ik zou maar vlug gaan als ik jou was, hoe eerder je er staat, hoe meer geld je bij elkaar zult kunnen schrapen. Oh, maar eerst wil ik nog dat je even mijn overhemd strijkt - naakt Kate - en schiet op want ik ben laat.’


Kate

maandag 25 juli 2011

236 schakels - 1.

Zij stond voor hem toen zijn telefoon ging.

‘Tessa lieverd wat leuk dat je belt. Vanavond, samen eten? Leuk, goed plan, strak plan. Ik haal je op om 19:00 uur. Tot dan.’

‘Dat was Tessa, Kate. Ken je haar nog? Zij was bij mij in Milaan toen, weet je nog? Zij nodigde me uit voor een etentje. Vind je dat niet leuk voor me’?
‘Jawel.’ Haar stem klonk mat.

‘Dat mag jij niet hè Kate, mij uitnodigen om samen wat te eten ergens?’
‘Nee.’
‘Zou je het willen?’
‘Dat weet je toch?’

‘Jij, Kate, zult mij nooit mogen uitnodigen om samen uit eten te gaan. Jij en ik in een restaurant zal niet meer gebeuren. Besef je het?’
Ze knikte.
‘Proef het Kate, nooit meer. Wat zeg je nu?’
‘Nooit?’
‘Dat weet je toch? Dat is toch wat je wilde?’
‘Nee.’

‘Wat zeg je? Moet je nou huilen? Omdat Tessa zo lief was me uit te nodigen om samen naar dat nieuwe restaurant aan het Rokin te gaan? Ze heeft een plaatsje gereserveerd aan het raam. Zou je willen dat ik je toestemming gaf vanavond even naar ons te mogen kijken als wij daar zitten in dat romantische decor aan een maaltijd waarvan jij slechts kunt dromen? Dat zou wel heel hard van mij zijn, hard en lief als je dat tafereeltje mocht aanschouwen, nietwaar? Wil je dat?’
‘Nee.’

‘Jawel, dat zou je best willen en als je het heel lief vraagt, geef ik je misschien wel je zin. Vraag maar Kate.’
Ze schudde haar hoofd. Droge snikken verbraken de stilte.

‘Kom hier’. Zijn hand klauwde zich vast in haar schaamhaar en hij trok haar naar zich toe. ‘Kom hier en voel wat het met me doet. Ja, goed zo, zak maar op je knieën. Maak maar open en proef hoeveel jouw pijn met mij doet.’

Hij kreunde van genot. Het was te lang geleden haar mond om zijn lid, haar pijn die zo tastbaar tussen hen in hing, haar kwetsbaarheid.

‘Je bent het nog niet verleerd Kate, ga maar door en luister goed: je mag niet slikken. Je houdt alles in je mond wat er ook gebeurt. Begrepen?’

Zonder het ritme te verstoren, knikte ze. Ze verhoogde haar tempo. Hij vroeg haar niet vaak hem te pijpen en dat maakte de keren dat het gebeurde speciaal.

Niet slikken. Ze vocht tegen het kokhalzen maar het lukte haar alles in haar mond te houden. Het was klaar. Ervoor wakend zijn sperma niet te verliezen, ontspande zij haar kaken.

‘Blijf even zo zitten, Kate. Kijk me aan en laat me van je genieten zoals je hier zit. Kom.’

Zij schoof nog iets dichter naar hem toe. Hij legde zijn benen over haar schouders, opende de rits van haar jurk een stukje en gleed zijn penis langs de hals van het jurkje tussen haar borsten.

Hij gunde haar een moment van rust met haar wang op zijn onderbuik. Ze ontspande zich. Als ze een poes was geweest was dit het moment om nu te gaan spinnen.


Kate

zondag 24 juli 2011

236 schakels - proloog

‘Nee!’

Ze vloog naar de bak maar hij versperde haar de weg. Duwde haar bij hem weg.
Ze zakte in elkaar, haar voorhoofd op de grond, haar handen om zijn enkels. Haar hele lijf schokte mee met haar gesnik. Nogmaals doorboorde haar stem de ruimte, kreten van wanhoop en verdriet.

