De verantwoordelijkheid die sindsdien op mijn schouders rust is een zware maar niet te zwaar voor mij. Daar zorgt mede mijn achtergrond als krijgsheer – mooi woord, Kate! – voor. Ik ben gewend verantwoordelijkheid te dragen, tactisch en strategisch te denken en te handelen. Ik ben gewend onder druk te presteren en mijn eigen koers te varen tegen alle stroming in, in dienst van een overkoepelend belang.
Kate heeft een status aparte die vereist dat ik anders met haar omga dan met anderen in mijn leven. Dat is heel anders dan ik ooit met iemand ben omgegaan. Zij heeft ervoor gekozen in slavernij te leven en dat brengt consequenties met zich mee. Ik acht het moreel juist te allen tijde de consequenties te aanvaarden die het gevolg zijn van mijn handelen.
Het gevolg en de oorzaak van mijn handelen zijn identiek: ik doe Kate pijn. Ik doe haar pijn omdat ik dat wil, omdat zij dat wil. In die volgorde. Ik doe Kate pijn omdat ik haar pijn wil doen. Ik doe haar pijn in liefde. Dat was mijn eis in dezen: het zuur niet zonder het zoet, hard niet zonder zacht. Mijn slagen niet zonder momenten van koestering, liefde, interesse en aanwezigheid.
Aanwezigheid, daarmee is de cirkel rond want ik kan vaak, te vaak niet lijfelijk aanwezig zijn in Kates leven. En eerlijk is eerlijk, vaak ben ik ook ‘in spirit’ niet bij haar. Het leven, dat gewone, dagelijkse, routinematige leven dat ik desondanks niet werktuigelijk leef en beleef, trekt en zuigt me dikwijls een andere kant op dan ik had gepland of zou willen. Dat is meestal niet richting Kate.
Ik accepteer dat. Ik moet het wel accepteren. Ik ken mijn verantwoordelijkheden en Kate is een slavin. Zij kan voor zichzelf zorgen en kent de situatie zoals die is. Het is misschien niet eerlijk voor haar maar het kan niet anders. Daarom wil ik het zo. Zo wil ik het. Zo is het en niet anders. Slavernij heeft weinig tot niets met eerlijkheid of rechtvaardigheid te maken. Dat dat soms wringt en schuurt en knarst, onderken ik.
Ik doe haar pijn. Het laat me niet los. Ik doe haar pijn. Ik wil haar pijn doen. De situatie waarin wij ons bevinden doet pijn en ik gebruik die situatie om haar pijn te verhevigen. Ik doe haar pijn. Heel bewust en op alle mogelijke manieren. Ook daarom mag deze vrouw die mijn alles is, niet bij mij wonen. Dat ze dat niet mag, nooit zal mogen, doet haar pijn, veel pijn. Ik besef het heel goed.
Kate is een slavin die ervoor heeft gekozen in slavernij te leven onder mijn gezag. Ik ben de architect van haar leven, van haar lijden. Zij woont alleen. Ze lijdt. Ze moet mij vaak en lang missen. Zij is een sterke vrouw, mijn Kate. Ik herkende haar, haar rauwe verlangen naar alles wat ik haar wilde geven. Mijn verlangen om te domineren was nooit intenser dan sinds zij in mijn leven is. Zij is een slavin. Ik noem haar Kate.
Kate
Posts tonen met het label De architectuur van slavernij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label De architectuur van slavernij. Alle posts tonen
donderdag 21 juli 2011
De architectuur van slavernij - 3.
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
De architectuur van slavernij,
ketens,
verhalen
maandag 18 juli 2011
De architectuur van slavernij - 2.
Ik wil me hier niet verantwoorden voor wat ik met Kate doe, of liever gezegd wat ik haar aandoe. Dit is noch de plek, noch het tijdstip dat te doen. Als ik me al moet verantwoorden dan is dat tegenover mijzelf en tegenover Kate. In die volgorde. De verantwoordelijkheid die ik op me heb genomen is enorm. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ervoor heb willen vluchten – nee, ik ben ervoor gevlucht.
Bijzonder oneerlijk voor Kate, maar slavernij heeft niets met eerlijkheid te maken. Het zou overigens oneerlijker en gevaarlijker zijn geweest het proces van slavernij verder te hebben verkend en op gang te hebben gebracht voordat mijn overzicht en inzicht volledig waren. Het is nogal wat als iemand in slavernij wil leven. Het betekent nogal wat als zij jou als architect voor dat leven aanwijst.
