zondag 30 juni 2013

'Waar leef je voor?'

landgoed op 22-06-2013
Maakt het iets uit of het vastgelopen heet of stilgevallen? Het resultaat is wel ongeveer hetzelfde behalve dat je wat vastgelopen is, vlot kunt trekken en dat wat stil is gevallen weer uhm..., tja... Wat moet je doen als je stilgevallen bent? 

Ik lag in bed en het was donker. Ik had zoals de dagen ervoor gelezen in 'Je eigen koers'(1) en zomaar opeens was er een mail binnengekomen met prangende vragen over die koers. 'Ga op je gevoel' was mijn credo ooit. Hoe kom je terug bij dat gevoel? 

Diepgaand, dramatisch analyseren hoe ik het kwijtraakte, wil ik niet. Je kunt jezelf ook iets aanpraten, zou mijn moeder zeggen. Bovendien zo erg is het allemaal nu ook weer niet :-). Vandaag voelt anders dan eergisternacht toen ik het zo helder zag. 

Die nacht zag ik het scherp: vastgelopen. Vader overleden, moeder gaat in rede geen tien jaar meer mee en dan wat? Nu al die vraag. Stilgevallen. Een leven rond de mensen waarvan je houdt maar het kost meer dan het oplevert. 

Moet alles altijd iets opleveren dan? Dat is weer zo'n zijweg. Eergisteravond laat in bed: ik zag mij de eettafel - een grotere troep was het nooit eerder - leegvegen. Clutter in the house is clutter in the mind. Ik pakte een vel papier.

Ik tekende mezelf zoals ik zou willen zijn in een kleurrijke jurk. Ik teken of schilder nooit maar ik zette in waterverf neer wie ik zou willen zijn: vrolijk. Vol energie. Met plannen en dingen. Enthousiast zoals ik kan zijn. Met passie en aandacht iets tot stand brengen en daar trots op zijn. 

'Waar leef je voor? Waar krijg je energie van?' vroeg iemand in mail. Stilte. 

Geen stilte want daar piepte de wasmachine, de zwarte was wilde opgehangen worden. Zegt dat iets? Dat ik dat ging doen en niet verder typte? Zwarte was, kleine was, tien hangertjes met poloshirts en t-shirts plus twee spijkerbroeken en wat los grut.

Maar 's ochtends nog voor ik een slok van mijn koffie had genomen, was ik al aan het zaaien, mijn zaailingen aan het inspecteren, bijzaaien, luchten, bewateren. Deur naar het landgoed open, koude bak van het rek getild, geopend, natuurlijk waren de tuinbonen, lathyrus en doperwtjes nog niet gekiemd - niet zichtbaar tenminste.

Waar leef je voor? Geen idee maar ik weet wel dat het landgoed mij energie geeft. 

Wat geeft mij energie, waarvan ga ik stromen, word ik blij? Eens in de zoveel jaar, meestal wanneer het niet langer gaat zoals het gaat - en vraag me niet waarom ik het zover laat komen - dan ga ik er voor zitten, pak bijv. het boek 'What colour is my parachute'(2) waarin lijsten met vragen mij leiden tot de bezinning.

Maanden geleden dacht ik dat het tijd was me weer eens met mezelf bezig te houden. Het project, want zo zie ik het dan, stokte. Later nam ik 'De ontembare vrouw'(3) ter hand. Ook dat deed niet wat het weleens gedaan heeft. Weer later kocht ik het tijdschrift 'Flow' met daarin een schrijfcahier dat je helpt nadenken over wie je bent en waar je naartoe wilt.

Denk niet dat het universum niet aan me getrokken heeft, me op weg geduwd: 'hier ga zitten en verdiep je in jezelf'- of wat het is dat me opgedragen werd - al zag ik het niet zo.

---

Ik denk over schrijven. Waarover ik zal schrijven.

