Posts tonen met het label Knarsen in liefde en pijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Knarsen in liefde en pijn. Alle posts tonen

donderdag 26 april 2012

To love, honor and cherish

Iemand mailt mij: 'Ja, nogmaals JA, het kan, het kan, maar je "moet" er zelf ook wel iets voor (...) willen doen'. Heb ik dan niet genoeg gedaan, dan? Ik heb er zelfs...

Maar nee, dat kan zij niet weten. Alhoewel, dat kan ze wel. Het is ooit ter sprake gekomen met iemand uit haar engste kring. Zij was toen nog niet in beeld als geliefde van en wellicht is dit detail - hoe miniem zijn vijf jaar in een mensenleven? - haar onthouden.

Er was beslist een tijd dat ik actiever was dan nu. Niet zo actief maar in elk geval onder de menschen [sic], onder SM mensen. Ook als zoeker. Ook om gevonden te worden of ontdekt. Al heb ik zaken en privé altijd gescheiden gehouden, ik was wel zichtbaar. Zeer zichtbaar zelfs. Dat was toen.

Maar in dit jaar, het jaar met zo nadrukkelijk een zoek- en vindactie als speerpunt, moet ik erkennen weinig tot geen stappen te hebben gezet op weg naar het bereiken van dat doel.

Wat was het ook weer dat ik wilde? Someone to love, honour and cherish. Iemand om oud mee te worden. Iemand om bij te schuilen en thuis te komen. 

Iemand die energie geeft en niet, zoals ik zo vaak vrees, kost. Die ruimhartig is en goed met rechte rug en dwingend oog. Iemand met gezag. Iemand die mij niet alleen lief vindt maar ook geil en goed en de moeite waard. Ach ja... :-).

Dream on - denk ik terwijl ik dit type. Dream on - want dat ben je niet. Lief, soms. Geil, never, wa's dah? Goed, ja, ik denk het. En de moeite waard? Mwah. Niet echt, als ik het moet geloven. Leuk om mee te kletsen, de tijd en verveling mee te verdrijven maar als het er echt toe doet dan kiest men niet voor mij. Vrouwen en mannen in de SM wereld? Breek me de bek niet open.

Mag ik even zielig doen? Nee, doe maar niet. Je bent niet zielig. Je bent alleen moe. Moe en druk. En, ik moet het eerlijk bekennen, je laat je schild ook niet echt zakken. Anderen zijn ook moe en hebben niet de energie of de moed of hoop om door die muur heen te beuken. 

Of, heel misschien, heb je je hart nog steeds verpand? Dat zou dom zijn en zinloos maar niet geheel en al ondenkbaar. Toen wist je dat je aantrekkelijk was en geil en de liefste en meest begeerde vrouw van het universum. Dat universum zou voor je zorgen en voor hem... 

Ach ja, dat universum. Je zou willen dat het gewoon de juiste man op je pad stuurt. Ahum. Niet dus. Dream on... 'Je "moet" er zelf ook wel iets voor (...) willen doen' - dat zegt ze. Dat is haar boodschap. Keer op keer op keer op keer. Andere vrouw, andere stem maar dezelfde boodschap. Ze heeft gelijk natuurlijk. Denk niet dat ik het niet inzie. Maar het is druk en ik ben moe...

Zo raast het jaar richting het eind van de vierde maand. In mei leggen alle vogeltjes een ei. De huismerel op het terras van mijn moeder heeft haar nest al klaar. Duiven, vreselijke luchtratten, zijn charmant aan het snavelen doch de dominante mannen die mij mailen, manen mij voorzichtig te zijn met hen want ze zijn die dag "bijzonder kwetsbaar" en hun "dominante ego" is breekbaar.

Ik ben met stomheid geslagen. Als dit de mannen zijn op wie ik wil bouwen dan zijn zij niet voor mij. Ik ben bruusk, bot, niet lief, uitgesproken en ook weer niet. Ik ben te kwetsen - al zal ik het niet snel laten blijken. Ik ben een onderdanige vrouw en geen watje; met een zachtgekookt eitje kan ik niet veel. Zelfs niet als zij sprookjes creëren met mij in de hoofdrol.

Ik schrijf beter dan zij. Realistischer, uitvoerbaarder, mooier, harder, spannender, aanlokkelijker. Maar al zou ik het kunnen, zelfs dat doe ik niet. Al maanden heb ik geen alinea geschreven. Geen tijd. Geen energie. Geen stroom. Geen inspiratie. Geen zin.

