Tot zo'n kwartier geleden keek ik naar "Zomergasten" met als gast Jan Marijnissen. Ik wind me op. Waarom kan de Nederlandse tv niet bij benadering het niveau van de BBC halen? Waarom zo'n interviewer die zich duidelijk niet ingewerkt heeft in de materie die hij moet, gaat bespreken?
Ik ken de presentator, Jelle Brandt Corstius, van recommandatie n.a.v. de serie van "Van Moskou tot Magadan". Heb indertijd daarop ook delen van dat programma gezien maar was niet geïnteresseerd of rustig genoeg hele afleveringen te zien.
Eerlijk gezegd had ik de naam van de presentator niet eens onthouden tot ik vandaag neerstreek voor "Zomergasten" - d.w.z. ik zit achter mijn pc en luister naar wat er wordt gezegd.
En, ik zei het al, ik wind me op. Een presentator die duidelijk niet weet wat er komt, hoe hij zijn gast moet laten uitpraten, die niet boven zijn programma uitstijgt door knulligheid en misschien wel vanwege een politieke agenda, wie zal het zeggen.
Iemand die na een fragment over de vorige president van de Amerikaanse Bank Alan Greenspan zegt: 'ik hoop dat we nog kijkers hebben', want tjonge jonge - zo is de implicatie - wat was het droog of hoog voor het kijkersvolkje - of voor hem? En woepie wat een langggg fragment...
Is dat niet de essentie van "Zomergasten"? De gasten een caleidoscoop van televisiefragmenten voor te schotelen: van heel kort tot speelfilm-lengte, van komisch tot informatief? En dan graag omlijst met een goede introductie en/of after talk van de gast, daarin op eigen maar liefst enigszins intelligente en aanvullende wijze van clip naar clip begeleid door de presentator.
Het is, zo is bekend, een moeilijke opdracht. Vorig jaar, Margriet Huppeldepup - toen nog aan het begin van haar carrière bij "Opzij" - bakte er ook niet veel van. Dit jaar heeft de presentator de gekozen tv-stukjes niet eens vooraf bekeken. Ik vraag me af: weet hij eigenlijk wel, al is het maar in grote lijnen, waar de clip over gaat? Zo te horen niet.
Van enige algemene ontwikkeling als vertrekpunt om zo'n gesprek dan maar te improviseren lijkt ook geen sprake. Brandt Corstius verbruikt zendtijd door op te merken dat hij niet weet wat een misdienaar is. Onzinnig als de gast dat blijkbaar als 'functie' op zijn c.v. heeft staan en er een aantal R.K. begrafenissen worden bekeken c.q. besproken. Deze meneer heeft duidelijk zijn huiswerk niet gedaan of laten doen. Dat toe te geven voegt niets toe.
Ik weet het niet hoor. Ik wilde "Zomergasten" heel graag interessant vinden, erbij blijven ondanks het feit dat ik me achter mijn pc had verschanst met mijn spelletje. Ik wil dat al een aantal jaren maar steeds ontglipt me te veel van de inhoud. Te vaak irriteer ik me aan de presentatie. Misschien is het programma voor mij wel te hoog of te droog. Toen het over Afrika ging heb ik de tv uitgezet.
Volgende week is Maarten 't Hart de gast. Ik denk dat ik oversla.
Kate
26 juli 2010
Foto's komen van:
http://weblogs.vpro.nl/zomergasten/zomergasten-2010/ - foto Jan Marijnissen
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1397676.ece/Zomergasten_Veel_kunst%2C_geen_wetenschap - foto van Jelle Brandt Corstius
http://www.irvinehousingblog.com/blog/comments/alan-greenspan-embarrasses-self-with-feeble-defense-of-his-failed-poli/ - foto van Alan Greenspan
zondag 25 juli 2010
zaterdag 24 juli 2010
Accepteren
Er zijn van die grote begrippen, uitdrukkingen, woorden die ik telkens weer hoor maar waarvan ik niet begrijp wat het betekent, hoe het moet, op welke wijze het werkt. Loslaten is er een van, iets een plaats geven een ander en acceptatie.
De aansporing - vaak vanuit een spirituele, dare I say: moralistische achtergrond - om toch vooral te accepteren, zonder de redenen te bevragen, te betwijfelen, of te mogen onderzoeken, gaat meestens gepaard zonder handleiding.
Acceptatie is, zo heb ik begrepen, een van de kernwaarden van het Boeddhisme en velen, ook in Nederland, zijn zelfverklaard Boeddhist. Ik niet. Schaar mij maar onder de geloofscategorie 'anders'. En ik, anders als ik ben, weet niet hoe te accepteren.
Ik wil begrijpen. Ik wil horen. Ik wil weten. Dat is, weet ik inmiddels, niet de bedoeling. De redenatie is dat in every life a little rain must fall ofwel het is prima dat niet alles je voor de wind gaat. Waarom vechten tegen iets dat je niet kunt veranderen, dat normaal is en erbij hoort?
Okay, klinkt logisch maar niet alles is normaal, niet alles is 'zoals het hoort', niet alles is zonder pijn en lang niet alles is eerlijk. Kortom, wat als dat beetje regen een orkaan blijkt die je verpulvert en reddeloos, redeloos achterlaat? Moet je dat ook voor lief nemen, schouders ophalen en doorgaan?
Accepteren, kun je dat wel? Ik niet, zelfs niet als die orkaan een briesje is. Ik kan niet alles klakkeloos accepteren. Ik kan niet passief toekijken en niets doen - zeker niet wanneer het onderwerp van acceptatie onder mijn huid zit.
Ik moet altijd denken aan King Lear die ijlend in een woeste storm over de heide zwierf onderwijl de Goden vervloekend om het lot dat hem getroffen had. Van acceptatie had hij nog nooit gehoord en, het moet gezegd, er was ook niemand die hem daartoe aanspoorde.
Dat tieren maakt het niet makkelijker, ik geef het toe en inderdaad schreeuwen, huilen, vloeken zal niets veranderen maar in elk geval laat je je niet als een mak lam naar de slachtbank leiden - zoiets zit erachter.
Het is de onbewuste wens controle te houden over een oncontroleerbare situatie. Dat zal het zijn. Het uiten van machteloosheid - zo'n kutgevoel dat. Hoe kun je in zo'n situatie van wat ik maar even overmacht noem, geloven dat het gebeurde goed is? Dat het ergens toe dient? Dat het beter zal gaan - ooit?
Acceptatie vereist geloof, vertrouwen, zekerheid, overgave in de grotere macht waar je voor moet buigen, graag of niet. Raakt aan verlangens en wensen - het ego zouden spirituelen het noemen.
Het ego, zo is de leer, moet genegeerd worden als de schreeuwende aap die het is. Tja... Bovendien, zo is de aanname, er is altijd een les te leren, een opdracht te vervullen, alles heeft een hoger doel en wie kan daar nu tegen zijn?
Ja, wie is er niet voor verrijking, verdieping? De oplossing - maar dat is het verkeerde woord - de juiste weg - nog enger taalgebruik - is ongetwijfeld inderdaad maar te accepteren wat op ons pad komt.
En dan komen weer die termen: je moet gewoon alle weerstand laten varen, alle woede en onbegrip loslaten en accepteren. Accepteren. Accepteren. Accepteren zul je leren - of je wilt of niet.
Maar hoe doe je dat? Hoe gaat dat? Hoe werkt dat? Hoe begin je er aan?
Gisteravond - eergisteren alweer nu ik dit type - zapte ik en hield stil bij de BBC waar een programma was over hiking in het Lakedistrict 1). Mooie beelden van Engeland. Prachtig Engels weer ook - het regende dat het rookte.
Toen opeens viel dat woord: acceptance. Het regent dat het giet, de volgende - hoe noemen wandelaars dat? - hut is miles away, je zult nat worden, door en door nat. Wat kun je doen? Dit is wat de presentatrice Julia Bradbury erover zei:
'You might as well relax and enjoy whatever comes your way' 1).
Dat is andere koek dan zomaar roepen dat je moet accepteren wat er op je pad belandt. Relax, ontspan je en probeer te genieten van wat je tegenkomt, goed of vervelend, nat of droog.
Je kunt maar beter diep in- en uitademen en met opgeheven hoofd omarmen wat de Goden over je uitstorten. En onthoud: na regen komt zonneschijn en heel misschien zie je een regenboog - zo een met potje goud verstopt aan het einde.
Ik zeg niet dat aanvaarden, accepteren zo makkelijker wordt, dit is nog steeds geen handleiding. Ik blijf het moeilijk vinden maar vond houvast aan of bij het woord relax. Een sympathiek woord met positieve connotaties.
Van de ene minuut op de andere kreeg het begrip accepteren een andere, vriendelijkere, minder dwingende en vreedzamere lading. Ik hoef niet meer te vechten tegen weerstand maar kan gewoon meebuigen - ook een spiritueel bekend gegeven overigens - en omarmen.
Wat een opluchting! Ik hoef niet meer te vechten. Hoef me niet meer dom te voelen omdat ik oprecht niet weet hoe accepteren moet. Ik hoef alleen maar uit te ademen. Ontspan. Laat gaan. Alles komt goed. Na regen komt zonneschijn.
Kate
24 juli 2010
1) Het programma dat ik zag was: Wainwright Walks: Coast to Coast - Gateway to the Lakes.
De foto komt van:
http://www.livefortheoutdoors.com/News-Landing/Search-Results/Features/Your-10-favourite-LFTO-pages-for-2009/
De aansporing - vaak vanuit een spirituele, dare I say: moralistische achtergrond - om toch vooral te accepteren, zonder de redenen te bevragen, te betwijfelen, of te mogen onderzoeken, gaat meestens gepaard zonder handleiding.
Acceptatie is, zo heb ik begrepen, een van de kernwaarden van het Boeddhisme en velen, ook in Nederland, zijn zelfverklaard Boeddhist. Ik niet. Schaar mij maar onder de geloofscategorie 'anders'. En ik, anders als ik ben, weet niet hoe te accepteren.
Ik wil begrijpen. Ik wil horen. Ik wil weten. Dat is, weet ik inmiddels, niet de bedoeling. De redenatie is dat in every life a little rain must fall ofwel het is prima dat niet alles je voor de wind gaat. Waarom vechten tegen iets dat je niet kunt veranderen, dat normaal is en erbij hoort?