Dan gaat de telefoon. Het is mijn moeder. Ze zegt dat het bezoek net weg is. Welk bezoek? Ja, dat weet ze niet. Het bezoek waarmee ze naar het concert op tv heeft gekeken. Ik was dat bezoek. Ik ben net thuis. Net mijn spel opgestart, net een eerst gevecht en daar gaat de telefoon.

En toch, net toen mijn gedachten er niet bij waren en ik als in een trance klikte voelde ik mijn spanning wegtrekken. De telefoon ging en mijn moeder verbaasde zich er lachend over, gelukkig vanavond geen tranen, dat ze mij niet herkend had als haar 'bezoek'.

---

Weer een week voorbij. Snel genoeg zullen weken maanden worden, maanden jaren, jaren een eeuwigheid. 

Alles is anders maar is dat wel zo? De dingen die mij ooit tot schrijven brachten, me deden stromen - zullen we wedden als ik ga teruglezen dat ik opnieuw aansla? Als een roestige motor die de olie proeft, herkent en doorslikt waarna zij gewoon weer op gang komt alsof er niets gebeurd is? Het is niet de dood van mijn vader die me weerhoudt te schrijven. 

Het is niet de toenemende verwardheid van mijn moeder. Ik ben het en ik alleen. Zoals al jaren het geval is. 

--- 

Weken later. Het is weken later, ik begon dit blog n.a.v. een mail twee maanden geleden. Ha! Zo urgent ben ik dus in mijn leven dat ik niet meer een blog kan afmaken, niet de gedachtegang over mezelf. Enfin... het ging weer stromen. Het universum doet wat het doet. Langs andere weg stroomde ik en schreef - of liever, ik pakte ter hand wat al geschreven was en werkte daarmee verder. Ook dat is goed. Alles is goed.

Mijn zin in kleur is ook terug - precies zoals ik in gedachte tekende en het landgoed maakt me sowieso iedere dag blij. Misschien is het precies goed zoals het is. Misschien. Het stromen is minder dan het was. Ik bespeur een zekere moeheid bij mijn verhaal. Al dat lijden, al die spanning maar hoe schrijf ik pakkend en met gevoel over luchtigheid en geluk? Niet over denken. Doen. Of laten. 

Go with the flow - hei ho, hei ho, hei ho. 

Kate
26 maart-29 juni 2013 


De boeken waar ik naar verwijs zijn:
(1) Je eigen koers, Randi B. Noyes, Uitgeverij Archipel, 2007.  
(2) What color is your parachute? 2000, Richard Nelson Bolles, Ten Speed Press, 2000.  
(3) De ontembare vrouw, Clarissa Pinkola Estés, Altamira - Becht, 2004.  

vrijdag 28 juni 2013

Mijn leven terug!

Van de week, op zoek naar een naar ik dacht gemaakte aantekening ergens in het voorjaar van een van de afgelopen jaren, bladerde ik eens door mijn oude agenda's. Tjee wat hebben we - mijn broer en ik - veel met onze vader en moeder gezeuld.

Deze week is het een jaar geleden dat mijn moeder voor darmkanker onder het mes moest. In februari 2013 brak zij haar pols. Kerst 2011 had zij gordelroos. Er waren twee staaroperaties - ik meen ook ergens in 2011. Dan heb ik het alleen nog maar over mijn moeder en de grote dingen die haar bezighielden de afgelopen paar jaar. Allemaal natuurlijk omringd met voor- en nazorg. 

Ik heb het maar niet over mijn vader. Mijn lieve paps die er niet meer is maar ook met hem was er een periode dat we tegen elkaar zeiden beter een tentje in de tuin van het ziekenhuis te kunnen neerzetten want we waren er een hele tijd meerdere dagen per week voor allerhande onderzoeken. Enfin, met liefde gedaan en geen spijt van. Absoluut niet.