De vrouw die mij verwijt niets te willen doen, zegt dat ik mij verschuil 'achter het mantelen, rennen, vliegen en zorgen.....'. Ja. Wat geldt voor het vinden of gevonden worden, geldt ook voor het schrijven. Zwakjes denk ik dat het wel weer zal komen, de flow. Ach nee, daar hoef ik niet flauw over te doen want dat weet ik wel zeker. Ik zal hoe dan ook weer verhalen gaan schrijven. 

En dan, wellicht dan... Als het weer stroomt en ik weer geladen ben, opgeladen, energiek en er kutvocht stroomt bij het herlezen van wat ik de dag ervoor schreef, dan zal ik klaar zijn voor een nieuwe poging op de huwelijksmarkt. 

Vrouw zoekt man: to love, honor, cherisch and obey for ever and ever. Amen. 

Amen


Kate
25 april 2012



De foto vond ik op Obsequiousness waar naar Hills2city wordt verwezen als bron.

donderdag 8 december 2011

Knarsen in liefde en pijn - 5. Consequenties

En dus ben je weg. In sprookjes bestaat de tijd tussen vertrek en weerzien niet. Wordt in ieder geval niet genoemd, niet gevoeld. Krijgt hoogstens uitdrukking in de frase: ‘tien jaar later’, als ware het een toneelstuk waarin slechts het hier en nu bestaat en waar ‘zij leefden nog lang en gelukkig’ de zekere toekomst is. Maar dit is geen sprookje. De toekomst is niet zeker en het heden na jouw vertrek is niet bijzonder gelukkig. Onrustig wacht ik op een teken van leven, erkenning dat ik een rol van tenminste enig belang in je leven vervul. Mij ontbreekt de innige zekerheid dat het ooit anders zal worden, completer, beter. Ik twijfel over jouw motieven en stel vragen bij de mijne.

‘Ik heb er een nieuw project bij. Je begrijpt, het is druk, drukker, drukst. De kinderen hebben zorg nodig, ze wonen voorlopig vier dagen per week bij mij – ook in de weekenden.’
Natuurlijk begrijp ik, maar ik voel ook mezelf, mijn onzekerheid, verdriet en alles waarvan jij afkeurt dat ik het voel en beleef. Het is zand in het mechanisme jou en mij. Het knarst en schuurt. Als ik mijn onrust ter sprake breng krijg ik nul op het rekest.
‘Accepteer gewoon dat het is hoe het is, dat doe ik immers ook. Ik bel je weer zo gauw ik kan.’

‘s Nachts zwerf ik over een bdsm-site en lees flarden uit een dagboek van een onderdanige vrouw. Het is of de grond onder mijn voeten wegzakt. Het taalgebruik, de stemming en toon van het stuk ademt jouw signatuur, jouw ding, jouw dominantie. Ik kom je tegen door de ogen van een vrouw die jou haar meester noemt. Dat wat ik nooit gedaan heb.

Iedere stap die zij zet, zet ze omdat ze dat zelf wil. Haar hart zegt dat ze volledig en onvoorwaardelijk van hem is maar soms treurt ze dat hij niet meer tijd voor haar heeft of vrijmaakt. Het is zoals het is en zij weet hoe het is. Ze accepteert zijn keuzes en kent de hare. Het staat haar te allen tijde vrij te abdiceren. Dat is de consequentie van niet volgen, van niet gehoorzamen, van niet aanvaarden. Mijn keuzevrijheid is niet anders dan die van die vrouw.

Half vijf, de vogels in de bomen in mijn straat overstemmen het geluid van de auto’s van de nabijgelegen weg, het gezoem van een mug die ik al uren probeer te pakken of hij mij, maar niet de vragen in mijn hoofd, de twijfel in mijn hart. Ik weet het. Ik weet beter. Ik moet dit niet doen. Ik vertrouw je meer dan wie dan ook. Waarom nu dan niet? Nu je mailt dat mijn conclusies onjuist zijn, waarom geloof ik je niet gewoon?