Hij verroerde zich niet. Hij wist wat hij had gedaan, wat hij haar had aangedaan. Hij zou haar een uitweg bieden. Hij moest wel want anders zou hij haar moeten laten gaan en dat wilde hij niet. Zij was zijn slavin en hij was haar slaaf hoewel hij dat nooit zou bekennen.

Er was een uitweg, een langgerekte lijdensweg voor beiden met aan het einde – op voorwaarde dat zij boven zichzelf uit zou stijgen – geen potje goud maar het opnieuw mogen dragen van zijn keten.

Een niet onaanzienlijke prijs want deze keten was de essentie van wie ze was in relatie tot hem, in relatie tot zichzelf en de wereld die hij voor haar had geschapen. Zonder keten was ze niets. Hij besefte het goed toen hij het staal in de vuilnisemmer had gegooid maar ze had hem weinig keuze gelaten. Dat te weten hielp amper.

‘Er is een uitweg, bedenk goed of je daar gebruik van wilt maken. Mocht je besluiten het te laten zoals het nu is dan zal ik je dat niet kwalijk nemen maar wil je het recht terugverdienen op het dragen van mijn keten dan is dit hoe.

De keten heeft 236 schakels. Je zult hem schakel voor schakel terug moeten winnen. Het zal niet makkelijk voor je zijn. Ik zal het je niet gemakkelijk maken. Er zullen verjaardagen zijn en feestdagen, jij zult ziek zijn of ik, werk zal haar aandacht opeisen, mijn kinderen, jouw ouders, veel opdrachten zullen minder dan een schakel waard zijn en ik moet nog zien dat jij de taken die ik je zal stellen naar minimale tevredenheid zult vervullen – ik geef je een jaar, 365 dagen, 366 want 2012 is een schrikkeljaar, om de keten terug te verdienen.

Neem zoveel bedenktijd als je nodig hebt. Ik ben hier en loop niet weg – denk goed na en weet waar je aan begint. Het zal zwaar worden Kate. Voor jou en voor mij.’

‘Ik hoef niet na te denken’.



Kate

donderdag 21 juli 2011

De architectuur van slavernij - 3.

De verantwoordelijkheid die sindsdien op mijn schouders rust is een zware maar niet te zwaar voor mij. Daar zorgt mede mijn achtergrond als krijgsheer – mooi woord, Kate! – voor. Ik ben gewend verantwoordelijkheid te dragen, tactisch en strategisch te denken en te handelen. Ik ben gewend onder druk te presteren en mijn eigen koers te varen tegen alle stroming in, in dienst van een overkoepelend belang.

Kate heeft een status aparte die vereist dat ik anders met haar omga dan met anderen in mijn leven. Dat is heel anders dan ik ooit met iemand ben omgegaan. Zij heeft ervoor gekozen in slavernij te leven en dat brengt consequenties met zich mee. Ik acht het moreel juist te allen tijde de consequenties te aanvaarden die het gevolg zijn van mijn handelen.

Het gevolg en de oorzaak van mijn handelen zijn identiek: ik doe Kate pijn. Ik doe haar pijn omdat ik dat wil, omdat zij dat wil. In die volgorde. Ik doe Kate pijn omdat ik haar pijn wil doen. Ik doe haar pijn in liefde. Dat was mijn eis in dezen: het zuur niet zonder het zoet, hard niet zonder zacht. Mijn slagen niet zonder momenten van koestering, liefde, interesse en aanwezigheid.

Aanwezigheid, daarmee is de cirkel rond want ik kan vaak, te vaak niet lijfelijk aanwezig zijn in Kates leven. En eerlijk is eerlijk, vaak ben ik ook ‘in spirit’ niet bij haar. Het leven, dat gewone, dagelijkse, routinematige leven dat ik desondanks niet werktuigelijk leef en beleef, trekt en zuigt me dikwijls een andere kant op dan ik had gepland of zou willen. Dat is meestal niet richting Kate.