Okay, klinkt logisch maar niet alles is normaal, niet alles is 'zoals het hoort', niet alles is zonder pijn en lang niet alles is eerlijk. Kortom, wat als dat beetje regen een orkaan blijkt die je verpulvert en reddeloos, redeloos achterlaat? Moet je dat ook voor lief nemen, schouders ophalen en doorgaan?
Accepteren, kun je dat wel? Ik niet, zelfs niet als die orkaan een briesje is. Ik kan niet alles klakkeloos accepteren. Ik kan niet passief toekijken en niets doen - zeker niet wanneer het onderwerp van acceptatie onder mijn huid zit.
Ik moet altijd denken aan King Lear die ijlend in een woeste storm over de heide zwierf onderwijl de Goden vervloekend om het lot dat hem getroffen had. Van acceptatie had hij nog nooit gehoord en, het moet gezegd, er was ook niemand die hem daartoe aanspoorde.
Dat tieren maakt het niet makkelijker, ik geef het toe en inderdaad schreeuwen, huilen, vloeken zal niets veranderen maar in elk geval laat je je niet als een mak lam naar de slachtbank leiden - zoiets zit erachter.
Het is de onbewuste wens controle te houden over een oncontroleerbare situatie. Dat zal het zijn. Het uiten van machteloosheid - zo'n kutgevoel dat. Hoe kun je in zo'n situatie van wat ik maar even overmacht noem, geloven dat het gebeurde goed is? Dat het ergens toe dient? Dat het beter zal gaan - ooit?
Acceptatie vereist geloof, vertrouwen, zekerheid, overgave in de grotere macht waar je voor moet buigen, graag of niet. Raakt aan verlangens en wensen - het ego zouden spirituelen het noemen.
Het ego, zo is de leer, moet genegeerd worden als de schreeuwende aap die het is. Tja... Bovendien, zo is de aanname, er is altijd een les te leren, een opdracht te vervullen, alles heeft een hoger doel en wie kan daar nu tegen zijn?
Ja, wie is er niet voor verrijking, verdieping? De oplossing - maar dat is het verkeerde woord - de juiste weg - nog enger taalgebruik - is ongetwijfeld inderdaad maar te accepteren wat op ons pad komt.
En dan komen weer die termen: je moet gewoon alle weerstand laten varen, alle woede en onbegrip loslaten en accepteren. Accepteren. Accepteren. Accepteren zul je leren - of je wilt of niet.
Maar hoe doe je dat? Hoe gaat dat? Hoe werkt dat? Hoe begin je er aan?
Gisteravond - eergisteren alweer nu ik dit type - zapte ik en hield stil bij de BBC waar een programma was over hiking in het Lakedistrict 1). Mooie beelden van Engeland. Prachtig Engels weer ook - het regende dat het rookte.
Toen opeens viel dat woord: acceptance. Het regent dat het giet, de volgende - hoe noemen wandelaars dat? - hut is miles away, je zult nat worden, door en door nat. Wat kun je doen? Dit is wat de presentatrice Julia Bradbury erover zei:
'You might as well relax and enjoy whatever comes your way' 1).
Dat is andere koek dan zomaar roepen dat je moet accepteren wat er op je pad belandt. Relax, ontspan je en probeer te genieten van wat je tegenkomt, goed of vervelend, nat of droog.
Je kunt maar beter diep in- en uitademen en met opgeheven hoofd omarmen wat de Goden over je uitstorten. En onthoud: na regen komt zonneschijn en heel misschien zie je een regenboog - zo een met potje goud verstopt aan het einde.
Ik zeg niet dat aanvaarden, accepteren zo makkelijker wordt, dit is nog steeds geen handleiding. Ik blijf het moeilijk vinden maar vond houvast aan of bij het woord relax. Een sympathiek woord met positieve connotaties.
Van de ene minuut op de andere kreeg het begrip accepteren een andere, vriendelijkere, minder dwingende en vreedzamere lading. Ik hoef niet meer te vechten tegen weerstand maar kan gewoon meebuigen - ook een spiritueel bekend gegeven overigens - en omarmen.
Wat een opluchting! Ik hoef niet meer te vechten. Hoef me niet meer dom te voelen omdat ik oprecht niet weet hoe accepteren moet. Ik hoef alleen maar uit te ademen. Ontspan. Laat gaan. Alles komt goed. Na regen komt zonneschijn.
Kate
24 juli 2010
1) Het programma dat ik zag was: Wainwright Walks: Coast to Coast - Gateway to the Lakes.
De foto komt van:
http://www.livefortheoutdoors.com/News-Landing/Search-Results/Features/Your-10-favourite-LFTO-pages-for-2009/
Labels: ketens, kneuterigheid
kneuterigheid,
Shakespeare,
spiritualiteit
donderdag 22 juli 2010
Over aubergines en dinosaurussen
De foto's zijn al dagen oud, ik weet niet eens hoeveel dagen. De tijd gaat zo snel, er is zoveel anders dat voorgaat, er zitten maar 24 uur in een dag en het blog, dit blog - ach, hoe belangrijk is het nu eenmaal in the scheme of things?
Toch, telkens als ik weer nieuwe foto's nam, van dat wat ik mijn landgoed noem: de aangevreten kool of die mooie rode bloem of van de nieuwe zinnia die bloeide, dan kwam ik ze weer tegen: de plaatjes van de aubergineplanten bij mijn moeder.
Zij heeft er vijf staan. Ze zijn alle vijf anders, anders ook dan de ene plant die ik gehouden heb. Het zijn zes kinderen uit hetzelfde gezin, hetzelfde zaadpakje, dezelfde opvoeding maar ze groeien op tot echte individuutjes.
Ik type en mijn woorden rollen op het scherm maar het is niet wat ik wilde vertellen, wat me opviel en opvalt steeds als ik de planten zie. Gek hoe moeilijk het soms is jezelf te verwoorden.
Laat ik het maar gewoon zeggen. Deze planten doen me denken aan dinosaurussen. De schubbige stelen van de bloemen, van bloemresten waar ik wonder boven wonder het begin van een vrucht waarnam: een glanzend zwart knopje.
Stelen als poten - verder gaat de vergelijking niet en daarmee gaat ze mank maar telkens weer denk ik aan dinosaurussen. Ik zou onderzoek willen plegen naar de aubergine.
Waar komt ze vandaan? Hoelang kennen 'we' haar al. Is er een link met de dierenwereld? Zijn planten en dieren verwant, anders dan in spirituele, goddelijke zin?
Wat ik vond toen ik even heel kort de tijd nam, ergens diep in een van die te korte nachten, was dat de aubergine al heel lang bekend is. Ik raakte verward, verstrikt in de AD's en BC's van de diverse sites die ik opende maar het lijkt erop dat ze is beschreven vanaf of zelfs van voor de middeleeuwen.
Onderzoek, dat is mijn ervaring en werd wederom bevestigd tijdens mijn oppervlakkige gang over het internet die nacht, leidt tot nieuwe vragen zoals wanneer stierven de laatste dinosaurus-achtige uit?
Een simpele vraag, net als dat van de betekenis van AD en BC maar het was te laat, er zijn andere prioriteiten en wil je eigenlijk de mystiek die je nu rondom deze plant hebt geweven echt wel ontrafelen, verstoren, vernietigen?
Hoe dan ook, er is momenteel even geen gelegenheid mij met dit super-interessante vraagstuk bezig te houden. Maar het broeit en borrelt en laat me niet los dus ik zal er ongetwijfeld op een later tijdstip op terugkomen.
Kate
21 juli 2010
Toch, telkens als ik weer nieuwe foto's nam, van dat wat ik mijn landgoed noem: de aangevreten kool of die mooie rode bloem of van de nieuwe zinnia die bloeide, dan kwam ik ze weer tegen: de plaatjes van de aubergineplanten bij mijn moeder.
Zij heeft er vijf staan. Ze zijn alle vijf anders, anders ook dan de ene plant die ik gehouden heb. Het zijn zes kinderen uit hetzelfde gezin, hetzelfde zaadpakje, dezelfde opvoeding maar ze groeien op tot echte individuutjes.
Ik type en mijn woorden rollen op het scherm maar het is niet wat ik wilde vertellen, wat me opviel en opvalt steeds als ik de planten zie. Gek hoe moeilijk het soms is jezelf te verwoorden.
Laat ik het maar gewoon zeggen. Deze planten doen me denken aan dinosaurussen. De schubbige stelen van de bloemen, van bloemresten waar ik wonder boven wonder het begin van een vrucht waarnam: een glanzend zwart knopje.
Stelen als poten - verder gaat de vergelijking niet en daarmee gaat ze mank maar telkens weer denk ik aan dinosaurussen. Ik zou onderzoek willen plegen naar de aubergine.
Waar komt ze vandaan? Hoelang kennen 'we' haar al. Is er een link met de dierenwereld? Zijn planten en dieren verwant, anders dan in spirituele, goddelijke zin?
Wat ik vond toen ik even heel kort de tijd nam, ergens diep in een van die te korte nachten, was dat de aubergine al heel lang bekend is. Ik raakte verward, verstrikt in de AD's en BC's van de diverse sites die ik opende maar het lijkt erop dat ze is beschreven vanaf of zelfs van voor de middeleeuwen.
Onderzoek, dat is mijn ervaring en werd wederom bevestigd tijdens mijn oppervlakkige gang over het internet die nacht, leidt tot nieuwe vragen zoals wanneer stierven de laatste dinosaurus-achtige uit?
Een simpele vraag, net als dat van de betekenis van AD en BC maar het was te laat, er zijn andere prioriteiten en wil je eigenlijk de mystiek die je nu rondom deze plant hebt geweven echt wel ontrafelen, verstoren, vernietigen?
Hoe dan ook, er is momenteel even geen gelegenheid mij met dit super-interessante vraagstuk bezig te houden. Maar het broeit en borrelt en laat me niet los dus ik zal er ongetwijfeld op een later tijdstip op terugkomen.