Waarom knaagt het en knarst het en wat moet ik doen om het te stoppen? Het moet stoppen. Het moet…

De telefoon gaat, onverwacht. Onverwacht bel je. Vrolijk en alsof je me gisteren nog sprak. Jij vertelt dat je op Schiphol staat te wachten op je bagage. Dat je zin hebt in een boterham met pindakaas, en in mij.
Ik heb niet veel gezegd. Ik zei slechts dat ik dringend een verhaal moest schrijven. Dit is dat verhaal. Ik draag het op aan jou. Ik heb je liefgehad, zo liefgehad…


Kate


p.s. dank voor het lezen van dit verhaal dat ik grotendeels schreef in januari 2007. Mijn verhalen staan los van elkaar maar wilt u verder lezen dan kan ik De Uitnodiging aanbevelen als een soort van vervolg.

woensdag 7 december 2011

Knarsen in liefde en pijn - 4. Pijn

‘Ik heb zin om te blijven slapen,’ zeg je. Het is al laat en we hangen op de bank moe en voldaan.
‘Kan dat?’
‘Ja, maar ik moet morgenochtend wel heel vroeg weg.’
‘Okay.’
’Alleen maar okay?’
Ik bloos, dat doe ik snel. ‘Nee.’
‘Goed, dan blijf ik slapen.’

Ik wacht want ik weet dat er nog wat zal komen. Ik hoef niet lang te wachten.
‘Wat wil je Kate?’
‘Moet je dat vragen?’ Automatisch sla ik mijn ogen neer.
‘Wat wil je Kate?’ Ik hoor de hardheid in je stem. ‘Zeg het.’
Te moeten zeggen wat jij al weet.
‘Ketens.’
‘Wat zeg je?’

Te moeten uitspreken dat wat ik wil.
‘Ketens,’ zeg ik wat luider.
‘Vraag het,’ blaf je.
‘Ik wil vannacht geketend slapen.’
‘Is dat wat je wilt,’ zachter nu, liever.
‘Ja.’
‘Je weet wat dat betekent.’
‘Ja.’
‘Ik zal je slaan. Ik ga je pijn doen.’
‘Ja.’
‘Zeg het.’

Te zeggen wat ik wil dat jij met me gaat doen.
‘Je gaat me slaan en pijn doen.’
‘Wat wil je Kate?’
Het verlangen te moeten uitspreken naar dat waar ik bang voor ben maar wat ik wil.
‘Ik wil graag in ketens slapen vannacht. Ik wil geslagen worden. Ik wil dat je me pijn doet.’
Te moeten vragen om dat waar ik bang voor ben maar zo graag wil.
‘Vraag het.’
‘Wil je me alsjeblieft….’

Die nacht slaap ik geketend. Je ligt dicht tegen me aan. Ik voel mijn lichaam. Je was hard en hebt me geslagen en me pijn gedaan, veel pijn gedaan. Je hebt me gebruikt en misbruikt en bij iedere volgende fase heb ik om je hardheid moeten vragen. Als je klaar bent, bevestig je mij met de keten aan het bed. Je neemt me nog even in je armen, heel voorzichtig want mijn lichaam is beurs.
‘Dank je wel, Kate. Je bent lief. Het was geweldig.’

Ik slaap al bijna. Je doet het licht uit en kruipt dicht tegen me aan. Lepeltje lepeltje en ik lig aan de binnenkant. Konden we zo maar iedere nacht slapen. Even knarst het niet meer tussen ons. Even werkt het smeermiddel van samenzijn, samen spelen, samen eten en samen slapen maar al snel is het ochtend en zoals je had gezegd, je moet erg vroeg weg. De kids moeten worden opgehaald bij je ex.

Je maakt mijn keten los, gooit me zonder consideratie voor mijn gehavende lijf op mijn buik, en sommeert me te knielen op het bed.
‘Kont omhoog.’
Klets, klets, klets. Hard, harder, nog harder.
‘Au.’
‘Kop dicht.’
‘Au, au.’

Zo onverwacht als het begon, houdt het ook weer op. Je loopt de slaapkamer uit en laat mij in verbijstering achter. Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Geen opwarming, geen context, geen straf, geen gevoel. Je komt weer binnen en kijkt naar het mens daar op dat bed en ik kijk boos terug. Knars, knars, twee mensen die om elkaar heen draaien, elkaar raken in liefde en pijn. Het smeermiddel dat nacht heet begint te slijten.