Ik accepteer dat. Ik moet het wel accepteren. Ik ken mijn verantwoordelijkheden en Kate is een slavin. Zij kan voor zichzelf zorgen en kent de situatie zoals die is. Het is misschien niet eerlijk voor haar maar het kan niet anders. Daarom wil ik het zo. Zo wil ik het. Zo is het en niet anders. Slavernij heeft weinig tot niets met eerlijkheid of rechtvaardigheid te maken. Dat dat soms wringt en schuurt en knarst, onderken ik.

Ik doe haar pijn. Het laat me niet los. Ik doe haar pijn. Ik wil haar pijn doen. De situatie waarin wij ons bevinden doet pijn en ik gebruik die situatie om haar pijn te verhevigen. Ik doe haar pijn. Heel bewust en op alle mogelijke manieren. Ook daarom mag deze vrouw die mijn alles is, niet bij mij wonen. Dat ze dat niet mag, nooit zal mogen, doet haar pijn, veel pijn. Ik besef het heel goed.

Kate is een slavin die ervoor heeft gekozen in slavernij te leven onder mijn gezag. Ik ben de architect van haar leven, van haar lijden. Zij woont alleen. Ze lijdt. Ze moet mij vaak en lang missen. Zij is een sterke vrouw, mijn Kate. Ik herkende haar, haar rauwe verlangen naar alles wat ik haar wilde geven. Mijn verlangen om te domineren was nooit intenser dan sinds zij in mijn leven is. Zij is een slavin. Ik noem haar Kate.



Kate

maandag 18 juli 2011

De architectuur van slavernij - 2.

Ik wil me hier niet verantwoorden voor wat ik met Kate doe, of liever gezegd wat ik haar aandoe. Dit is noch de plek, noch het tijdstip dat te doen. Als ik me al moet verantwoorden dan is dat tegenover mijzelf en tegenover Kate. In die volgorde. De verantwoordelijkheid die ik op me heb genomen is enorm. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ervoor heb willen vluchten – nee, ik ben ervoor gevlucht.

Bijzonder oneerlijk voor Kate, maar slavernij heeft niets met eerlijkheid te maken. Het zou overigens oneerlijker en gevaarlijker zijn geweest het proces van slavernij verder te hebben verkend en op gang te hebben gebracht voordat mijn overzicht en inzicht volledig waren. Het is nogal wat als iemand in slavernij wil leven. Het betekent nogal wat als zij jou als architect voor dat leven aanwijst.

Als een architect ben ik degene die kaders aanbrengt, die het rauwe verlangen naar slavernij in een voor ons beide renderende vorm giet. Ik leidde ook zonder Kate al een ingewikkeld leven. Haar slavernij zou dat leven weliswaar verrijken maar tegelijkertijd onnoemelijk complexer maken. Ik had afstand nodig, lucht om na te denken, ruimte om nieuwe, vernieuwende structuren te ontdekken.

Op reis, onverwacht voor een opdrachtgever ergens aan de Atlantische Oceaan, toen ik met totaal andere zaken bezig was, op de vlucht voor Kate, op de vlucht voor mijzelf en mijn dominantie, zag ik ineens kristalhelder hoe het zou kunnen. Kate zou in slavernij kunnen leven, maar alleen als dat bestaan gescheiden zou blijven van mijn gezinsleven.

Toen ik eenmaal begreep hoe diep zo’n relatievorm desondanks in onze levens zou ingrijpen, hoe ver het voor Kate zou gaan én voor mij, hoezeer zij ernaar verlangde én ik, ben ik teruggekeerd. Het vereist moed om een staat van zelfgekozen ballingschap op te heffen, om op je schreden terug te keren, te zeggen: “het spijt me” en om vergeving te vragen. Aan moed heeft het mij nooit ontbroken.

Moed en wreedheid gaan hand in hand. Het is onmenselijk iemand te veroordelen tot een leven alleen, met momenten van intense eenzaamheid en verdriet, in ruil voor een vorm van slavernij die nooit voldoende zal zijn, kan zijn. En toch heb ik dat gedaan. Het was de enige mogelijkheid voor Kate om te leven onder mijn gezag en die mocht ik haar niet onthouden. Ik kan hier wel bekennen dat ik een paar keer heb moeten slikken tijdens ons gesprek over de invulling van haar slavernij.