Het gaat maar door. Vanmorgen om 8 uur zat broerlief met moeders bij de tandarts. Ziekenhuis-, tandarts-, dokters- en fysio-afspraken voor vader en moeder en nu alleen nog voor moeder maar onderhand beginnen mijn broer en ik ook klachten en klachtjes te krijgen waarvoor we vaker dan ervoor een dokter of fysio of tandarts bezoeken.

Zoveel tijd en energie en liefde in het zorgen voor je ouders. Ik kan met recht zeggen dat je eigen leven eronder lijdt. Al wil je het niet, al plan je het anders toch is mijn leven min of meer stil komen te staan. Heb gewoon geen energie voor meer dan ik doe. Een ieder die roept dat familie maar meer moet mantelen, kan ik zeggen dat ik bezig ben te ontmantelzorgen.

Ik heb besloten me wat meer terug te trekken uit het dagelijkse geregel bij mijn moeder. Zij zal er niet door tekort komen en gelukkig kan ik eventueel extra hulp inhuren maar ik wil mijn leven terug! Ik ben het zat om nog langer onbetaalde huishoudster te spelen. Lunchen, boodschappen doen, koken, mee-eten en opruimen. Aansturen, mopperen, bellen, regelen, wandelen.

Het houdt een keer op. Dit kan nog jaren zo doorgaan en ik was hard op weg naar een fikse burn-out en ik zie dat mijn broer ook met grote stappen richting overspannenheid holt - al ontkent hij dat natuurlijk want stoere mannen krijgen zulks niet. Jaja! Ik ben dus weer thuis aan het koken en eten. Niet elke dag maar vaker dan ik de afgelopen vijf maanden deed.

nieuwe combinatie
Mosselen koken - mijn moeder en broer houden er niet van. Een fles wijn opentrekken. De radio aan en meedansen want er mag wel iets gewicht af :-). Het voelt goed. Niet meer elke dag in mijn kloffie maar een jurkje aan. Mijn ringen om. Een neveltje eau-de-toilette. Mijn vrouwzijn onderstrepen zoals ik mezelf beloofde te doen na het overlijden van mijn vader.

Kleine dingetjes die het leven leuk maken. Ik heb sterk het gevoel dat ik mezelf mag en moet belonen, trakteren, vieren. Ik ben aan de beurt. Echt wel. Op het moment dat ik hem nodig had of dacht te hebben, kwam er een mindfulness training voorbij. Hij zou deze week beginnen en ik kon me nog net opgeven. 

Helaas. Tijdens het voorafgaande telefonische kennismakingsgesprek met het meisje dat de training geeft, begon ik te twijfelen. Het voelde niet goed. Het leek wel een praatgroepje en daar heb ik geen zin in, geen behoefte aan. Het geleuter van andere mensen ben ik meer dan zat. Het hele softe sector gebeuren, zorgers, verzorgenden, zorgbehoevenden - de problemen van anderen? Heb er geen behoefte aan. Sorry.

Of ik andere therapieën deed? Uh? Of ik moeite had in een groep te delen wat ik tegenkwam? Hoezo? Het is tenslotte een groepsgebeuren maar wat deel je dan? Geen antwoord. Geen concreet antwoord. Het voelde verkeerd. Compleet verkeerd. En toch weet ik zeker dat ik die training moet doen. Alleen niet onder leiding van dit meisje. Er was geen klik, zal ik maar zeggen. Ik heb bedankt voor de eer en was opgelucht dat het niet doorging.

andere combinatie
Daarmee heb ik geld bespaard. Ha! En dat heb ik vandaag voor tweederde uitgegeven aan een nieuwe ring van Swivel bij Mio. Hoera! Heerlijk. Ik wilde een paarse en die had hij ook wel maar dat was een kogel, net als mijn oranje/rode. Er was ook een grote groene steen. Die wilde ik ook en die heb ik gekocht.

Trots als een pauw ben ik naar Marks & Spencer gelopen - hoelang geleden dat ik in de stad was? Bij M&S heb ik een heerlijke kant-en-klaar Indiaase maaltijd gekocht voor mijn moeder, mijn broer en mijzelf compleet met pappadums en naan brood. Morgen gaan we hem proberen. Lekker. Er is een sherrytrifle toe. 