‘Schiet op Kate, ik moet over twintig minuten weg. Als ik weg ben kun je terug naar bed.’
Je bent anders dan vannacht. Ik begrijp het niet. Ik begrijp jou niet. Ik zie alleen je haast, je ongeduld, geen liefde, geen gevoel, niets. Koffie wil je, zeg je. Koffie en een boterham en of ik maar wil voortmaken want je hebt niet de hele dag de tijd. Ik loop naar de badkamer waar je je staat te scheren. Ik zoek je ogen maar die richten zich logischerwijze op het scheermesje.

‘Wat was dat nou?’
Morning spanking’.
‘Waarom?’
‘Omdat ik er zin in had.’
Morning spanking… Lekker dit! Het moet niet gekker worden.
‘Ik heb niets met spanking.’
Je kijkt me aan via de spiegel. ‘Wat zeg je?’
‘Ik heb niets met spanking.’
‘Da’s dan jammer voor je. Als ik zin heb je te slaan dan doe ik dat.’

Daarmee is de kous af want dat is jouw recht en dat recht heb ik geaccepteerd toen ik je leerde kennen.
‘Kate,’ zei je toen, ‘als je in mijn bed slaapt dan zal ik je slaan. Iedere nacht dat je bij mij bent, zul je van mij zijn. Accepteer je dat? Denk goed na Kate, want wat je me nu geeft, is onomkeerbaar.’

‘Kate!’ Ik schrik op en zie dat het menens is. Ik duik de keuken in, zet koffie en smeer een paar boterhammen.
‘Wat wil je erop?’
‘Pindakaas.’
We ontbijten staand aan het aanrecht en we zijn beiden stil.
‘Het spijt me maar ik moet gaan. Ik wou dat het niet zo was maar mijn zoon moet om half tien voetballen. Ik bel je zodra ik kan.’
Ik knik. Een kus nog en je bent weg.



Kate

dinsdag 6 december 2011

Knarsen in liefde en pijn - 3. Liefde

‘Hoe laat is het eigenlijk?’
‘Etenstijd,’ antwoord je. ‘Wat moet ik doen?’
‘Niets, alles staat klaar en ik hoef het alleen maar warm te maken.’ Ik loop naar de keuken blij eventjes alleen te zijn maar al snel sta je naast me met onze glazen. Je vertelt verder over je kids en je werk, over de afgelopen maanden en de komende tijd waarin je dus weer veel weg zult zijn.

‘Kate, wat ben je stil. Vind je het vervelend dat ik er ben? Moet ik naar huis?’
‘Nee. Nee, ik ben blij dat je er bent maar het is allemaal zo moeilijk. Ik zou je zo graag vaker en langer bij me hebben.’
‘Keetje, je weet toch dat dat nu niet kan. Ik moet zorgen voor mijn kinderen, heb net een nieuwe baan die veel van me vergt. Echt, ik kom zo vaak ik kan. Dat weet je toch?’

Ja, ik weet. Ik weet en ik voel en het is een diep schurend en verscheurend gevoel. Wat ik mis is zekerheid en die geef je me niet, kun je me niet geven. Zul je me niet geven want je gunt het mij niet om altijd op de laatste plaats te komen maar ondertussen gebeurt het wel. Moet ik wel wijken voor kids en werk, ouders en huishouden, en de hond van je ex.

‘Ze vroeg of ik op haar hond wil passen tijdens haar vakantie dus nu heb ik de zorg voor Bobbie er ook nog bij.’
Ach ja. Ik accepteer het natuurlijk want wat kan ik anders doen behalve met jou breken? Dat is geen optie want dat wil ik helemaal niet.
‘Lief, je weet toch dat we zo vaak mogelijk bij elkaar zijn?’
‘Ja, maar dat maakt het niet makkelijker.’
‘Nee, voor mij ook niet.’ Daarmee is het knarsen besproken en uitgesproken.