Kate
21 juli 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
geschiedenis,
kneuterigheid,
moestuin
dinsdag 20 juli 2010
Zomer in de keuken
Zomer in de supermarkt, het is er bijna te koud als je er bijna naakt - nou ja, uhm, in een luchtig zonnejurkje doorheen loopt. Ik kocht lekker dingetjes, bekend en nog niet bekend.
Een super-de-luxe watertandend lekkere (denk ik, hoop ik) citroen olijfolie - nog geen idee wat ermee te doen: iets met vis of met verse sla van het landgoed. Of zal ik hem weggeven als cadeautje? Om eerlijk te zijn daartoe had ik hem gekocht maar bij nader inzien geef ik dit flesje misschien wel cadeau aan mezelf.
Gemberwortel, hoe lang heb ik die al niet meer in huis gehad? In Londen was hij vaste gast in mijn keuken maar hier in Nederland ligt hij nog steeds niet voor het grijpen in de schappen, of misschien wel maar kijk ik erover heen of hij is me te duur of de kwaliteit bevalt me niet, of... Ik kook anders hier. Dat sowieso.
In elk huis kook ik anders, andere gerechten - dat heeft natuurlijk ook invloed op het boodschappen doen. Ik winkel ook anders - in elk huis merk ik hoe de buurt, de winkels of markten van belang zijn. Bovenal, maar hoe dat ik kan ik niet duiden, heeft het met mij te maken. Met mijn mood, state of mind, energie- en creativiteitsniveaus en ook voor wie en met wie je kookt.
In mijn huidige woning kook ik minder graag, minder geïnspireerd. Vaker dan ooit heb ik er helemaal geen zin in. Misschien omdat ik voor het eerst in mijn leven een open keuken heb, omdat er weinig kastruimte is en niet veel werkblad. Eten blijft echter leuk - dat zal vast wel een verkeerde benadering van voedsel zijn maar zo zie ik het toch. Een mooie supermarkt bezoeken is een uitje.
Mijn ogen straalden, het speeksel joeg door mijn mond toen ik die heerlijke sinaasappeljam tegenkwam. Ik verkoos dit potje boven de marmelades die er ook waren. Als ik al marmelade zou kopen dan moet het hele fijne stukjes sinaasappelschil bevatten en vooral niet te bitter smaken. De pot mag niet te groot zijn want zoveel jam eet ik nu ook weer niet. Dit potje was net goed en de smaak voldoet aan al mijn criteria: een goede aankoop dus!
Nu lijkt het, als je naar de foto kijkt, of ik een groot fan van sinaasappeldingen ben en dat is niet waar. De ontbijtkoek met sinaasappel en abrikoos had ik al eens eerder gekocht en, hoewel iets aan de zoete kant, beviel hij mij. Zeker nu de fabrikant van de volkorenkoek die ik altijd standaard in huis had, de smaak en verpakking ongunstig gewijzigd heeft ben ik 'in' voor elk redelijk alternatief. En daarom belandde deze koek opnieuw in mijn mandje.
Nu ik dit type bedenk ik me dat ik ook het blikje baked beans had willen fotograferen. Vergeten! Witte bonen in tomatensaus van Heinz. Zo'n multifunctioneel product dat mijn kleine aahaatje niet verkoopt en dat dus ook een hele tijd niet in mijn kastje stond. Cooked breakfast als avondmaal, ik deed het regelmatig in de U.K., kan niet zonder. Of gewoon op toast maar wel met blokjes kaas en een paprika erdoor - heerlijk!
En zo ontstaat er vanzelf weer inspiratie op kookgebied. Ik maakte een heerlijke stirfry met kip en Chinese kool en verse gember. De eerste dag met rijst, de volgende dag met mie en het eerste spaanse pepertje van een van de 'logeerplanten' op het terras van mijn moeder.
Ik plukte er ook de eerste okra. Mijn okra plant doet het niet en bij mijn moeder is het beeld wisselend. Vandaag bloeide een van haar okra planten. Een prachtige bloem! Jammer genoeg had ik mijn camera niet bij mij. De dikke okrapeul - heet het zo? - was mij te taai toen ik hem opensneed maar het kleintje gebruikte ik in mijn gerecht en smaakte zoals okra moet smaken.
Kate
20 juli 2010
Een super-de-luxe watertandend lekkere (denk ik, hoop ik) citroen olijfolie - nog geen idee wat ermee te doen: iets met vis of met verse sla van het landgoed. Of zal ik hem weggeven als cadeautje? Om eerlijk te zijn daartoe had ik hem gekocht maar bij nader inzien geef ik dit flesje misschien wel cadeau aan mezelf.
Gemberwortel, hoe lang heb ik die al niet meer in huis gehad? In Londen was hij vaste gast in mijn keuken maar hier in Nederland ligt hij nog steeds niet voor het grijpen in de schappen, of misschien wel maar kijk ik erover heen of hij is me te duur of de kwaliteit bevalt me niet, of... Ik kook anders hier. Dat sowieso.
In elk huis kook ik anders, andere gerechten - dat heeft natuurlijk ook invloed op het boodschappen doen. Ik winkel ook anders - in elk huis merk ik hoe de buurt, de winkels of markten van belang zijn. Bovenal, maar hoe dat ik kan ik niet duiden, heeft het met mij te maken. Met mijn mood, state of mind, energie- en creativiteitsniveaus en ook voor wie en met wie je kookt.
In mijn huidige woning kook ik minder graag, minder geïnspireerd. Vaker dan ooit heb ik er helemaal geen zin in. Misschien omdat ik voor het eerst in mijn leven een open keuken heb, omdat er weinig kastruimte is en niet veel werkblad. Eten blijft echter leuk - dat zal vast wel een verkeerde benadering van voedsel zijn maar zo zie ik het toch. Een mooie supermarkt bezoeken is een uitje.
Mijn ogen straalden, het speeksel joeg door mijn mond toen ik die heerlijke sinaasappeljam tegenkwam. Ik verkoos dit potje boven de marmelades die er ook waren. Als ik al marmelade zou kopen dan moet het hele fijne stukjes sinaasappelschil bevatten en vooral niet te bitter smaken. De pot mag niet te groot zijn want zoveel jam eet ik nu ook weer niet. Dit potje was net goed en de smaak voldoet aan al mijn criteria: een goede aankoop dus!
Nu lijkt het, als je naar de foto kijkt, of ik een groot fan van sinaasappeldingen ben en dat is niet waar. De ontbijtkoek met sinaasappel en abrikoos had ik al eens eerder gekocht en, hoewel iets aan de zoete kant, beviel hij mij. Zeker nu de fabrikant van de volkorenkoek die ik altijd standaard in huis had, de smaak en verpakking ongunstig gewijzigd heeft ben ik 'in' voor elk redelijk alternatief. En daarom belandde deze koek opnieuw in mijn mandje.
Nu ik dit type bedenk ik me dat ik ook het blikje baked beans had willen fotograferen. Vergeten! Witte bonen in tomatensaus van Heinz. Zo'n multifunctioneel product dat mijn kleine aahaatje niet verkoopt en dat dus ook een hele tijd niet in mijn kastje stond. Cooked breakfast als avondmaal, ik deed het regelmatig in de U.K., kan niet zonder. Of gewoon op toast maar wel met blokjes kaas en een paprika erdoor - heerlijk!
Spaanse peper |
Okra |
Kate
20 juli 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
kneuterigheid,
koken,
moestuin,
winkelen
maandag 19 juli 2010
Op de verjaardag van Brian May
Far, far from the light
Hear the night creatures call
With the cold breath they howl
All the hollow hours they're calling you
I'll be there
No matter what you're going through
In the dark I care
I'm holding on, I'm hoping on
It's still the same old me inside
Back to the light - 1)
Hear the night creatures call
With the cold breath they howl
All the hollow hours they're calling you
I'll be there
No matter what you're going through
In the dark I care
I'm holding on, I'm hoping on
It's still the same old me inside
Back to the light - 1)
Al sinds jaar en dag ben ik fan van Brian May. Ik zag hem tientallen keren met Queen, solo en met anderen na het overlijden van Freddie Mercury.
Ten tijde van de "Back to the Light" tour woonde ik in Manchester, daar zag ik hem in The Apollo. Ik stond op de eerste rij en had contact - een heel bijzonder moment.
Een paar maanden later, in november was ik in Nederland en reed samen met mijn broer naar Düsseldorf om Brian May en zijn band, met daarin o.a. de fenomenale Cozy Powell, nog een keer te zien optreden.
Het was eind 1993 en de poster in groot formaat van de albumhoes van Back to the Light vulde de lege, smoezelige muur boven mijn bed in het huis dat ik deelde met twee andere studentes.
Het lijkt, het is zo lang geleden. Nog steeds volg ik Brian May. Een paar weken geleden was er zelfs opnieuw even contact. Onverwacht. Apart. Bijzonder. Ik heb diep respect voor deze man.
Vandaag is hij jarig.
Kate
19 juli 2010
1) "Back to the light", lyrics and music: Brian May, 1992
De foto van de albumhoes komt van:
http://discotecaxaranga.com/popup_image.php?pID=606648&osCsid=0dd61d65c256d75114e7c93ccb3185cf
Labels: ketens, kneuterigheid
Back to the Light,
Brian May,
Freddie Mercury,
kneuterigheid,
Queen,
tekst
Merel in Londen - 7. Offer
7. Offer
Opnieuw betrad ik de woonkamer van mijn meester aan de hand van K. Zij was gehuld in een zwart doorschijnend gewaad dat aan haar polsen en hals was vastgemaakt met kettinkjes. Naakt en toch weer niet. In mijn ogen was het een kostuumpje. Maar mijn ogen waren gericht naar de vloer en mijn gedachten waren bij hem en niet bij haar. Terwijl hij zich met mij bezig hield liep K. naar de schoorsteenmantel.
‘Kijk naar je zusje, kijk hoe mooi ze daar staat met haar kontje naar achteren. Kijk die lijnen van haar lichaam. Ben je er niet trots op haar zusje te zijn.’
Wiegelend met haar kontje en leunend op de schouw was ze een slavin om trots op te zijn. Ik keek en zag een vrouw die druk bezig was zich te profileren voor het geval haar geliefde haar zou vergeten en ik zag angst in haar ogen. Dus toch...
