donderdag 21 juli 2011

De architectuur van slavernij - 3.

De verantwoordelijkheid die sindsdien op mijn schouders rust is een zware maar niet te zwaar voor mij. Daar zorgt mede mijn achtergrond als krijgsheer – mooi woord, Kate! – voor. Ik ben gewend verantwoordelijkheid te dragen, tactisch en strategisch te denken en te handelen. Ik ben gewend onder druk te presteren en mijn eigen koers te varen tegen alle stroming in, in dienst van een overkoepelend belang.

Kate heeft een status aparte die vereist dat ik anders met haar omga dan met anderen in mijn leven. Dat is heel anders dan ik ooit met iemand ben omgegaan. Zij heeft ervoor gekozen in slavernij te leven en dat brengt consequenties met zich mee. Ik acht het moreel juist te allen tijde de consequenties te aanvaarden die het gevolg zijn van mijn handelen.

Het gevolg en de oorzaak van mijn handelen zijn identiek: ik doe Kate pijn. Ik doe haar pijn omdat ik dat wil, omdat zij dat wil. In die volgorde. Ik doe Kate pijn omdat ik haar pijn wil doen. Ik doe haar pijn in liefde. Dat was mijn eis in dezen: het zuur niet zonder het zoet, hard niet zonder zacht. Mijn slagen niet zonder momenten van koestering, liefde, interesse en aanwezigheid.

Aanwezigheid, daarmee is de cirkel rond want ik kan vaak, te vaak niet lijfelijk aanwezig zijn in Kates leven. En eerlijk is eerlijk, vaak ben ik ook ‘in spirit’ niet bij haar. Het leven, dat gewone, dagelijkse, routinematige leven dat ik desondanks niet werktuigelijk leef en beleef, trekt en zuigt me dikwijls een andere kant op dan ik had gepland of zou willen. Dat is meestal niet richting Kate.

Ik accepteer dat. Ik moet het wel accepteren. Ik ken mijn verantwoordelijkheden en Kate is een slavin. Zij kan voor zichzelf zorgen en kent de situatie zoals die is. Het is misschien niet eerlijk voor haar maar het kan niet anders. Daarom wil ik het zo. Zo wil ik het. Zo is het en niet anders. Slavernij heeft weinig tot niets met eerlijkheid of rechtvaardigheid te maken. Dat dat soms wringt en schuurt en knarst, onderken ik.

Ik doe haar pijn. Het laat me niet los. Ik doe haar pijn. Ik wil haar pijn doen. De situatie waarin wij ons bevinden doet pijn en ik gebruik die situatie om haar pijn te verhevigen. Ik doe haar pijn. Heel bewust en op alle mogelijke manieren. Ook daarom mag deze vrouw die mijn alles is, niet bij mij wonen. Dat ze dat niet mag, nooit zal mogen, doet haar pijn, veel pijn. Ik besef het heel goed.

Kate is een slavin die ervoor heeft gekozen in slavernij te leven onder mijn gezag. Ik ben de architect van haar leven, van haar lijden. Zij woont alleen. Ze lijdt. Ze moet mij vaak en lang missen. Zij is een sterke vrouw, mijn Kate. Ik herkende haar, haar rauwe verlangen naar alles wat ik haar wilde geven. Mijn verlangen om te domineren was nooit intenser dan sinds zij in mijn leven is. Zij is een slavin. Ik noem haar Kate.



Kate