Ik dien de bouillon op en jij vult de glazen bij. De bouillon is zoals altijd heerlijk en al snel voel ik de spanning uit mijn lijf trekken. Tijdens het hoofdgerecht vertel je honderduit. Ik luister en luister en ondertussen neem ik je gezicht in mij op. Die lieve, eigenzinnige kop die ik zo graag iedere dag tegenover me aan tafel zou willen zien. Je hebt groene ogen die – zo lijkt het – iedere paar secondes veranderen van tint. Een wat ze noemen krachtige mond waarvan ik weet dat die voor mij gemaakt is. Ik wou…

‘Kate!’
’Huh, wat?’
‘Je staart!’
Natuurlijk bloos ik onmiddellijk. Betrapt! Maar je bent lief tijdens het eten, je wilt het me duidelijk niet ongemakkelijk maken en je vervolgt het verhaal waar je mee bezig was. Niet dat ik het nog kan volgen of volg. Ik ben er wel en jij bent bij me, maar we zitten beslist niet meer aan deze tafel, in dit gesprek. Omdat ik het vreselijk warm heb gekregen trek ik mijn vestje uit. Het lijkt wel of je mijn gedachtes kunt lezen.
‘Doe je broek ook maar uit, Kate. Laat me je kousen maar eens zien.’

Ik loop om de tafel en automatisch ga ik staan op de manier die jij mij geleerd hebt. Benen iets uiteen, borsten vooruit, handen op elkaar in de holte van mijn rug. Klaar voor inspectie. Voor ik mijn broek uitdeed was ik al nat en nu, nu ik voor je sta – eindelijk voor je sta – ruik ik mijn eigen geilheid en de jouwe. Als altijd ben ik nerveus als ik zo voor je sta.

Je beweegt je hand omhoog langs mijn been, en wanneer je licht langs mijn kruis strijkt op weg naar het andere been lijkt dat misschien onschuldig maar dat is het niet.
‘Ze staan je prachtig, Kate. Dank je. Wat heb je voor toetje?’
’IJs,’ zeg ik onschuldig, ‘slagroomijs met warme pruimen in rode wijnsaus.’
‘Heerlijk, ga het maar halen.’

Ik voel je blik als ik naar de keuken loop en niet alleen daarom wiegel ik extra met mijn kontje. Kon je blik maar iedere dag zo op mij gericht zijn. Het knarsen blijft ditmaal uit, ik geniet teveel van je aandacht. En die geef je me vanavond. Je brengt de kommen en borden naar de keuken en zet ze in de vaatwasser. Ik hou me bezig met pruimen en ijs, ruim de eettafel verder op, en zet alvast de koffiespullen neer op het tafeltje bij de bank.

Een goed op elkaar ingespeeld team zijn we zoals we zo bezig zijn. Een vertrouwd stel dat elkaar respecteert en voedt. Letterlijk, want op de bank, heerlijk tegen je aan, voer je me warme pruimen en iets gesmolten ijs. Je likt de wijnsaus van mijn lippen, en gebruikt je mond op de manier waarvoor hij gemaakt is. Jee, wat kun je goed kussen!

Met enige moeite scheur ik me los om de koffie te halen, vast van plan de bank voorlopig niet meer te verlaten. Dat idee heb jij blijkbaar ook gekregen want als ik terug kom, heb jij je het gemakkelijk gemaakt. Het licht is gedempt en er zitten andere cd’s in de wisselaar. Ik zoek mijn plekje weer op en jij bent lief voor me zoals je kunt zijn.



Kate

maandag 5 december 2011

Knarsen in liefde en pijn - 2. Knarsen

De bel gaat en ik vlieg door de gang richting deuropener. Halverwege, nog niet, gaat de telefoon. Ik vloek inwendig en draai me om. Wie belt me nu? Welke gek heeft het gore lef me nu te bellen? Voor wie moet ik jou laten wachten? Door wie riskeer ik jouw toorn en slaag? Ik ren terug naar de zitkamer, gris de telefoon van de houder, ondertussen gaat de voordeurbel weer. Lang. Nadrukkelijk.

‘Ja!’ Met de telefoon aan mijn oor, been terug naar de voordeur. Weer die bel. Nog langer, nog harder.
‘Ja!’
‘Kate’, klinkt het wat lijzig door de hoorn, ‘is er iets?’
‘Is er iets? Is er iets? Ja, natuurlijk is er iets! Maanden laat je niets horen en dan ineens nodig je jezelf uit en geeft me ook nog allerlei opdrachten. En dan gaat de bel en ik denk dat jij het bent maar jij bent het dus niet want jij bent aan de telefoon.’

Weer gaat de deurbel.
‘Fuck.’
‘Oh, dus je krijgt visite? Nou, maak dan maar snel open dan kom ik naar boven.’
‘Wat?’
De verbinding wordt verbroken. Ik druk op de deuropener, kijk de trap af en zie jou met twee treden tegelijk omhoog komen. Je duwt me naar binnen en pakt me stevig beet.