Bij de HEMA kocht ik fineliners in 20 kleuren zodat ik mijn schrijven in stijl kan redigeren :-) en tags om de draden van de pc en printer en what not uit elkaar te houden en twee gekleurde hemdjes voor mijn moeder. 

Toen ik AH voorbijkwam heb ik twee nog-niet-geprobeerde smaken koffie meegenomen voor het nieuwe Dulce Gusto koffieapparaat waarvan ik er binnenkort ook zelf een ga kopen want wat een heerlijke cappuccino zet je ermee! Dat apparaat kan nog net gekocht worden van de rest van het uitgespaarde geld van die training :-). 

En dan denk ik dat ik me voorlopig - op een bos bloemen na - wel genoeg in het zonnetje heb gezet. Maar wat is het heerlijk even mezelf op de eerste plaats te zetten. Naar mezelf te luisteren. Mezelf iets te geven na alles wat ik aan mijn ouders en anderen gegeven heb. Te zien hoe ik weer straal en me lichter voel dan hele periodes in de afgelopen jaren. 

Dat het maar zo mag blijven - en vanavond die fantastische detective Scott & Bailey. Ja, het was, is een goeie dag. Een feestelijke dag. Een ieder die waagt te zeggen dat ik zo mijn happiness koop met materiële zaken heeft helemaal gelijk. Who cares

Ik ben er blij mee en weet dat ik er over een jaar nog steeds gelukkig mee zal zijn, met die groene ring die ik kocht zoals ik nog steeds blij word van de drie ringen die ik vorig jaar kocht. Soms moet je om goed te kunnen zorgen, eerst voor jezelf zorgen. Soms? Altijd! En dat ga ik doen, beter doen en ieder die er een mening over heeft, kan de boom in. :-).

Kate
28 juni 2013

dinsdag 25 juni 2013

Kersttijd - 8. Verloren

Het is niet je keten. Niet de keten. Nee. Nee! Daar waren de tranen. Daar waren zijn armen. Hij tilde me op, zette me op tafel en ging naast me zitten met zijn arm stevig om mij heen.

‘Huil maar. Je hebt je best gedaan en ik weet hoe moeilijk het voor je is te leven zonder keten maar ik kan hem je niet teruggeven. Het jaar is nog niet voorbij. Je opdrachten niet voltooid. De 236 schakels nog niet terugverdiend. Verwacht geen wonderen deze Kerst. Ik zal niet van de regels afwijken of het regime versoepelen. Ben ik duidelijk?’
‘Ja.’
‘Alleen maar ja?’
‘Ja, je bent duidelijk.’
‘Vertrouw je me?’
‘Ja, ik vertrouw je.’
‘Weet je dat heel zeker?’
‘Ja.’
‘Je vertrouwt mij ook als het betekent dat ik je misschien nooit meer zal ketenen?’


Zeg me niet dat dat zal gebeuren. Zeg niet dat dit het moment is waarop je mij laat gaan. Ketenloos slavin. Bezit. Niets. ‘Hier is niemand behalve ik’, had hij gezegd. En ik dan? Ik ben toch ook iemand? Maar als bezit ben je niemand. Niets. Inwisselbaar.


‘Doet het pijn te beseffen dat het is zoals het is?’

Ik weet niet meer wat ik deed of zei maar ik weet nog hoe slap ik me voelde. Hoe klein en alleen en hulpeloos.


‘Kate?’

Hij moet me opgevangen hebben en neergelegd want toen ik mijn ogen opendeed, lag ik op de grond. Mark was bij mij. Ik hoorde zijn stem alsof ik niet weg was geweest.


‘Kate, kijk me aan.’