Kate wilde in slavernij leven en het was mijn plicht haar mijn zienswijze voor te leggen in al zijn hardheid. Ik bood haar beperking aan, gebrek, ketens, slaag en liefde. Ze vroeg bedenktijd en die kreeg ze ook. Kwaliteit boven kwantiteit zou extra pijn betekenen. Ze zou nooit weten wanneer ik er zou zijn. Ze accepteerde het lot, haar lot. Ook Kate ontbreekt het niet aan moed. Ze koos voor een leven van pijn en troost, voortdurend hunkerend, verlangend, geil en hongerig. Zij koos voor mij.




Kate

donderdag 14 juli 2011

De architectuur van slavernij - 1.

Kate, zo noem ik haar al bijna vanaf het moment dat ik haar ontmoette. Kate, een korte naam die goed bekt, en daarbij Engels. Zij heeft voetstappen in het Verenigd Koninkrijk liggen en so have I. We ontmoetten elkaar regelmatig in Engeland. Ik woonde er destijds. Zij later ook, maar niet bij mij.

Ze heeft nog nooit bij mij gewoond. Dat wil ik niet. Ik heb kinderen die deels bij mij zijn, vaak drie, vier dagen per week, ook in de weekenden. Wat ik met Kate heb, gaat hen niets aan. Ze kennen haar, zij kent hen maar verder gaat het niet. Wat ik met Kate heb, is te intiem en ik wil mijn kinderen niet beknotten in hun vrijheid.

Mijn vier kids zijn mijn alles. Ze moeten op elk uur van de dag, elke dag in- en uit kunnen lopen zonder dat te hoeven vragen of aan te kondigen. Zij moeten vriendjes en vriendinnetjes mee kunnen nemen. Hier moet gespeeld kunnen worden met alle troep en chaos die dat geeft in huis. Dit is geen huis voor Kate.

Kate heeft geen kids, weet niets van kids en wil eigenlijk het liefste niets met kinderen te maken hebben. Natuurlijk is ze lief voor mijn kinderen. Natuurlijk vraagt ze altijd als eerste naar hen, maar ze is geen moeder en zal dat nooit wezen, wil dat ook niet. Ik ben eerst en vooral vader en de kids gaan vóór het meisje. Ik ben daar strikt in.

Kate mag dus niet bij mij wonen. Dat is niet gemakkelijk voor haar. 'Ik wil oud met je worden', zei ze laatst, 'dat weet je toch, hè M.?' Ja, dat weet ik. Zij is nog nooit getrouwd geweest. Ik wel. Mijn ex woont om de hoek. We doen boodschappen in dezelfde winkels. We bezoeken samen ouderavonden. Wij nemen het co-ouderschap zeer serieus. Soms is het net alsof ik nog getrouwd ben. Met Kate wil ik het anders.

Kate is een uitzonderlijke vrouw. Wat ik voor haar voel, wat ik met haar heb - energie, stroom, spanning, zij noemt het vonken - heb ik nog nooit in deze mate met iemand anders meegemaakt. Altijd als ik aan haar denk, zo gauw ik haar stem hoor of wanneer ik haar zie, verlang ik ernaar haar te domineren, hard en genadeloos.

Soms ben ik bang voor wat ik met haar wil doen. Het overweldigt me te voelen hoe ik haar met iedere vezel in mijn lichaam wil pijnigen. Ik wil haar horen smeken. Ik wil haar tranen zien. Ik wil haar horen kermen, jammeren, kreunen, snikken. Geen dag gaat voorbij zonder gedachtes aan Kate, vernederd, stripped, in pijn, met haar armen boven haar hoofd.

Dansen? Ze mocht het willen! Als ze al danst dan is dat op haar tenen aan een te korte keten, kronkelend onder het geweld van mijn slagen. Dansen tot ze niet meer kan en dan nog een stukje verder om vervolgens géén troost te ontvangen, géén koestering, géén liefde maar een koude vloer en wellicht, als ik me barmhartig toon, een sloot water vóór ik haar neuk, verkracht, misbruik en opnieuw sla.