‘Sorry Kate, dit ging even niet goed. Het spijt me.’
Ik huil en huil. Je leidt me naar de zitkamer en zet me op de bank.
‘Oh lieverd, sorry, ik wilde de spanning wat opvoeren dat had ik niet moeten doen.’
‘Nee.’ Opnieuw begin ik te janken. Je trekt me tegen je aan en strijkt door mijn haar.
‘Shhhtt.’
‘Klootzak.’
‘Nah, rustig maar. Wacht….’

Je loopt weg en komt even later terug met mijn badjas en een paar dikke sokken.
‘Hier, trek dit maar aan. Straks vat je nog kou.’
‘Ja, en dan moet je me nog komen verzorgen ook.’
‘Dat zou ik met liefde doen.’
Ik kijk je aan.
‘Kate, dat weet je weet toch?’

Nee, ik weet het niet. Ik weet helemaal niets. Ik weet alleen dat dit absoluut niet is wat ik had verwacht dat er zou gebeuren. Ik wist niet dat ik zo gespannen was.
‘Nee, dat weet ik niet maar als jij het zegt.’
‘Ja, maar gelukkig voor jou word je niet ziek dus hoef ik het niet te bewijzen.’ Je grijnst en onwillekeurig lach ik ook.

‘Hey lieverd, ik ben blij je te zien.’ Je geeft me een zakdoek. ‘Kan ik je wat inschenken?’
‘Een glas wijn graag.’
Nu is het heerlijk dat ik voorbereid ben. Glazen en je favoriete wijn staan al klaar. Je schenkt ons beiden een glas in. Met de wijn in je hand nestel je je tegen me aan. Je vertelt me hoe je een paar maanden geleden onverwachts een project kreeg aangeboden in het Verre Oosten. Dat je dezelfde week nog naar Hong Kong moest en dat al je tijd opgaat aan werken, jetlags en je kids.

Ik sta op. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Betekent dit een afscheid? Wil je hiermee zeggen dat er voor ons geen toekomst is? Ik ril.
‘Wat is er?’
‘Ik wil wat aantrekken.’
‘Ja, dat is goed. Ga maar zitten dan pak ik wel wat. Vind je het goed?’
‘Ja.’ Je verdwijnt mijn slaapkamer in.

Je brengt een zwarte wollen broek mee – die waarin mijn billen zo goed uitkomen -, een zwarte body en een simpel zwart omslagvestje. In je andere hand heb je jouw favoriete highheels en een nieuw paar hold-ups.
‘Hier,’ zeg je terwijl je me de kousen overhandigt, ‘voor jou. Vanmiddag gekocht.’
Ik smelt natuurlijk ter plekke.
‘Dank je wel.’ Ik geef je een zoen en je neemt de gelegenheid te baat en kust me diep en innig terug.

‘Kate, verdomme wat heb ik je gemist. Ga met me mee over tien dagen. Ik moet vier dagen naar Milaan. Ben je daar wel eens geweest?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, dat gaat niet lukken. Ik heb een deadline. Ik kan toch niet zo maar van de ene dag op de andere met jou naar het buitenland vertrekken.’
Je zucht in frustratie. ‘Nee. Nee, sorry natuurlijk kan dat niet.’



Kate

zondag 4 december 2011

Knarsen in liefde en pijn - 1. Onverwachte gast

Onverwacht belt hij. Vrolijk en alsof hij me gisteren nog sprak. Geen woord over de stilte, het ongemak tussen ons. Niets over het knarsen, dat schuren en schrijnen van twee mensen die om elkaar heen draaien, die elkaar steeds weer raken in liefde en pijn. Ook ik zeg niets. Geen verwijt, geen vraag waar hij was al die tijd. Dat hoeft ook niet want hij vertelt dat hij op Schiphol staat te wachten op zijn bagage. Dat hij net terug is van ‘een zware reis’ en dat hij over tien dagen weer op reis moet.

‘Wat eet je vanavond,’ vraagt hij dan.
Ik vertel dat ik van plan ben om spruitjes te maken met lamsvlees in rode wijn.
‘Lekker,’ zegt hij, ‘ik kom bij je eten, vind je dat goed? De kids zijn vanavond nog bij hun moeder dus het kan.’
‘Wacht even.’
Ik hoor hem met iemand praten.
‘Kate, ik bel je later vanmiddag terug.’
Voor ik wat kan zeggen hangt hij op. Lekker dit! Weken, maanden hoor ik niets en dan opeens nodigt hij zichzelf uit voor het diner. Ik weet niet of ik moet lachen of huilen.