Ik keek hem aan. Ik zag hoe hij naar mij keek. Onderzoekend, geruststellend. Hij legde zijn hand op mijn wang, zijn duim op mijn lippen die ik automatisch opende en geopend hield terwijl zijn andere hand langs mijn lichaam gleed naar beneden waar ik mij net zo vanzelfsprekend voor hem opende.


‘Kate. Lieve Kate. Gaat het?’

Nadat hij zich ervan had vergewist dat alles in orde was en ik dat had beaamd, stond hij op en gebood mij ook op te staan, voor hem te gaan staan, hem aan te kijken terwijl hij opnieuw de vraag stelde, onze vraag.


‘Kate, vertrouw je me?’

Hij herhaalde alle vragen en de conclusie zoals hij ze eerder had uitgesproken en de pijn was minder acuut maar het besef niet minder groot. Ik had mijn keten definitief verloren.

 



Kate 

zaterdag 22 juni 2013

Kersttijd - 7. Klap op klap

‘Vertrouw je me, Kate?’

Ik dacht dat er geen woord uit mijn keel zou komen maar helder en hoorbaar legde ik mijn lot en leven in zijn handen. ‘Ja, ik vertrouw je.’

‘Ga naar de tafel. Ik wil je slaan. Buig voorover. Strek je armen op tafel, handpalmen naar beneden, vingers gespreid. Benen uit elkaar.
Hij zwiepte het leer van zijn riem tegen mijn billen.

‘Harder.’
‘Wat zeg je?’

Ik had het echt gezegd en herhaalde mijn vraag of hij alsjeblieft, alstublieft harder wilde slaan. Fysieke pijn om herinneringen te verdrijven, doembeelden te verjagen. Zijn klappen als bitterzoet feest van erkenning en aanvaarding in het hier en nu. Hij opende het buffet en gooide het dicht. Ik hoorde papier scheuren, het knisperen van cellofaan.

‘Mond open.’ Hij stopte een prop in mijn mond. Een kous. Een nieuwe kous in mijn mond en de ander wond hij, bond hij om mijn gezicht. Ik haat het als hij dat doet. ‘Knik als je wilt dat ik je sla.’

Ik knikte. Bang inmiddels. Ik had gevraagd om meer en Mark zou mijn verzoek inwilligen. Ieder verstandig mens had haar mond gehouden na die blik in zijn ogen. Ik rilde.

‘Sta stil. Wees stil.’

Mark sloeg hard. Harder. Hij deed mij pijn maar hielp mij door mij met zijn hand op mijn onderrug te fixeren. Overbodig was het niet.

‘Ik sla je omdat ik bezit niet kus maar ik ga je neuken in je kapotgeslagen reet. Je bent van mij. Onthoud dat. Elke vezel van jou is van mij. Ik kan met je doen wat ik wil. Je wilde slaag? Hier. En hier. En daar. En nog een keer. Zo. Maak je nu klaar om mij te ontvangen.’

Hij veegde met zijn hand mijn kutvocht op, rochelde en vette mij in. Een harde stoot en hij was binnen. Zijn lust schalde door de kamer. Hij zei er niets van toen ik door de kousen heen met hem meekreunde en zuchtte. Het werd een samenzang die minutenlang duurde tot hij zijn crescendo had bereikt en niet lang erna ik het mijne.

‘Dank je wel Kate.’ Hij verwijderde de kousen. ‘Gaat het?’
‘Ja.’
‘Ik vroeg je eerder vanavond in jezelf te geloven en in mij. Doe dat dan ook. Denk niet dat ik niet weet hoe moeilijk de kersttijd voor je is. Er is zo weinig tijd om samen te zijn en nu meer dan ooit zou ik je bij mij willen hebben. Het kan niet. Het is niet anders. Maar ik heb wat bedacht. Iets waarvan ik weet dat het je blij zal maken.’

‘Mijn keten.’
‘Het is niet je keten.