Zo droom ik over Kate. Ik droom over Kate die troost bij mij zoekt, die mij liefheeft en door mij geslagen wordt. Kate die de hand die haar slaat kust en smeekt om meer. Smeken zul je! Kate die in mijn armen slaapt aan een keten, lepeltje lepeltje. Haar billen, haar lekkere stevige billen, haar tieten, haar vlees tegen mijn lijf. Lieve lieve lieve Kate. En ik wil haar pijn doen!



Kate

dinsdag 12 juli 2011

Where the streets have no name

I wanna run
I want to hide
I wanna tear down the walls
That hold me inside
I wanna reach out
And touch the flame
Where the streets have no name


Al dagen dreunt het door mijn hoofd: Where the streets have no name. Niet de song maar de titel. Wat wil het me zeggen?

Hoe het nu verder moet, vraagt iemand, met mij en de SM.

Wat is er nodig om een verstoorde relatie weer goed te krijgen? Excuses, een executie? Wie doet de eerste stap en wie gaat wijken?

Sommige zaken zijn onomkeerbaar en zijn niet meer goed te krijgen - of ben ik nu erg rigide? Wil ik het nog wel goed krijgen...?

Ja. Ja, ik wil dat wel - op enig niveau wil ik weer zonder al die vooroordelen en veroordelingen, zeg maar "normaal" over SM kunnen denken en voelen en misschien zelfs ooit...

Ik zal niet zeggen dat het een topprioriteit is maar als ik dan toch deze fascinatie heb...

I want to feel
Sunlight on my face
I see the dust cloud disappear
Without a trace
I want to take shelter from the poison rain
Where the streets have no name


Een land, stad, wijk, ziel platgebombardeerd en het gevoel is verdwenen. Weg.

De overkoepelende naam waar wij over praten: leeg, nietszeggend, nihilistisch en plat. Het heeft me nooit wat gezegd.

I'll show you a place
High on a desert plain
Where the streets have no name


Laat me je liefhebben zonder naam, zonder titel, zonder dat wat ons nekt: de verwachtingen en verlangens - maar ik verwacht! Ik verlang! En als het niet gaat zoals ik het had bedacht of gewild dan gaat het niet door.

Het gaat niet door nog voordat jij het hebt gezegd want ik wil niet meer gekwetst worden, niet meer afgewezen, niet meer te licht bevonden, niet meer horen: 'je bent mooi van binnen'. Fuck that! Ik schop om niet geschopt te worden. Ik loop weg opdat jij het niet zult doen, zonder reden, zonder aankondiging.

Ik geloof niet meer in de liefde. Ik geloof niet meer in de menschen [sic], ik geloof niet meer in mezelf. Ik geloof niet meer in de SM.
 

Ik dwaal over SM sites zoals je oude ruïnes bezoekt. Where streets have no name. Waardoor je de weg naar huis nooit meer terug kunt vinden.

Waar hoor ik thuis? Waar kan ik een thuis vinden? Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen Meneer? De rattenvanger heeft mij meegelokt en in de woestenij achter gelaten waar de straten geen namen hebben omdat wat er gepraktiseerd wordt zo dicht tegen het illegale aanschurkt dat we alles anders noemen en we verdwalen in een moeras van vunzigheid.

Ik ben bang. Bang voor de materie, bang voor de mensen die zich ermee bezighouden, bang voor mezelf in relatie tot de materie en tot de mensen die zich ermee bezighouden.

Ik zal door mijn angst heen moeten, wil het ooit nog goed komen tussen mij en de SM.

And when I go there
I go there with you
It's all I can do


Kate

12 juli 2011 

-  De Engelse tekst is van het nummer Where The Streets Have No Name van U2. De tekst is geschreven door Bono en de muziek door U2 gebaseerd op een demo gespeeld door The Edge. Het nummer staat op het album The Joshua Tree uit 1987.
- De songtekst van Where The Streets Have No Name komt van:  http://www.sing365.com/music/lyric.nsf/PrintLyrics?OpenForm&ParentUnid=D9EA2E31BD3688D74825689600327E5A

zondag 10 juli 2011

Blij!