Als een architect ben ik degene die kaders aanbrengt, die het rauwe verlangen naar slavernij in een voor ons beide renderende vorm giet. Ik leidde ook zonder Kate al een ingewikkeld leven. Haar slavernij zou dat leven weliswaar verrijken maar tegelijkertijd onnoemelijk complexer maken. Ik had afstand nodig, lucht om na te denken, ruimte om nieuwe, vernieuwende structuren te ontdekken.
Op reis, onverwacht voor een opdrachtgever ergens aan de Atlantische Oceaan, toen ik met totaal andere zaken bezig was, op de vlucht voor Kate, op de vlucht voor mijzelf en mijn dominantie, zag ik ineens kristalhelder hoe het zou kunnen. Kate zou in slavernij kunnen leven, maar alleen als dat bestaan gescheiden zou blijven van mijn gezinsleven.
Toen ik eenmaal begreep hoe diep zo’n relatievorm desondanks in onze levens zou ingrijpen, hoe ver het voor Kate zou gaan én voor mij, hoezeer zij ernaar verlangde én ik, ben ik teruggekeerd. Het vereist moed om een staat van zelfgekozen ballingschap op te heffen, om op je schreden terug te keren, te zeggen: “het spijt me” en om vergeving te vragen. Aan moed heeft het mij nooit ontbroken.
Moed en wreedheid gaan hand in hand. Het is onmenselijk iemand te veroordelen tot een leven alleen, met momenten van intense eenzaamheid en verdriet, in ruil voor een vorm van slavernij die nooit voldoende zal zijn, kan zijn. En toch heb ik dat gedaan. Het was de enige mogelijkheid voor Kate om te leven onder mijn gezag en die mocht ik haar niet onthouden. Ik kan hier wel bekennen dat ik een paar keer heb moeten slikken tijdens ons gesprek over de invulling van haar slavernij.
Kate wilde in slavernij leven en het was mijn plicht haar mijn zienswijze voor te leggen in al zijn hardheid. Ik bood haar beperking aan, gebrek, ketens, slaag en liefde. Ze vroeg bedenktijd en die kreeg ze ook. Kwaliteit boven kwantiteit zou extra pijn betekenen. Ze zou nooit weten wanneer ik er zou zijn. Ze accepteerde het lot, haar lot. Ook Kate ontbreekt het niet aan moed. Ze koos voor een leven van pijn en troost, voortdurend hunkerend, verlangend, geil en hongerig. Zij koos voor mij.
Kate
Bijzonder oneerlijk voor Kate, maar slavernij heeft niets met eerlijkheid te maken. Het zou overigens oneerlijker en gevaarlijker zijn geweest het proces van slavernij verder te hebben verkend en op gang te hebben gebracht voordat mijn overzicht en inzicht volledig waren. Het is nogal wat als iemand in slavernij wil leven. Het betekent nogal wat als zij jou als architect voor dat leven aanwijst.
Als een architect ben ik degene die kaders aanbrengt, die het rauwe verlangen naar slavernij in een voor ons beide renderende vorm giet. Ik leidde ook zonder Kate al een ingewikkeld leven. Haar slavernij zou dat leven weliswaar verrijken maar tegelijkertijd onnoemelijk complexer maken. Ik had afstand nodig, lucht om na te denken, ruimte om nieuwe, vernieuwende structuren te ontdekken.
Op reis, onverwacht voor een opdrachtgever ergens aan de Atlantische Oceaan, toen ik met totaal andere zaken bezig was, op de vlucht voor Kate, op de vlucht voor mijzelf en mijn dominantie, zag ik ineens kristalhelder hoe het zou kunnen. Kate zou in slavernij kunnen leven, maar alleen als dat bestaan gescheiden zou blijven van mijn gezinsleven.
Toen ik eenmaal begreep hoe diep zo’n relatievorm desondanks in onze levens zou ingrijpen, hoe ver het voor Kate zou gaan én voor mij, hoezeer zij ernaar verlangde én ik, ben ik teruggekeerd. Het vereist moed om een staat van zelfgekozen ballingschap op te heffen, om op je schreden terug te keren, te zeggen: “het spijt me” en om vergeving te vragen. Aan moed heeft het mij nooit ontbroken.