Geen seconde heb ik er over nagedacht hoe de toekomst eruit zou zien. De dag van morgen bestond niet en zelden ben ik zo in het hier en nu gebleven als toen. Hij zette me vast in een nis van de kamer. Armen en benen gespreid met mijn rug naar K. en mijn meester die op de bank achter mij zachtjes met elkaar praatten. Niet zacht genoeg.
‘Zie je wel,’ zei hij, ‘ik zei toch dat het goed zou gaan.’
Haar antwoord kon ik niet verstaan.
Vastgezet voor een manshoge spiegel zag ik mezelf. Verhit gezicht zoals ik zo vaak heb, mooie hold-ups in prachtige pumps. Een lichaam op zijn best, iets gestrekt en toch ontspannen in een stand die passend was voor een slavin als ik. De tijd verstreek. Ik begon onrustig te worden.
‘Oh, ze heeft aandacht nodig. Is ongeduldig. Weet je nog de tijd dat je mij daar neerzette en vertrok. Uren later kwam je terug.’
Hij bromde instemmend.
Ik was niet meer zo nat toen hij mij losmaakte en aan de ketting meevoerde naar de bank. Ik bediende hem op de diverse manieren die Mannen van slavinnen verwachten en hij was tevreden. Nu mocht zij zich met mij bezighouden. Hij liet ons alleen.
‘Stop.’
Ik was niet nat meer maar zij voelde het niet. Ze ging gewoon door. Ik lag op een langwerpige voetenbank van donkerbruin leer, mijn enkels en polsen aan de pootjes gebonden. Ze stopte niet.
‘Stop’, luider dit keer. Ze stopte.
Hij kwam de kamer in vanaf de veranda waar hij zich had teruggetrokken. ‘Hoorde ik je wat zeggen?’
Ik knikte.
‘Je weet wat dit betekent.’
Ja, dat wist ik. Zij maakte me los. Zes of zeven regels op een stuk papier en een paar mondelinge afspraken. Toen ik aangekleed was vond ik hem op de veranda.
‘Wat is er gebeurd.’
‘Ik weet het niet.’
Hij keek me aan. Een aardige rustige man.
‘Kan ik wat voor je doen?’ verbeeld ik het mij of heeft hij dat echt gevraagd? ‘Nee, dank je wel.’
We praatten nog wat over het huis en haar ligging aan The Thames tot de taxi er was. Hoe we afscheid genomen hebben weet ik niet meer. Kay bracht me naar de voordeur. Ze gaf me namens hem geld voor de taxi naar huis. Verdoofd heb ik thuis een heet bad klaargemaakt. Daar heb ik in gelegen tot het koud was en zelfs bijvullen met warm water niet meer hielp.
De volgende dag was het zondag en ik liep langs het kanaal naar Regents Park en hoopte dat zij hem nog lang gelukkig kon maken. Meer dan twintig jaar was zij zijn slavin. Daar kon en mocht ik niet tussen komen.
‘Het gebruik van het woord “stop” betekent onmiddellijke staking van activiteiten en het onvoorwaardelijk verbreken van contact.’
‘Stop.’
Ik wist wat ik zei toen ik het zei. Ongepland, niet met voorbedachten rade, maar welbewust op het moment dat zij te gulzig, te gretig onze afspraak verbrak. Hij was mijn meester, zij nooit mijn zusje.
Kate
18 juli 2010
Opnieuw betrad ik de woonkamer van mijn meester aan de hand van K. Zij was gehuld in een zwart doorschijnend gewaad dat aan haar polsen en hals was vastgemaakt met kettinkjes. Naakt en toch weer niet. In mijn ogen was het een kostuumpje. Maar mijn ogen waren gericht naar de vloer en mijn gedachten waren bij hem en niet bij haar. Terwijl hij zich met mij bezig hield liep K. naar de schoorsteenmantel.
‘Kijk naar je zusje, kijk hoe mooi ze daar staat met haar kontje naar achteren. Kijk die lijnen van haar lichaam. Ben je er niet trots op haar zusje te zijn.’
Wiegelend met haar kontje en leunend op de schouw was ze een slavin om trots op te zijn. Ik keek en zag een vrouw die druk bezig was zich te profileren voor het geval haar geliefde haar zou vergeten en ik zag angst in haar ogen. Dus toch...
Geen seconde heb ik er over nagedacht hoe de toekomst eruit zou zien. De dag van morgen bestond niet en zelden ben ik zo in het hier en nu gebleven als toen. Hij zette me vast in een nis van de kamer. Armen en benen gespreid met mijn rug naar K. en mijn meester die op de bank achter mij zachtjes met elkaar praatten. Niet zacht genoeg.
‘Zie je wel,’ zei hij, ‘ik zei toch dat het goed zou gaan.’
Haar antwoord kon ik niet verstaan.
Vastgezet voor een manshoge spiegel zag ik mezelf. Verhit gezicht zoals ik zo vaak heb, mooie hold-ups in prachtige pumps. Een lichaam op zijn best, iets gestrekt en toch ontspannen in een stand die passend was voor een slavin als ik. De tijd verstreek. Ik begon onrustig te worden.
‘Oh, ze heeft aandacht nodig. Is ongeduldig. Weet je nog de tijd dat je mij daar neerzette en vertrok. Uren later kwam je terug.’
Hij bromde instemmend.
Ik was niet meer zo nat toen hij mij losmaakte en aan de ketting meevoerde naar de bank. Ik bediende hem op de diverse manieren die Mannen van slavinnen verwachten en hij was tevreden. Nu mocht zij zich met mij bezighouden. Hij liet ons alleen.
‘Stop.’
Ik was niet nat meer maar zij voelde het niet. Ze ging gewoon door. Ik lag op een langwerpige voetenbank van donkerbruin leer, mijn enkels en polsen aan de pootjes gebonden. Ze stopte niet.
‘Stop’, luider dit keer. Ze stopte.
Hij kwam de kamer in vanaf de veranda waar hij zich had teruggetrokken. ‘Hoorde ik je wat zeggen?’
Ik knikte.
‘Je weet wat dit betekent.’
Ja, dat wist ik. Zij maakte me los. Zes of zeven regels op een stuk papier en een paar mondelinge afspraken. Toen ik aangekleed was vond ik hem op de veranda.
‘Wat is er gebeurd.’
‘Ik weet het niet.’
Hij keek me aan. Een aardige rustige man.
‘Kan ik wat voor je doen?’ verbeeld ik het mij of heeft hij dat echt gevraagd? ‘Nee, dank je wel.’
We praatten nog wat over het huis en haar ligging aan The Thames tot de taxi er was. Hoe we afscheid genomen hebben weet ik niet meer. Kay bracht me naar de voordeur. Ze gaf me namens hem geld voor de taxi naar huis. Verdoofd heb ik thuis een heet bad klaargemaakt. Daar heb ik in gelegen tot het koud was en zelfs bijvullen met warm water niet meer hielp.
De volgende dag was het zondag en ik liep langs het kanaal naar Regents Park en hoopte dat zij hem nog lang gelukkig kon maken. Meer dan twintig jaar was zij zijn slavin. Daar kon en mocht ik niet tussen komen.
‘Het gebruik van het woord “stop” betekent onmiddellijke staking van activiteiten en het onvoorwaardelijk verbreken van contact.’
‘Stop.’
Ik wist wat ik zei toen ik het zei. Ongepland, niet met voorbedachten rade, maar welbewust op het moment dat zij te gulzig, te gretig onze afspraak verbrak. Hij was mijn meester, zij nooit mijn zusje.
Kate
18 juli 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Merel in Londen,
verhalen
zondag 18 juli 2010
Bloem in bondage
Juffertje-in-het-groen heet deze bloem. Ze doet me denken aan een bloem in bondage. Over deze fraaie bloem en ander groen c.q. groentes blog ik op Kates Landgoed.
Kate
18 juli 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
bloemen,
kneuterigheid,
moestuin
vrijdag 16 juli 2010
Merel in Londen - 6. Regels en rituelen
6. Regels en rituelen
Ik heb mij in zijn nabijheid nooit een seconde ongemakkelijk gevoeld. Vanaf de ontmoeting in Bakerstreet tot het afscheid op zijn veranda aan de rivier The Thames was ons contact niets anders dan vanzelfsprekend. Waar ik me bij dates wel bezondig aan blozen, teveel kletsen, niets zeggen, stuntelen, verlegen of juist dominant gedrag was ik bij hem gewoon mezelf en op mijn plaats.
‘Kijk me aan Merel.’
Ik keek op, hij zat inmiddels op de punt van de tafel. Ogen – ik ben geen poëet, kan geen mooie omschrijving geven van zijn diepe donkere liefdevolle vastberaden en goedkeurende blik. Wij keken elkaar aan.
‘Wat zijn de regels?’
De ban verbroken zal dit wel het moment zijn geweest mijn ogen weer neer te slaan. Ik zweeg.
‘De regels, Merel.’
Zes of zeven regels op een stuk papier over aanspreektitels, oogopslag, het gebod te zwijgen tenzij aangesproken – dat zijn er drie. Ik kon ze ook toen niet uit mijn hoofd en in de goede volgorde opnoemen.
‘Je hebt ze niet uit je hoofd geleerd.’
‘Nee mijnheer, het spijt me mijnheer.’
‘Zijn mijn regels niet belangrijk voor je?’
‘Jawel mijnheer.’
‘De volgende keer ken je ze uit je hoofd Merel, begrepen?’
‘Ja mijnheer.’
Deze Sir in zijn huis aan The Thames had geen opdracht gegeven de regels uit mijn hoofd te leren. Toch had ik begrepen dat dat van mij verlangd werd en ik had ook echt een halve poging daartoe ondernomen. Het was niet voldoende. Bijlange na niet. Maar het strafinstrument op de tafel gebruikte hij niet. Natuurlijk niet. Daar ging het immers niet om. Het ging niet om staf voor een endorfine rush.
‘K. zal je het huis laten zien en vertellen wat je weten moet.’