Kate 

donderdag 20 juni 2013

Kersttijd - 6. Spelletjes

De kamer die dienst deed als formele eetkamer maar vaker als vergaderzaal was zoals ik mij hem herinnerde. Er stond een tafel waar acht personen ruim aan konden zitten. Het plafond was origineel met lijsten en rozetten, de verlichting modern. Langs de achterwand was een dressoir geplaatst.

Hoge ramen keken uit op de Keizersgracht. Het licht was aan, de vitrage geopend, de rolgordijnen omhoog. Ik was net zo zichtbaar voor de passanten op de Keizersgracht als voor hen die aan tafel op mij wachtten. Alleen er zat niemand. Ik was als een blinde die niet ziet wat ze hoort. Ik had mensen horen spreken en toch was ik alleen in de ruimte. Niet alleen.


Mark stond met zijn rug tegen het buffet. Hij zei niets. De stemmen die ik eerder had gehoord waren verstomd. Ik keek nog een keer rond. De stilte hield aan. Mark begon te lachen. Hij toonde een afstandsbediening en ik hoorde de stemmen die mij zoveel angst hadden aangejaagd. Hij drukte op een knop en weg was het geluid.

‘Dus, dus al die tijd was er niemand in deze kamer?’
‘Nee.’
‘Er is dus niemand hier?’
‘Hier niet.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Hier is niemand behalve ik.’
‘Maar…’
‘Maak dat deurtje eens open, Kate.’


Gek, opeens moest ik denken aan vroeger op het schoolplein. Hoe kinderen elkaar plaagden met een plastic spin. Een muis die geen muis bleek. Iemand gaf je iets en als je het aanpakte kreeg je een elektrische schok. Ik trapte er net zo in als vandaag toen ik een kamer vol mensen had verwacht. Wat zou er gebeuren wanneer ik dat deurtje opentrok?

‘Wat zit er in het buffet?’
‘Vertrouw je me, Kate?’
‘Nee.’
‘Niet?’ Lachend keek hij mij aan. Dit was een heel ander spelletje waar geen spoor van autoriteit aan te pas kwam. De spanning die ik eerder had gevoeld was weg.
Ik stak nog net niet mijn tong naar hem uit. ‘Nee.’
‘Dus, je wilt niet weten wat de verrassing is die ik voor je in petto heb?’
Ik voelde de lucht dikker worden. Broeierig. Zijn ogen donker waardoor ik de mijne neersloeg – te laat.


Weg was de lichtvoetigheid van een paar secondes geleden. Het machtsevenwicht opnieuw gekanteld. Een rilling door mijn lijf. Vocht langs mijn benen. Buik in, borsten vooruit, billen naar achteren, armen op mijn rug.

‘Kijk me aan.’

Ik hief mijn gezicht omhoog, richtte mijn ogen op de zijne. Liefde, hardheid, geilheid, honger. Mijn maag trok samen. Inktzwart verlangen had niet scherper overgebracht kunnen worden dan door die blik – vooruitblik op pijn, verdriet waarschijnlijk ook. Beide bewust toegebracht omdat het was waar ik hem lang geleden om gevraagd had: mij pijn te doen, weloverwogen en op alle mogelijke manieren.



Kate 

zondag 16 juni 2013

Kersttijd - 5. Duisternis

Een blinde ziet niet wat zij hoort. Ik was als een blinde. Hoorde stemmen van mannen, een vrouw, gepraat, gelach maar ik zag ze niet. Er was niemand. Verward keek ik om me heen. Mark bood geen steun. Hij wapperde met iets in zijn hand waardoor de stemmen verstomden, rolgordijnen naar beneden kwamen, het licht uitging.

Ik stond in het donker en zou niets gezien hebben ware het niet dat het rolgordijn het licht van de lantaarnpaal voor het huis doorliet. Een zacht schijnsel waarvan ik zou willen dat het er altijd was geweest en zal zijn in donkere nachten. Ik haat de nacht omdat je dan ontvankelijker bent voor de geuren, geluiden en beelden uit het verleden.