Moed en wreedheid gaan hand in hand. Het is onmenselijk iemand te veroordelen tot een leven alleen, met momenten van intense eenzaamheid en verdriet, in ruil voor een vorm van slavernij die nooit voldoende zal zijn, kan zijn. En toch heb ik dat gedaan. Het was de enige mogelijkheid voor Kate om te leven onder mijn gezag en die mocht ik haar niet onthouden. Ik kan hier wel bekennen dat ik een paar keer heb moeten slikken tijdens ons gesprek over de invulling van haar slavernij.
Kate wilde in slavernij leven en het was mijn plicht haar mijn zienswijze voor te leggen in al zijn hardheid. Ik bood haar beperking aan, gebrek, ketens, slaag en liefde. Ze vroeg bedenktijd en die kreeg ze ook. Kwaliteit boven kwantiteit zou extra pijn betekenen. Ze zou nooit weten wanneer ik er zou zijn. Ze accepteerde het lot, haar lot. Ook Kate ontbreekt het niet aan moed. Ze koos voor een leven van pijn en troost, voortdurend hunkerend, verlangend, geil en hongerig. Zij koos voor mij.
[.../3]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
De architectuur van slavernij,
ketens,
verhalen
donderdag 14 juli 2011
De architectuur van slavernij - 1.
Kate, zo noem ik haar al bijna vanaf het moment dat ik haar ontmoette. Kate, een korte naam die goed bekt, en daarbij Engels. Zij heeft voetstappen in het Verenigd Koninkrijk liggen en so have I. We ontmoetten elkaar regelmatig in Engeland. Ik woonde er destijds. Zij later ook, maar niet bij mij.
Ze heeft nog nooit bij mij gewoond. Dat wil ik niet. Ik heb kinderen die deels bij mij zijn, vaak drie, vier dagen per week, ook in de weekenden. Wat ik met Kate heb, gaat hen niets aan. Ze kennen haar, zij kent hen maar verder gaat het niet. Wat ik met Kate heb, is te intiem en ik wil mijn kinderen niet beknotten in hun vrijheid.
Mijn vier kids zijn mijn alles. Ze moeten op elk uur van de dag, elke dag in- en uit kunnen lopen zonder dat te hoeven vragen of aan te kondigen. Zij moeten vriendjes en vriendinnetjes mee kunnen nemen. Hier moet gespeeld kunnen worden met alle troep en chaos die dat geeft in huis. Dit is geen huis voor Kate.
Kate heeft geen kids, weet niets van kids en wil eigenlijk het liefste niets met kinderen te maken hebben. Natuurlijk is ze lief voor mijn kinderen. Natuurlijk vraagt ze altijd als eerste naar hen, maar ze is geen moeder en zal dat nooit wezen, wil dat ook niet. Ik ben eerst en vooral vader en de kids gaan vóór het meisje. Ik ben daar strikt in.
Kate mag dus niet bij mij wonen. Dat is niet gemakkelijk voor haar. 'Ik wil oud met je worden', zei ze laatst, 'dat weet je toch, hè M.?' Ja, dat weet ik. Zij is nog nooit getrouwd geweest. Ik wel. Mijn ex woont om de hoek. We doen boodschappen in dezelfde winkels. We bezoeken samen ouderavonden. Wij nemen het co-ouderschap zeer serieus. Soms is het net alsof ik nog getrouwd ben. Met Kate wil ik het anders.
Kate is een uitzonderlijke vrouw. Wat ik voor haar voel, wat ik met haar heb - energie, stroom, spanning, zij noemt het vonken - heb ik nog nooit in deze mate met iemand anders meegemaakt. Altijd als ik aan haar denk, zo gauw ik haar stem hoor of wanneer ik haar zie, verlang ik ernaar haar te domineren, hard en genadeloos.
Soms ben ik bang voor wat ik met haar wil doen. Het overweldigt me te voelen hoe ik haar met iedere vezel in mijn lichaam wil pijnigen. Ik wil haar horen smeken. Ik wil haar tranen zien. Ik wil haar horen kermen, jammeren, kreunen, snikken. Geen dag gaat voorbij zonder gedachtes aan Kate, vernederd, stripped, in pijn, met haar armen boven haar hoofd.
