Naar het bleek hoefde ze niets te zeggen want de bloemenmarkt was gesloten. Alle winkels waren gesloten. Ze had geen idee waar ze om deze tijd nog bloemen zou kunnen kopen als ze er al het geld voor had en het Centraal Station was te ver.
Aan de brugleuning hingen bloembakken met rode geraniums. Mooi waren ze. Schichtig keek ze om zich heen. Behalve bedelaar zou ze vanavond ook dievegge zijn. Ze koos op kleur, vorm en lengte. Het werd een boeketje van drie.
Zo vlug als haar hakjes het haar toestonden, liep ze naar het restaurant. Gelukkig was ze niet te laat. Het achterste tafeltje aan het raam was nog onbezet. Dat moest wel voor Mark gereserveerd zijn.
Ze drentelde wat op en neer langs het restaurant, durfde niet al te ver uit de buurt te gaan maar wilde ook niet pal voor de ramen van het restaurant op de uitkijk blijven staan. Ze hoopte maar dat de taxi snel zou komen.
Ze voelde zich als een klein meisje dat wacht om de Koningin een bloemetje te mogen aanbieden. Adem in, adem uit - maar het hield de winden niet binnen. Het was maar goed dat ze buiten stond. Waar bleef die taxi?
Maar het was geen taxi. Mark had een paardenkoetsje besteld, romantischer dan dat kon niet. Gebiologeerd keek Kate naar wat zich voor haar ogen afspeelde. Hoe Mark de deken van de knieƫn van Tessa oplichtte, hoe die lachte en zich naar hem toe boog en hem iets in het oor fluisterde, hoe Mark haar uit de koets hielp en zij hem een arm gaf.
Het kon niet waar zijn. Dit kon niet waar zijn. Tessa boven haar, ja maar niet als partner van Mark, toch? Oh God, alstublieft, niet als zijn partner. Het is vreemd hoe zelfs als de wereld vergaat mensen gewoon blijven functioneren. Zo ook Kate. Ze moest wel.
Ze haalde diep adem, stapte ze op de vrouw af, stak haar hand met bloemen naar Tessa uit en fluisterde: ‘voor u, mevrouw.’ Ja, dit was een vrouw die mevrouw genoemd wenste te worden. Ze wist het ineens weer. Ze wist alles weer. Herinneringen ontsloten door het parfum van de vrouw.
[.../236 schakels - 6.]
Kate