Ik liep achter K. aan die me dit keer niet aan de hand nam. Ze liet me de slaapkamer zien met haar vibrators in het laatje van het nachtkastje. De gangkast met de emmers en de zwabbers. In de keuken wees ze me waar de thee stond en hoe Sir die graag dronk. Vervolgens waren we enige tijd in de badkamer annex toilet waar ze me voordeed hoe Sir wilde dat zijn slavin op de pot zat terwijl hij urineerde. Ze vertelde waar de diverse handdoeken voor gebruikt werden en gaf uitleg over het gebruik van de douche en andere huishoudelijke zaken.
Een huis met regels en rituelen. Sommige bekend als vanuit een oerinstinct dat is overgeleverd door de eeuwen heen aan hen die slavin zijn, sommige volstrekt nieuw. Op een ander moment, op een andere plaats zou ik wellicht vragen naar het hoe en het waarom of het waartoe maar daar, in dat huis aan The Thames aanvaardde ik alles als een gegeven.
Ik heb mij in zijn nabijheid nooit een seconde ongemakkelijk gevoeld. Vanaf de ontmoeting in Bakerstreet tot het afscheid op zijn veranda aan de rivier The Thames was ons contact niets anders dan vanzelfsprekend. Waar ik me bij dates wel bezondig aan blozen, teveel kletsen, niets zeggen, stuntelen, verlegen of juist dominant gedrag was ik bij hem gewoon mezelf en op mijn plaats.
‘Kijk me aan Merel.’
Ik keek op, hij zat inmiddels op de punt van de tafel. Ogen – ik ben geen poëet, kan geen mooie omschrijving geven van zijn diepe donkere liefdevolle vastberaden en goedkeurende blik. Wij keken elkaar aan.
‘Wat zijn de regels?’
De ban verbroken zal dit wel het moment zijn geweest mijn ogen weer neer te slaan. Ik zweeg.
‘De regels, Merel.’
Zes of zeven regels op een stuk papier over aanspreektitels, oogopslag, het gebod te zwijgen tenzij aangesproken – dat zijn er drie. Ik kon ze ook toen niet uit mijn hoofd en in de goede volgorde opnoemen.
‘Je hebt ze niet uit je hoofd geleerd.’
‘Nee mijnheer, het spijt me mijnheer.’
‘Zijn mijn regels niet belangrijk voor je?’
‘Jawel mijnheer.’
‘De volgende keer ken je ze uit je hoofd Merel, begrepen?’
‘Ja mijnheer.’
Deze Sir in zijn huis aan The Thames had geen opdracht gegeven de regels uit mijn hoofd te leren. Toch had ik begrepen dat dat van mij verlangd werd en ik had ook echt een halve poging daartoe ondernomen. Het was niet voldoende. Bijlange na niet. Maar het strafinstrument op de tafel gebruikte hij niet. Natuurlijk niet. Daar ging het immers niet om. Het ging niet om staf voor een endorfine rush.
‘K. zal je het huis laten zien en vertellen wat je weten moet.’
Ik liep achter K. aan die me dit keer niet aan de hand nam. Ze liet me de slaapkamer zien met haar vibrators in het laatje van het nachtkastje. De gangkast met de emmers en de zwabbers. In de keuken wees ze me waar de thee stond en hoe Sir die graag dronk. Vervolgens waren we enige tijd in de badkamer annex toilet waar ze me voordeed hoe Sir wilde dat zijn slavin op de pot zat terwijl hij urineerde. Ze vertelde waar de diverse handdoeken voor gebruikt werden en gaf uitleg over het gebruik van de douche en andere huishoudelijke zaken.
Een huis met regels en rituelen. Sommige bekend als vanuit een oerinstinct dat is overgeleverd door de eeuwen heen aan hen die slavin zijn, sommige volstrekt nieuw. Op een ander moment, op een andere plaats zou ik wellicht vragen naar het hoe en het waarom of het waartoe maar daar, in dat huis aan The Thames aanvaardde ik alles als een gegeven.
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Merel in Londen,
verhalen
woensdag 14 juli 2010
Lezen in Larsson
Eerst wilde ik helemaal niets schrijven, het beeld van de foto voor zich laten spreken.
Ik liet het moment voorbij gaan, blogte - nee, het is blogde volgens het kofschip en volgens de spellingscontrole die het soms wel en soms niet doet. Ik schreef wel maar niet over het boek dat ik lees.
Poog te lezen en onderwijl proberen te begrijpen wat er nu zo geweldig is aan de "Millennium Trilogie". Voor mij ligt deel 1. Ik lees in het Engels en in het Engels heet het "The Girl with the Dragon Tattoo". Tot dusver zegt die titel mij niets.
De Nederlandse vertaling: "Mannen die vrouwen haten", makes sense though en dat komt doordat ik gebladerd heb. Eigenlijk kan ik met deze opmerking mijn blog voor vandaag stoppen. U weet genoeg. Ik heb gebladerd. I'm not hooked. Ik ben niet verkocht of voldoende ingezogen in het verhaal.
Laat ik zeggen dat ik een moeilijk lezer ben. Vreselijk vaak kunnen boeken, Engelse maar vooral ook Nederlandse romans mij niet boeien. Misschien zal ik ooit eens een lijstje van mislukte leespogingen maken. Misschien biedt dat kostelijk leesvermaak. Maar terug naar mijn meest recente poging.
Ik heb het lang uitgesteld. Ik denk dat ik al in 2008 hoorde over dit boek. Een Nederlandse woonachtig in Noorwegen had mij erop attent gemaakt. Zij vroeg of ik het kende, misschien was het later dan 2008 want de hype had mij, zelfs mij bereikt dus ik had erover gehoord.
Natuurlijk, zo gaat het altijd, je hoort ergens over en prompt kom je het overal tegen. Bizar. Ik kocht niet. Ik bladerde. Ik woog af: Nederlands of Engels. Als ik Zweeds zou lezen zou ik het in het Zweeds lezen. Ik probeerde te bepalen wat de betere vertaling zou zijn. Wat het prettigste zou lezen. Ik kwam er niet uit.
Ik vond de openingspagina fascinerend, dat wel maar niet genoeg om te kopen. Van deel 2: "The Girl who played with Fire" vond ik de eerste zin intrigerender. Logisch als die beschrijft hoe een meisje, een jonge vrouw of vrouw vastgebonden ligt 'to a narrow bed with a steel frame' 1.
Wow, een SM setting zomaar neergekwakt, samengevat in de drie regels die de eerste alinea vormt? Ik was bijna geneigd deel 2 te kopen en daarna te besluiten over een eventuele vervolgaankoop. Ook dat deed ik niet. Mijn verjaardag kwam en er werd gevraagd of ik deel 1 wilde krijgen als cadeau, ik weigerde.
En nu heb ik dan, dankzij een aanbieding en een gemoedstoestand die afstand, dus een zekere onverschilligheid, en excitement over de ontdekking van een ander boek combineerde. Opeens had ik zoiets van: vooruit, doe het gewoon. Bestel het met de andere boeken, als dit tegenvalt heb je in elk geval alternatief leeswerk voorhanden.
Ik ben aanbeland op bladzijde 107, het begin van hoofdstuk 7 en ik ken de ontknoping van het mysterie in grote lijnen. Toen ik gisteren bladerde, belandde ik direct al bij de oplossing van het raadsel. Toeval bestaat niet, of wel? En vandaag heb ik verder gebladerd. Ik denk dat ik in grote lijnen weet hoe het plot zich zal ontvouwen.
Dit gedrag, dit ongeduldige, niet betrokken, ongeïnteresseerde, zelfs respectloze leesgedrag zegt vast meer over mij dan over de schrijver. Immers, hoe kan mijn zienswijze at odds zijn met die van zovelen die het boek - de boeken maanden, jarenlang al in de bestsellers top 10 houden.
Natuurlijk, de voortijdige dood van de auteur speelt daarin een rol, de hype die ongetwijfeld hiermee verband houdt ook. Maar toch... Waarom roemt 'men' dit boek terwijl ik verveeld bladder, vooruit lees, het boek wegleg en zelfs met enige vermoeidheid bedenk of ik nog wel door wil lezen.
Ik irriteer me aan de annotatie - of hoe moet ik het noemen - onder de hoofdstuknummering. Wat betekent: 'Friday, 3.i' 2? Als altijd verdwaal ik in de vele namen die ook nog eens op elkaar lijken: Berger en Bergson en volgens mij ook nog Lindberg - ik heb ze niet meer gecontroleerd aan de hand van het boek maar zoiets is het toch.
De Zweedse plaatsnamen, bedrijfsnamen, cultuur - ze zeggen mij niets en ik heb sterk het idee dat hierdoor een deel van de charme of herkenbaarheid van het verhaal voor mij verloren gaat. Ik vraag me af hoe het zou zijn als dit verhaal zich in Londen en een dorpje in Schotland zou afspelen.
Ik vraag me af of ik er niet beter aan gedaan zou hebben het boek in het Nederlands te lezen. Waarschijnlijk niet, gezien de stapel onafgelezen romans. Zou het beter zijn het boek weg te leggen? Het later een tweede kans te geven zoals ik met een aantal andere boeken wel deed - maar in die gevallen lang voor ik bij hoofdstuk 7 was aanbeland. De eerlijkheid gebied mij te melden dat ik me niet kan herinneren welk boek ik die tweede kans daadwerkelijk geboden heb.
Ik wil hoe dan ook dit deel uitlezen, ik wil hoe dan ook aan deel 2, dat boek met die SM scene, beginnen. Ik wil dit boek een kans geven, het mooi vinden of spannend of intrigerend. Ik wil niet gapen, me vermoeid voelen en bladeren. Ik wil niet vechten tegen mezelf. Tjee, het is maar een boek! Ik heb genoeg andere, maagdelijke boeken. Zucht.
Het wordt weer donkerder en donkerder hier in hartje Amsterdam. Het zal zo opnieuw gaan hozen en waaien. De zon kleurt de boompjes op het dakterras hiertegenover in gouden tinten die Rembrandt schitterend had kunnen vastleggen was hij hier bij mij geweest. En nu, alsof het licht is uitgedaan, is het weer verdwenen dat effect.
De lucht is loodgrijs. En opnieuw die reep zon. Dit is spannender dan mijn boek. Mooier. Dreigender. Weer gaat het licht uit. De lucht is bijna zwart nu. Ik gooi zo de ramen dicht, de lichten aan, de wijn open en wie weet krul ik me wel op met dat boek.