Dansen? Ze mocht het willen! Als ze al danst dan is dat op haar tenen aan een te korte keten, kronkelend onder het geweld van mijn slagen. Dansen tot ze niet meer kan en dan nog een stukje verder om vervolgens géén troost te ontvangen, géén koestering, géén liefde maar een koude vloer en wellicht, als ik me barmhartig toon, een sloot water vóór ik haar neuk, verkracht, misbruik en opnieuw sla.
Zo droom ik over Kate. Ik droom over Kate die troost bij mij zoekt, die mij liefheeft en door mij geslagen wordt. Kate die de hand die haar slaat kust en smeekt om meer. Smeken zul je! Kate die in mijn armen slaapt aan een keten, lepeltje lepeltje. Haar billen, haar lekkere stevige billen, haar tieten, haar vlees tegen mijn lijf. Lieve lieve lieve Kate. En ik wil haar pijn doen!
Kate
Ze heeft nog nooit bij mij gewoond. Dat wil ik niet. Ik heb kinderen die deels bij mij zijn, vaak drie, vier dagen per week, ook in de weekenden. Wat ik met Kate heb, gaat hen niets aan. Ze kennen haar, zij kent hen maar verder gaat het niet. Wat ik met Kate heb, is te intiem en ik wil mijn kinderen niet beknotten in hun vrijheid.
Mijn vier kids zijn mijn alles. Ze moeten op elk uur van de dag, elke dag in- en uit kunnen lopen zonder dat te hoeven vragen of aan te kondigen. Zij moeten vriendjes en vriendinnetjes mee kunnen nemen. Hier moet gespeeld kunnen worden met alle troep en chaos die dat geeft in huis. Dit is geen huis voor Kate.
Kate heeft geen kids, weet niets van kids en wil eigenlijk het liefste niets met kinderen te maken hebben. Natuurlijk is ze lief voor mijn kinderen. Natuurlijk vraagt ze altijd als eerste naar hen, maar ze is geen moeder en zal dat nooit wezen, wil dat ook niet. Ik ben eerst en vooral vader en de kids gaan vóór het meisje. Ik ben daar strikt in.
Kate mag dus niet bij mij wonen. Dat is niet gemakkelijk voor haar. 'Ik wil oud met je worden', zei ze laatst, 'dat weet je toch, hè M.?' Ja, dat weet ik. Zij is nog nooit getrouwd geweest. Ik wel. Mijn ex woont om de hoek. We doen boodschappen in dezelfde winkels. We bezoeken samen ouderavonden. Wij nemen het co-ouderschap zeer serieus. Soms is het net alsof ik nog getrouwd ben. Met Kate wil ik het anders.
Kate is een uitzonderlijke vrouw. Wat ik voor haar voel, wat ik met haar heb - energie, stroom, spanning, zij noemt het vonken - heb ik nog nooit in deze mate met iemand anders meegemaakt. Altijd als ik aan haar denk, zo gauw ik haar stem hoor of wanneer ik haar zie, verlang ik ernaar haar te domineren, hard en genadeloos.
Soms ben ik bang voor wat ik met haar wil doen. Het overweldigt me te voelen hoe ik haar met iedere vezel in mijn lichaam wil pijnigen. Ik wil haar horen smeken. Ik wil haar tranen zien. Ik wil haar horen kermen, jammeren, kreunen, snikken. Geen dag gaat voorbij zonder gedachtes aan Kate, vernederd, stripped, in pijn, met haar armen boven haar hoofd.
Dansen? Ze mocht het willen! Als ze al danst dan is dat op haar tenen aan een te korte keten, kronkelend onder het geweld van mijn slagen. Dansen tot ze niet meer kan en dan nog een stukje verder om vervolgens géén troost te ontvangen, géén koestering, géén liefde maar een koude vloer en wellicht, als ik me barmhartig toon, een sloot water vóór ik haar neuk, verkracht, misbruik en opnieuw sla.
Zo droom ik over Kate. Ik droom over Kate die troost bij mij zoekt, die mij liefheeft en door mij geslagen wordt. Kate die de hand die haar slaat kust en smeekt om meer. Smeken zul je! Kate die in mijn armen slaapt aan een keten, lepeltje lepeltje. Haar billen, haar lekkere stevige billen, haar tieten, haar vlees tegen mijn lijf. Lieve lieve lieve Kate. En ik wil haar pijn doen!
[.../2]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
De architectuur van slavernij,
ketens,
verhalen
Abonneren op:
Posts (Atom)