Besluit in plaats daarvan maar een kop koffie te zetten. Lekker sterk. Ondertussen werp ik een blik in mijn koelkast. Het recept is voor vier personen en ik heb voldoende van alles in huis. Zelfgemaakte bouillon zit altijd wel in de diepvries en daar vind ik ook nog pruimen in wijnsaus en slagroomijs. Tweemaal wijnsaus… Nou ja, dat moet kunnen. Dan had hij zijn komst maar eerder moeten aankondigen!

Ik neem me voor me verder geen zorgen meer te maken over het eten. Dat is echter gemakkelijker bedacht dan gedaan… Onwillekeurig en zeer tot mijn eigen chagrijn merk ik dat mijn gedachtes constant afdwalen naar ons etentje en naar hem. Naar dat wat er daarna zal gebeuren. Of niet. Misschien komt hij wel helemaal niet. Misschien zegt hij wel op het laatste nippertje af… zoals vorige keer.

U heeft één voicemail: ‘Met M. Ik kan toch niet komen. Het spijt me. Spreek je snel.’ Toen ik je terugbelde nam je niet op. Sms-jes en mail beantwoordde je niet. Ik was boos, ongerust, verdrietig. Ruim drie weken later toch een kort bericht. ‘Zit in Beijing, vlieg morgen naar Hongkong, bel je zodra ik thuis ben. Liefs, M.’ Daarna niets meer. Tot nu. En nu opeens wil je komen eten. Klootzak! Au! Die koffie is dus duidelijk nog te heet.

Ik sta op, loop naar mijn slaapkamer en haal het bed af. Als je dan toch komt of niet, kan ik maar beter voorbereid zijn. Een uurtje later kijk ik tevreden naar het resultaat van mijn werk. Mijn zwarte dekbedset ligt op bed. Ik heb nieuwe kaarsen neergezet. Op het dressoir liggen mijn speeltjes keurig in het gelid zoals jij het graag ziet. Ik trek de deur achter me dicht en begin de tafel te dekken. Geen idee hoe laat je komt maar ik heb geen zin me te haasten of te stressen. Ik wou dat je er al was. Ik verlang naar je.

Ik kijk naar de klok. Vier uur. Nog steeds heb je niet gebeld. Natuurlijk zul je komen. En natuurlijk ben ik zenuwachtig. Ik loop naar de keuken en weer terug. Dat eten komt wel op, ook zonder jou. Dat bed moest ik sowieso verschonen. Niets van wat ik vanmiddag gedaan heb is overbodig. En natuurlijk kom je. Natuurlijk kom je. Het dreunt als een mantra door mijn hoofd. Natuurlijk kom je en je gaat nooit meer weg… Ik schrik ervan. Ik weet hoe je denkt over claimen en geclaimd worden. Verboden gedachte en toch denk ik hem. Ik voel me blozen.

Je belt. Ik hoor de geilheid in je stem. Je belt kort en je instructies zijn het ook. Ik weet wat me te doen staat. Als jij arriveert, moet ik klaar zijn. Er rest me nog weinig tijd. Het bad loopt. Ik rommel in mijn kasten. Hij komt. Hij belt.

Onverwacht belt hij nog een keer. Vrolijk en niet alsof hij me net al gesproken heeft. Geen woord over zijn instructies. Geen geilheid, geen spanning. Hij kletst gemakkelijk tien minuten vol. Onrustig kijk ik naar de klok. Die tikt verder. Nu rest me nog minder tijd. Ik zeg niets. Ik weet dat jij weet wat je doet. En dan opeens is er die vraag.

‘Kate, denk je dat je tijd hebt om….’ Ik slik. Ook dat nog.
‘Ja,’ zeg ik schor, ‘ja, dat zal ik doen.’
‘Dank je wel. Tot zo.’
Het bad wordt een douche. Zelden heb ik me zo snel, zo zorgvuldig klaargemaakt. Je lat ligt hoog. Hoger, zo voel ik, dan de laatste keer. Ik ben geil, botergeil, blij en zenuwachtig tegelijk. Hij komt. Hij komt. Dan gaat de bel...



Kate