Misschien nu het verhaal geopend is - ik ben al mijn schrijverstermen kwijt, beter zou ik een schrijfboek lezen. Nee! Ik ga nog even door met Larsson al is het maar om uit te vinden wat het belang is van die draken tatoeage - of waarom de Engelse titel afwijkt van de Zweedse en Nederlandse titel.
Ik gok dat dat is om de controverse die een titel als Men who hate Women vooral op de Amerikaanse markt teweeg zou hebben gebracht te voorkomen. Zo'n titel kost lezers, geeft lagere verkoopcijfers en brengt derhalve minder op. Zo prozaïsch is het boekenvak.
Kate
14 juli 2010
p.s. ik merk dat ik weer veel Engelse termen door mijn schrijven heen gooi. Geen idee waarom, misschien omdat ik over een Engelstalig boek blog. Ik zou het niet moeten doen maar ben te lui om Nederlandse equivalenten te zoeken. En ach, het heeft ook wel iets. Ik laat ze staan.
1 Citaat uit het voorstukje van The Girl who played with Fire op bladzijde 535 van The Girl with the Dragon Tattoo, Stieg Larsson, MacLehose Press, London, 2008.
2 Idem, bladzijde 107
Ik liet het moment voorbij gaan, blogte - nee, het is blogde volgens het kofschip en volgens de spellingscontrole die het soms wel en soms niet doet. Ik schreef wel maar niet over het boek dat ik lees.
Poog te lezen en onderwijl proberen te begrijpen wat er nu zo geweldig is aan de "Millennium Trilogie". Voor mij ligt deel 1. Ik lees in het Engels en in het Engels heet het "The Girl with the Dragon Tattoo". Tot dusver zegt die titel mij niets.
De Nederlandse vertaling: "Mannen die vrouwen haten", makes sense though en dat komt doordat ik gebladerd heb. Eigenlijk kan ik met deze opmerking mijn blog voor vandaag stoppen. U weet genoeg. Ik heb gebladerd. I'm not hooked. Ik ben niet verkocht of voldoende ingezogen in het verhaal.
Laat ik zeggen dat ik een moeilijk lezer ben. Vreselijk vaak kunnen boeken, Engelse maar vooral ook Nederlandse romans mij niet boeien. Misschien zal ik ooit eens een lijstje van mislukte leespogingen maken. Misschien biedt dat kostelijk leesvermaak. Maar terug naar mijn meest recente poging.
Ik heb het lang uitgesteld. Ik denk dat ik al in 2008 hoorde over dit boek. Een Nederlandse woonachtig in Noorwegen had mij erop attent gemaakt. Zij vroeg of ik het kende, misschien was het later dan 2008 want de hype had mij, zelfs mij bereikt dus ik had erover gehoord.
Natuurlijk, zo gaat het altijd, je hoort ergens over en prompt kom je het overal tegen. Bizar. Ik kocht niet. Ik bladerde. Ik woog af: Nederlands of Engels. Als ik Zweeds zou lezen zou ik het in het Zweeds lezen. Ik probeerde te bepalen wat de betere vertaling zou zijn. Wat het prettigste zou lezen. Ik kwam er niet uit.
Ik vond de openingspagina fascinerend, dat wel maar niet genoeg om te kopen. Van deel 2: "The Girl who played with Fire" vond ik de eerste zin intrigerender. Logisch als die beschrijft hoe een meisje, een jonge vrouw of vrouw vastgebonden ligt 'to a narrow bed with a steel frame' 1.
Wow, een SM setting zomaar neergekwakt, samengevat in de drie regels die de eerste alinea vormt? Ik was bijna geneigd deel 2 te kopen en daarna te besluiten over een eventuele vervolgaankoop. Ook dat deed ik niet. Mijn verjaardag kwam en er werd gevraagd of ik deel 1 wilde krijgen als cadeau, ik weigerde.
En nu heb ik dan, dankzij een aanbieding en een gemoedstoestand die afstand, dus een zekere onverschilligheid, en excitement over de ontdekking van een ander boek combineerde. Opeens had ik zoiets van: vooruit, doe het gewoon. Bestel het met de andere boeken, als dit tegenvalt heb je in elk geval alternatief leeswerk voorhanden.
Ik ben aanbeland op bladzijde 107, het begin van hoofdstuk 7 en ik ken de ontknoping van het mysterie in grote lijnen. Toen ik gisteren bladerde, belandde ik direct al bij de oplossing van het raadsel. Toeval bestaat niet, of wel? En vandaag heb ik verder gebladerd. Ik denk dat ik in grote lijnen weet hoe het plot zich zal ontvouwen.
Dit gedrag, dit ongeduldige, niet betrokken, ongeïnteresseerde, zelfs respectloze leesgedrag zegt vast meer over mij dan over de schrijver. Immers, hoe kan mijn zienswijze at odds zijn met die van zovelen die het boek - de boeken maanden, jarenlang al in de bestsellers top 10 houden.
Natuurlijk, de voortijdige dood van de auteur speelt daarin een rol, de hype die ongetwijfeld hiermee verband houdt ook. Maar toch... Waarom roemt 'men' dit boek terwijl ik verveeld bladder, vooruit lees, het boek wegleg en zelfs met enige vermoeidheid bedenk of ik nog wel door wil lezen.
Ik irriteer me aan de annotatie - of hoe moet ik het noemen - onder de hoofdstuknummering. Wat betekent: 'Friday, 3.i' 2? Als altijd verdwaal ik in de vele namen die ook nog eens op elkaar lijken: Berger en Bergson en volgens mij ook nog Lindberg - ik heb ze niet meer gecontroleerd aan de hand van het boek maar zoiets is het toch.
De Zweedse plaatsnamen, bedrijfsnamen, cultuur - ze zeggen mij niets en ik heb sterk het idee dat hierdoor een deel van de charme of herkenbaarheid van het verhaal voor mij verloren gaat. Ik vraag me af hoe het zou zijn als dit verhaal zich in Londen en een dorpje in Schotland zou afspelen.
Ik vraag me af of ik er niet beter aan gedaan zou hebben het boek in het Nederlands te lezen. Waarschijnlijk niet, gezien de stapel onafgelezen romans. Zou het beter zijn het boek weg te leggen? Het later een tweede kans te geven zoals ik met een aantal andere boeken wel deed - maar in die gevallen lang voor ik bij hoofdstuk 7 was aanbeland. De eerlijkheid gebied mij te melden dat ik me niet kan herinneren welk boek ik die tweede kans daadwerkelijk geboden heb.
Ik wil hoe dan ook dit deel uitlezen, ik wil hoe dan ook aan deel 2, dat boek met die SM scene, beginnen. Ik wil dit boek een kans geven, het mooi vinden of spannend of intrigerend. Ik wil niet gapen, me vermoeid voelen en bladeren. Ik wil niet vechten tegen mezelf. Tjee, het is maar een boek! Ik heb genoeg andere, maagdelijke boeken. Zucht.
Het wordt weer donkerder en donkerder hier in hartje Amsterdam. Het zal zo opnieuw gaan hozen en waaien. De zon kleurt de boompjes op het dakterras hiertegenover in gouden tinten die Rembrandt schitterend had kunnen vastleggen was hij hier bij mij geweest. En nu, alsof het licht is uitgedaan, is het weer verdwenen dat effect.
De lucht is loodgrijs. En opnieuw die reep zon. Dit is spannender dan mijn boek. Mooier. Dreigender. Weer gaat het licht uit. De lucht is bijna zwart nu. Ik gooi zo de ramen dicht, de lichten aan, de wijn open en wie weet krul ik me wel op met dat boek.
Misschien nu het verhaal geopend is - ik ben al mijn schrijverstermen kwijt, beter zou ik een schrijfboek lezen. Nee! Ik ga nog even door met Larsson al is het maar om uit te vinden wat het belang is van die draken tatoeage - of waarom de Engelse titel afwijkt van de Zweedse en Nederlandse titel.
Ik gok dat dat is om de controverse die een titel als Men who hate Women vooral op de Amerikaanse markt teweeg zou hebben gebracht te voorkomen. Zo'n titel kost lezers, geeft lagere verkoopcijfers en brengt derhalve minder op. Zo prozaïsch is het boekenvak.
Kate
14 juli 2010
p.s. ik merk dat ik weer veel Engelse termen door mijn schrijven heen gooi. Geen idee waarom, misschien omdat ik over een Engelstalig boek blog. Ik zou het niet moeten doen maar ben te lui om Nederlandse equivalenten te zoeken. En ach, het heeft ook wel iets. Ik laat ze staan.
1 Citaat uit het voorstukje van The Girl who played with Fire op bladzijde 535 van The Girl with the Dragon Tattoo, Stieg Larsson, MacLehose Press, London, 2008.
2 Idem, bladzijde 107
Labels: ketens, kneuterigheid
Kate,
kneuterigheid,
literatuur,
Millennium Trilogie,
Stieg Larsson
Huldiging van de verliezers
Herengracht¹ |
Ik liep over een lege gracht. Niet leeg. Een half dozijn mannen, ook met vestjes maar deze waren oranje gekleurd waren aan het werk. Met beitels sloegen ze zekerheidspinnen in hekken die langs de kades stonden. Dat was, zo was mij wel duidelijk na alle commotie van de afgelopen dagen, ter bescherming van de boten die er lagen. Ik vroeg me af hoe, mocht er iemand daar op een van die arken een hartaanval krijgen men er ooit nog binnen - wat staat ervoor? - 15 minuten bij kon komen.
Ik zat op een van de trappen van een van de statige panden aan de Herengracht, mooiste gracht van Amsterdam, breedste gracht met hoogste stoepen - ooit een teken van welstand: hoe meer tredes de trap, hoe welgestelder de inwoner. Ik zat op die stoep in het zonnetje en er schoof een schaduw langs mij heen. Een mat blauwe bus van de marechaussee passeerde mij, parkeerde iets verderop en ontlaadde mannen en vrouwen in pofbroeken tot op de enkels met kistjes aan hun voeten en blauwe baretten op het hoofd. In totaal passeerde mij vier ME busjes - het aantal manschappen heb ik niet geteld.