Wat maakt mij zo bijzonder dat mensen aan mij vragen: 'weet jij waarom die is weggepest van het forum?' - alsof de persoon die onverwacht dat forum de rug toekeerde eerst haar zegen aan mij heeft gevraagd.

Wat maakt dat mensen - wanneer ik hen complimenteer met hun schrijven - zeggen: 'van jou een compliment, dat heeft betekenis voor mij'. Die vragen bij een afscheid: 'denk je nog een keertje aan mij als je aan het bingoën bent'? Die bij mij informeren naar het welzijn van een ander.

Mensen die mij niet kennen, die ik niet ken, die slechts wat regels van mij lazen of ik van hen maar mij danken voor mijn aanwezigheid.

Zoals toen op die ene verjaardag, toen ik de horeca gelegenheid verliet, werd bedankt dat ik er was geweest omdat ik iets uitstraalde - zonder woorden, zonder scherm, gewoon "in het wild". Het was een zeldzaam serene avond, dat wel :-).

En ik, die mijzelf zo onbijzonder vind, moet mezelf opnieuw tegen het licht houden. Misschien ben je niet zo saai en grijs en zonder inhoud. Misschien ben je zelfs begerenswaardig.

Ik? Ik de non? Die met dat dorre grijze haar. Zonder make-up en acht kilogram te zwaar waardoor die mantelpakjes allang niet meer passen? De high heels verbannen naar bovenop die garderobekast die nooit meer open hoeft.

Vrouw die zich geen vrouw voelt, geen stroom voelt, geen spanning. Maar toen een vrouw zei, gebood: 'erken dat' - zo onverwacht toegesproken op dat forum - toen stroomde het weer even. Zo'n gebod van twee woorden, geschreven door een vrouw, gesproken door een man.

Men vroeg naar het zinnetje dat je het geilste maakt. Geilste zin? Welnee! Geilste modus. Een onpersoonlijk toespreken, neutraal maar beladen met verwachting. Vol verwachting klopt mijn hart. 

Verwachting? Mehoela! Ja, die ja. Angstig klopt mijn hart, mijn keel is droog en slikken maakt een schurend geluid. De ketens, koud en hard en zwaar, voorkomen niet dat ik tol op mijn benen. 

Hij draait om me heen als het touw om de tol. Voorwerp van minachting en smaad. Een buitenstaander anders kun je zo niet voelen. Wie wil zo voelen? Je bent gek om zo te voelen.

Niet zo gek blijkbaar want mensen schuiven je naar voren en zeggen: 'dank je wel. Dank je wel dat je er bent.' Maar er is niets te danken. Er is niets om mij voor te danken. Ik ben wie ik ben. Ik doe wat ik doe want ik ben  nog niet klaar. Nog niet klaar met de SM. 

Het is nog niet goed tussen mij en de materie, de gevoelens en de hoop.

Maar kijk, daar ben ik dan aan't schrijven. Woord voor woord. Zin na zin. 

Dit is wat ik zou moeten doen. Dit en niet dat forum voeden. Dit omdat het is wat ik wil en kan en moet. Omdat het antwoorden geeft en vragen oproept meer dan in het forum zoals het nu is en gaat. Omdat ik nergens zo bijzonder ben dan in mijn schrijven.

Ik weet waarom ik zo bijzonder ben dat mensen die mij niet kennen, die ik niet ken, die slechts wat regels van mij lazen of ik van hen, mij danken voor mijn aanwezigheid. Het is de kracht van mijn woorden op het scherm. Het is mijn schrijven en ik ben blij. Zo blij dat ik weer aan het schrijven ben. 

God wat ben ik blij!


Kate
10 juli 2011



Foto verantwoording:


Schoenendozen: http://liveinliveout.com/tag/clear-shoe-boxes/
 

Zweeptol: http://lcsn-2009-sopo2.pbworks.com/w/page/6895690/Pagina%20met%20vraag%20van%20SOPO2-12%20en%20ruimte%20voor%20de%20antwoorden