In het donker sta je altijd op achterstand. Voetstappen op de gang, mannen in laarzen die mij wakker schopten om mij naar haar te brengen. ‘Op je knieën zwijn. Waarom slaap je als de eigenares je nodig heeft?’ Jaren van slaag, getreiter en meer dan ik durf te benoemen.

Zoveel jaar later is er nog steeds de angst voor de vrouwen uit die familie en onrust als het nacht is of donker. Sinds ik in het kleine slaapkamertje moet slapen, verbannen uit mijn eigen bed, ongeketend, niet langer veilig en geborgen in Marks armen, is een nachtlampje alleen niet meer genoeg om de demonen uit het verleden op afstand te houden.

Hij wist het niet. Niet alles. Mark besefte hoe belangrijk zijn keten voor mij was maar wist niet half hoeveel houvast het me gaf. Zekerheid die nooit meer dan een schijnzekerheid kan zijn, zoveel heb ik geleerd tijdens mijn jaren in gevangenschap.

Denk niet dat drie dagen een snee brood betekent dat je die de vierde dag opnieuw zult krijgen. Verwacht niet dat zij morgen genoegen zal nemen met de wijze waarop je haar gisteren bevredigde. Goed is nooit goed genoeg en de gevolgen van niet goed genoeg wil je niet meemaken.

Ik wil het nooit meer meemaken. Gelukkig is het lang geleden. Ik was jong en veerkrachtig toen ze me liet gaan. Ik heb het gered. Ik heb Mark gevonden. Nee. Hij vond mij. Herkende wie ik ben – een slavin. Erkende dat ik het was waarop hij zolang had gewacht. Ik heb hem gevraagd mijn leven vorm te geven – een leven in slavernij.

Zolang ik van Mark ben, zal mij niets gebeuren. Is dat wel zo? Op de achtergrond van mijn ketenloos bestaan waart Tessa rond. Zij was er vanmiddag tijdens de receptie. Ik heb haar geroken. Ze heeft ook wat gezegd maar ik weet niet meer wat. Zij is in de buurt al zie ik haar niet en Mark moet op reis. Onder wiens supervisie zal hij mij achterlaten?

Twee maanden of langer waarin hij geen tijd zal hebben voor mij, voor ons. Wat doe je met bezit als je er zolang niet bent? Het lijkt overduidelijk. Het lijkt een vaststaand feit. Maar ik kan het niet zien, wil het niet zien. Ik ben blind. Ik zie de signalen maar kan ze niet lezen.

‘Ze zitten in de salon.’
‘Wie?’
‘Dat zul je wel zien.’
‘Is Tessa er ook?’
Mark keek mij scherp aan. ‘Dat zul  je wel  zien.’ Het licht floepte aan.




Kate 

Meisjesfantasie en mijn verhalen

Afgelopen dinsdag vroeg in de ochtend een week gevoel in mijn buik. 

Nu alles stilgevallen is: vriendschappen, het gezwerf langs BDSM sites en bijkomend gemail; sinds de zorg voor mijn moeder opmerkelijk genoeg minder binnenkomt, de emoties geluwd, het verzet gestaakt want het is zo het is en het zal niet beter worden eerder slechter maar hoe, hoelang en waarheen daar kan niemand iets over zegen; nu ik al tijden niet stroom en dat ook niet verwacht of verlang en daarbij stil ben zonder het te merken, voel ik opeens de aloude meisjesfantasie in en bij mij. 

Een heerlijk en vertrouwde aanwezigheid. Eigen. 

De meisjesfantasie gaat over plantage-slavernij en dat heeft niets met BDSM te maken. Wat ik erbij ervaar is heel anders dan de bonk emoties die er is tijdens het schrijven van de verhalen zoals die hier op het blog staan. De fantasie is immers onwerkelijk terwijl mijn verhalen beschrijven - tenminste dat is het doel - wat in de praktijk beleefd kan, zou kunnen worden. 

Dat is bedreigend - ik besef het goed - voor mij maar ook voor de lezers.