Hierna, of was het ervoor, arriveerde een cameraploeg met reporter. De hekken gingen open, er werden handen geschud, 'en dit is onze geluidsman', namen genoemd, het kind in oranje bejubeld. Tien minuten later liep de publiciteitsgeile arkbewoonster quasi nonchalant de gracht op, voorafgegaan door een achteruitlopende cameraman. Geen idee wat zij te melden had. Ik heb haar later op tv ook niet teruggezien.
Ja, ik zette inderdaad mijn televisie aan toen het geluid van de helikopters in de lucht zo luid geworden was dat ik van mijn landgoed verdreven werd - zoals ik op de avond van de finale naar binnen gedreven ben doordat er in het pand naast mij zo nodig op twee plekken buiten gekeken moest worden. Toen ik vanmiddag dan toch binnen was en het gejuich buiten aanzwol heb ik als een aapje gekeken naar zoveel vreugde om, om niets.
Eberhart van der Laan² |
Dus kregen zij een ontvangst door Balkenende en zijn dochter, een lintje door de minister van gezondheidszorg, een kopje thee met een koekje van de Koningin, een helikoptervlucht naar Amsterdam om op het museumplein getracteerd te worden door 's werelds beste draaier - ik kreeg acuut hoofdpijn.
Eerlijk gezegd, het zal u niet verbazen dit te lezen, ik vond het van begin tot het einde een beschamende en zelfs een tikkie ordinaire vertoning. Toeschouwers die hun behaarde billen moesten tonen waar letters opstonden die geen hond kon lezen. Spelers die op hun beurt hun shirt uittrokken om hun tattoes te showen. Het gelebber van een inmiddels gelukkig weer geklede Wesley met Jolanthe. Spelers als trekpoppen van biersponsors.
Na het dodelijk vermoeiende commentaar tijdens de wedstrijden waren er nu identieke beelden van rivaliserende zenders met elk hun eigen spreekstalmeester. Jack van Gelder op Nederland 1 die maar niet ophield te refereren aan 1988. Hij was erbij en dat zouden we weten ook. SBS6 die door alles en iedereen heen steeds maar weer spelers meende te moeten interviewen maar niet verder kwam dan die ene pijnlijke vraag: 'maakt dit het verlies een beetje goed?'. Wat is daarop uw antwoord, wat kan daarop uw enige antwoord zijn? Stilte heren, is ook een optie.
Het enige lichtpunt van de dag was voor mij de aanblik die Beatrix bood toen zij de trappen van Noordeinde betrad met die klas vol rotjochies die het morgen al geen zak meer kan schelen dat ze verloren hebben want zij hebben hun zakken gevuld.
Beatrix stond lachend, bijna dansend te midden van hen en ik was in weerwil van mijzelf blij dat te zien. Ik wist niet wat te denken van de geelgebloemde nachtrobe - oeps, het zacht gele toiletje van onze Majesteit maar haar lichaamstaal, haar gezicht waren een feest om naar te kijken. Wat ben ik blij dat zij zo'n plezier had vanmiddag.
Ach, en laat ik niet lullig doen: wat ben ik blij dat ruim een half miljoen mensen vandaag zo'n lol hebben gehad in Amsterdam. Ik hoorde twee filosofen verklaren dat wij Nederlanders elke gelegenheid aan moeten grijpen om 'te wennen' aan drukte om ons heen. Een ander merkte op dat er twee natuurlijke reacties zijn in gevallen als deze: men wil zich onderscheiden door beter of anders te zijn danwel men wil 'erbij horen'.
Ik zei het al, mensen zijn kuddedieren. Het is makkelijker mee te stromen met de massa dan een afwijkende mening te ventileren. Grijs is gek genoeg. Wie het waagt boven het maaiveld uit te steken, is niet zeker van zijn of haar hoofd. Er zijn in het verleden heel veel vrouwen op de brandstapel belandt omdat men vond dat ze gek waren.
Zo heb ik mij niet gevoeld de afgelopen weken maar ik bespeurde wel dat mijn aversie tegen het oranje-gebeuren sterker werd naarmate het enthousiasme bij het volk toenam. Ik wilde, wil er niet bijhoren, eerlijk gezegd dat kan ik ook helemaal niet. Daar ben ik te serieus voor. Daarvoor heb ik te veel vragen die onbeantwoord blijven.
Morgen ga ik bingo-en in het verzorgingstehuis. Mijn vader, jaar en dag seizoenhouder van Ajax kan niet meer naar De Arena, kan geen gesprek meer voeren - ook niet over voetbal, heeft hoogstwaarschijnlijk het grootste deel van de dag ondanks het lawaai van en voor het megascherm op het plein slapend doorgebracht. Als ik morgen niet ga dan kan hij niet meedoen met de bingo. Iemand moet hem helpen en er zijn te weinig vrijwilligers, te weinig verzorgenden om dat te doen.
Al die miljarden die vandaag besteedt zijn aan een aantal over het paard getilde jongens die na karatetrappen en rode kaarten, na matig tot slecht voetbal gehuldigd werden, hadden wat mij betreft veel en veel beter anders ingezet kunnen worden. De afgelopen dagen, vandaag, Amsterdam, het was buiten alle proporties. Het was zoals ik Nederland de afgelopen decennia heb zien opereren. Men pampert losers en negeert helden. Men klampt zich krampachtig vast aan het vertrouwde, bekende bang voor de gevolgen van een ander, duidelijker, op resultaat gericht beleid.
Vandaag had niets met 23 (waren het er 23?) spelers te maken, niets met voetbal, niets met winnen of verliezen. Het was een grote camouflage act om het volk zoet te houden, het morren te onderdrukken, de echte problemen te vermaskeren en 'het gezag' - oud in de vorm van De Monarch en nieuw in de vorm van DJ's, volkszangers en sporters - te versterken. Brood en spelen. "Geef het volk brood en spelen, dan zijn ze zoet. Dan stellen ze geen vragen."4 En zo was het. Zo is het. Het zou zo anders kunnen zijn...
Maar wat heerlijk dat Beatrix het zo fijn had! Dat gun je haar. Dat gun ik haar.
Kate
13 juli 2010
De foto's komen van:
1 http://www.telegraaf.nl/binnenland/7166290/___Geen_incidenten_met_woonboten___.html?p=2,3
2 http://www.ad.nl/ad/nl/1041/Amsterdam/article/detail/497583/2010/07/13/Burgemeester-Van-der-Laan-is-een-blij-man.dhtml
3 De vier foto's van Koningin Beatrix vond ik, van boven naar beneden genummerd, op de volgende sites:
- foto 1 en 3 http://www.nu.nl/binnenland/2291536/nederlands-elftal-foto-met-koningin-beatrix.html
- foto 2 en 4 http://www.ad.nl/ad/nl/1041/Amsterdam/article/detail/497524/2010/07/13/Spelers-op-Museumplein-voor-huldiging.dhtml
4 Het citaat komt uit: Brood en spelen
Labels: ketens, kneuterigheid
Amsterdam,
Brood en spelen,
kneuterigheid,
oranje,
tv,
voetbal
dinsdag 13 juli 2010
Merel in Londen - 5. De entree
5. De entree
Van de gesprekken tussen Sir en K. voorafgaand aan mijn komst weet ik niets. Dagelijks zoeken slavinnen in opdracht van hun meesters naar een zusje, een bi-slavinnetje, een lotgenote of maatje. Ik weet dat er slavinnen zijn die hier oprecht naar verlangen, ik weet dat er slavinnen zijn die er grote moeite mee hebben hun meester te moeten delen. Ik weet dat het voor veel meesters een droom is meerdere slavinnen te bezitten en ze samen of apart onder handen te nemen. Ik weet het en wist het zelfs in 1996.
De deur ging open. Door de overgang van licht naar donker zag ik niet veel van de entree van het gebouw. K. pakte mijn rechterhand en leidde mij het appartement binnen direct links van de ingang. Zwijgend deed zij mijn jas uit, zette mijn tas op een stoel en gaf me een kus. Voor me uit, maar opnieuw hand in hand, bracht ze me naar de kamer.
‘Hier is Merel, Sir.’
Het is verbazingwekkend wat je ziet zelfs als je ogen naar de grond gericht zijn. Hij stond in het verlengde van de deuropening aan een lange smalle houten tafel. Zwarte pantalon, zwart t-shirt. Ik heb inmiddels ontdekt dat dit niet de standaarddracht is van alle dominante mannen – gelukkig niet - maar toen vond ik het in ieder geval passend.
Ik stond tamelijk ver van hem vandaan. K. liet me los en liep naar haar meester. Al snel kwam ze terug. Ze deed mijn colbert uit en knoopte de strikken van mijn bloes die als een kol om mijn hals gewikkeld waren los. Tien knoopjes en de bloes was open. Haar handen streelden mijn lichaam. De bloes ging uit en mijn rok volgde. Ze deed een stap naar achteren en bekeek me.
De vreugde, lol en spanning die lingerie geeft, heb ik veel later pas ontdekt. Mijn wit kanten bh en slip waren dan wel mooi maar vooral op comfort gekocht, en daar is helemaal niets mis mee. Toen niet en nu nog niet. Bh en slip gingen uit. K. aarzelde.
‘Wilt U dat ze de hold-ups aanhoudt, Sir.’
‘Yes, K.’
Vreemd dat je dat niet weet als je twintig jaar zijn slavin bent. Natuurlijk moeten die aanblijven. Slavinnenbenen horen in kousen en pumps.
Weer pakte ze mij bij de hand en bracht me naar haar meester die nu ook de mijne was. Ze liet me los.
‘Is ze nat K.?’
K. voelde met haar hand tussen mijn benen. Of dat nodig was weet ik niet want voor mijn gevoel liep het in dikke stralen langs mijn benen.
‘Kletsnat, Sir.’
‘Mooi.’
‘Kom hier, Merel.’
Ik trad nader, mijn ogen zoals me bevolen was nog steeds naar beneden gericht.
‘Kijk me aan.’