'Ik wil dat jij de witte bonen, bruine
bonen en kapucijners sorteert in deze
weckflessen.' - 236 Schakels - 16.
Men ageert tegen de hardheid van Mark. Men schreeuwt om een assertief tegengeluid van Kate. Men vergeet of ziet niet - mijn fout - dat dit hun relatie is en dat dat er een is van harde liefde. Men verwart fictie met werkelijkheid want hoewel ik realistisch schrijf, is dit geen verslag van een bestaand of gedroomd leven.

Desondanks voel ikzelf ook een bepaalde angst bij mijn schrijven. 

Ik blogde al eerder over het verantwoordelijkheidsgevoel dat me bekruipt wanneer ik verneem dat mensen zich soortgelijke omstandigheden als door mij beschreven wensen zonder zich ervan bewust te zijn wat dat in de praktijk betekent, hoeveel het kost en wat de minimale randvoorwaarden zouden moeten zijn waaronder zo een leven in slavernij of in beperking wellicht tot op zekere hoogte vorm zou kunnen krijgen.

Het is niet niks maar het is wat ik keer op keer tot leven wek: een leven in ongelijkheid. Hard. Meedogenloos. In dienst van de ander. Een leven in het teken van pijn. Pijn om de pijn. Pijn omwille van de liefde. Onvoorwaardelijke liefde. Vertrouwen. Zorg. Zonder dat zou SM mishandeling zijn. Ik schrijf over leven op de rand van wat nog aanvaardbaar, dragelijk, doenbaar is - voor Kate, voor Mark maar ook voor mij.  

Ik ben er bang voor. 

Bang voor dat wat ik creëer. Bang voor het moment dat zich een Mark bekend zal maken die ik zal erkennen als de Man waarvan ik weet dat hij bestaat. Hij bestaat. Ons leven zal anders zijn dan ik beschreven heb. Het gaat altijd anders dan je verwacht maar ergens verwacht ik - wacht ik op - nou ja...

Al langer - te lang - schrijf ik niet. 

Ik ben ook niet met dating of het zoeken naar een partner bezig. Ik sta er wellicht niet eens open voor. Ik heb geen idee hoe zorg en schaarse tijd voor mezelf te combineren met het leren kennen van een levensgezel. Ik verlang er ook niet naar. Het is goed zoals het is. Voor nu.

De meisjesfantasie is terug - ik ervaar het als een zegen.

Nu ik erover schrijf over dat gevoel van vrede, totale ontspanning dat mij terugbracht waar ik jaren niet over gedacht heb, is het er nog steeds. Actiever dan die vroege dinsdagochtend. Het beeld van een paar ochtenden geleden is levend geworden. Er is een dialoog gaande tussen de personages. Er is frictie, emotie - en bij mij is er dat speciale gevoel.

Ik stroom weer. Heerlijk! En kijk, dagen nadat ik aan dit blog begon, is het beeld dat mij zo raakte dinsdag jl. er nog steeds maar de energie die is vrijgekomen, bracht mij vannacht, vandaag terug bij mijn kerstverhaal. Ik las wat er is en de stukken die ik eerder te heftig classificeerde of te langgerekt maar nu voelt het goed. 

Ik ga dan ook verder waar ik gestopt ben afgelopen december. Het kan mij niet schelen dat het zomer is of zou moeten zijn en het verhaal zich afspeelt in de winter. Ik wil schrijven, delen, verder. Bent u geïnteresseerd dan kan ik slechts aanraden vlug nog even terug te lezen in Kersttijd :-).

Kate
12-16 juni 2013


p.s. Kersttijd, het verhaal tot dusver:

Kersttijd - 1. Kerstdecoratie
Kersttijd - 2. Kerstwens
Kersttijd - 3. Op de drempel
  


De foto is: White beans and jar on the old table; Photo ID: 22520521; Photographer: Oliver Zivkovic; Copyright: © Meischke | Dreamstime.com