Van de gesprekken tussen Sir en K. voorafgaand aan mijn komst weet ik niets. Dagelijks zoeken slavinnen in opdracht van hun meesters naar een zusje, een bi-slavinnetje, een lotgenote of maatje. Ik weet dat er slavinnen zijn die hier oprecht naar verlangen, ik weet dat er slavinnen zijn die er grote moeite mee hebben hun meester te moeten delen. Ik weet dat het voor veel meesters een droom is meerdere slavinnen te bezitten en ze samen of apart onder handen te nemen. Ik weet het en wist het zelfs in 1996.
De deur ging open. Door de overgang van licht naar donker zag ik niet veel van de entree van het gebouw. K. pakte mijn rechterhand en leidde mij het appartement binnen direct links van de ingang. Zwijgend deed zij mijn jas uit, zette mijn tas op een stoel en gaf me een kus. Voor me uit, maar opnieuw hand in hand, bracht ze me naar de kamer.
‘Hier is Merel, Sir.’
Het is verbazingwekkend wat je ziet zelfs als je ogen naar de grond gericht zijn. Hij stond in het verlengde van de deuropening aan een lange smalle houten tafel. Zwarte pantalon, zwart t-shirt. Ik heb inmiddels ontdekt dat dit niet de standaarddracht is van alle dominante mannen – gelukkig niet - maar toen vond ik het in ieder geval passend.
Ik stond tamelijk ver van hem vandaan. K. liet me los en liep naar haar meester. Al snel kwam ze terug. Ze deed mijn colbert uit en knoopte de strikken van mijn bloes die als een kol om mijn hals gewikkeld waren los. Tien knoopjes en de bloes was open. Haar handen streelden mijn lichaam. De bloes ging uit en mijn rok volgde. Ze deed een stap naar achteren en bekeek me.
De vreugde, lol en spanning die lingerie geeft, heb ik veel later pas ontdekt. Mijn wit kanten bh en slip waren dan wel mooi maar vooral op comfort gekocht, en daar is helemaal niets mis mee. Toen niet en nu nog niet. Bh en slip gingen uit. K. aarzelde.
‘Wilt U dat ze de hold-ups aanhoudt, Sir.’
‘Yes, K.’
Vreemd dat je dat niet weet als je twintig jaar zijn slavin bent. Natuurlijk moeten die aanblijven. Slavinnenbenen horen in kousen en pumps.
Weer pakte ze mij bij de hand en bracht me naar haar meester die nu ook de mijne was. Ze liet me los.
‘Is ze nat K.?’
K. voelde met haar hand tussen mijn benen. Of dat nodig was weet ik niet want voor mijn gevoel liep het in dikke stralen langs mijn benen.
‘Kletsnat, Sir.’
‘Mooi.’
‘Kom hier, Merel.’
Ik trad nader, mijn ogen zoals me bevolen was nog steeds naar beneden gericht.
‘Kijk me aan.’
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Merel in Londen,
verhalen
zondag 11 juli 2010
Tirade tegen Oranje
De salade vanavond, genuttigd op het landgoed onder genot van een koel glas rosé en voorafgegaan door een zelfgeteelde komkommer uit het vuistje bestaat o.a. uit: krieltjes, sjalot, snijbonen, bleekselderij, paprika, cherry tomaatjes en worteltjes. Hoewel ik de meeste ingrediënten op mijn balkon verbouw, is alles dit keer nog afkomstig van Appie H.
Zelf telen heeft tijd nodig, tijd en ruimte. Mijn stoel kan nog net staan, zo vol staat het inmiddels en ik ben dankbaar voor het gaatje waar mijn triptrap past. Het doet dienst als tafel en voetenbank in een. En zo zit ik te genieten van de temperatuur, het groen, het lekkers en deel een van de Millennium Trilogy. Wat kan het leven goed zijn en simpel.
Uitnodigingen om naar "De Wedstrijd" te kijken heb ik, zoals men al verwachtte, afgeslagen. Ik kijk normaliter ook niet en vind het meer dan hypocriet dat een ieder opeens voetbalfan is. Ik vind de euforie over een spelletje voetbal bizar. Een typisch geval van Middeleeuwse Carnaval.
Een paar dagen waarin het gepeupel en de prins van plaats wisselen om even gelegaliseerd het gezag op de korrel te nemen en daarna gewoon weer een jaarlang slavenarbeid te verrichten zonder protest, zonder stem, zonder beloning. Dit oranje feestje lijkt er verdacht veel op. Het is de wereld op zijn kop.
Even lijkt alles vergeten. Hoezo crisis, hoezo formatie van links-plus, hoezo achterkamertjes politiek en die nieuwe burgervader die al maanden geleden wist dat hij dat zou worden, hoezo droogte, hoezo honger, hoezo opnieuw miljoenen mensen langs de grachten - ga toch lekker ergens op een weiland in de provincie "huldigen"!
Ik zal wel te streng zijn, te zuur of met een vreemd gevoel voor eerlijkheid maar zij die nu zeggen dat zij 'opeens' de laatste wedstrijden hebben gevolgd, 'meegezogen door het Oranje gevoel', maar anders nooit kijken verdienen, in mijn optiek, geen kudos. Dat zijn gewoon kuddedieren - zoals mensen zijn, zoals ook ik ben natuurlijk want ook ik ben mens. En dit is mijn makke, probleem dus, ik heb niets met mensen, niets met kuddedieren, niets met dit soort massa hysterie.
Want weet u hoeveel weken "onze jongens" vakantie hebben tot de nieuwe competitie begint? U daar in Oranje poloshirt en met strepen dierproef geteste make-up op uw gelaat? Weet u wie de trainer is van Ajax en wie dat was drie seizoenen geleden? Ha! Host u vooral lekker door op de rijmpjes van de volkszangers waar "wij" zo trots op zijn.
Ik verlang naar stijl, naar eenvoud, naar een hoger gemeenschappelijk doel, naar eerlijkheid en oprechtheid. Ik heb het nog niet gevonden. Ook niet tijdens de afgelopen weken die Oranje gekleurd waren. Juist niet. Wat een nep vertoning. Zucht. Helaas is het hiermee niet afgelopen. De zomer duurt voort: Sail, Gay pride - hoezo moet dat naakt op boten door Amsterdam worden gevierd?, duizenden toeristen die niet kunnen fietsen op fietsen door de stad.
Zomer in Amsterdam: een groot gekkenhuis met mensen die allemaal even hun dagelijkse sleur willen vergeten, even Prins of Prinses Carnaval willen zijn, verkleed in oranje of roze of korte broek zonder shirt. Het gaat allemaal loos in het Sodom en Gommora van Nederland. Vluchten kan niet meer, of beter: vluchten kan ik nog niet maar wat zou ik graag dit land achter mij laten, de stad en de mensen, vooral de mensen.
Die stomme mensen in het Oranje die zo hard schreeuwen tegen Wilders, tegen nationalisme, tegen alle symbolen die in andere landen gevoelens van trots oproepen maar hier taboe zijn. Mensen die wel als halve imbecielen kwijlend langs de grachten, op de boten, in drommen van 100.000 voor een gesponsord megascherm als ware het een altaar, een aantal achterbuurtkids verafgoden die iets met een bal kunnen. Het slaat helemaal nergens op!
Ik ben voor Oranje maar hoop dat Spanje ze helemaal van de mat speelt, geen huldiging op de grachten, ondanks het verlies natuurlijk alsnog een lintje van De Majesteit (waartoe? Voetballer is gewoon een beroep net als bakker of tuinder of nagelstyliste), en een hele grote kater na afloop.
Nou nee, dat laatste wens ik dan weer niet. Ik was "erbij" in '74 toen "we" het net niet haalden. Nee, niet weer dat! Winnen dus, maar please please zonder flauwekul, poespas en Carnaval erom heen en liever geen grachtentocht - die kan best nog afgelast worden. Hoort u mij?
Kate
11 juli 2010
Zelf telen heeft tijd nodig, tijd en ruimte. Mijn stoel kan nog net staan, zo vol staat het inmiddels en ik ben dankbaar voor het gaatje waar mijn triptrap past. Het doet dienst als tafel en voetenbank in een. En zo zit ik te genieten van de temperatuur, het groen, het lekkers en deel een van de Millennium Trilogy. Wat kan het leven goed zijn en simpel.
Uitnodigingen om naar "De Wedstrijd" te kijken heb ik, zoals men al verwachtte, afgeslagen. Ik kijk normaliter ook niet en vind het meer dan hypocriet dat een ieder opeens voetbalfan is. Ik vind de euforie over een spelletje voetbal bizar. Een typisch geval van Middeleeuwse Carnaval.
Een paar dagen waarin het gepeupel en de prins van plaats wisselen om even gelegaliseerd het gezag op de korrel te nemen en daarna gewoon weer een jaarlang slavenarbeid te verrichten zonder protest, zonder stem, zonder beloning. Dit oranje feestje lijkt er verdacht veel op. Het is de wereld op zijn kop.
Even lijkt alles vergeten. Hoezo crisis, hoezo formatie van links-plus, hoezo achterkamertjes politiek en die nieuwe burgervader die al maanden geleden wist dat hij dat zou worden, hoezo droogte, hoezo honger, hoezo opnieuw miljoenen mensen langs de grachten - ga toch lekker ergens op een weiland in de provincie "huldigen"!
Ik zal wel te streng zijn, te zuur of met een vreemd gevoel voor eerlijkheid maar zij die nu zeggen dat zij 'opeens' de laatste wedstrijden hebben gevolgd, 'meegezogen door het Oranje gevoel', maar anders nooit kijken verdienen, in mijn optiek, geen kudos. Dat zijn gewoon kuddedieren - zoals mensen zijn, zoals ook ik ben natuurlijk want ook ik ben mens. En dit is mijn makke, probleem dus, ik heb niets met mensen, niets met kuddedieren, niets met dit soort massa hysterie.
Want weet u hoeveel weken "onze jongens" vakantie hebben tot de nieuwe competitie begint? U daar in Oranje poloshirt en met strepen dierproef geteste make-up op uw gelaat? Weet u wie de trainer is van Ajax en wie dat was drie seizoenen geleden? Ha! Host u vooral lekker door op de rijmpjes van de volkszangers waar "wij" zo trots op zijn.
Ik verlang naar stijl, naar eenvoud, naar een hoger gemeenschappelijk doel, naar eerlijkheid en oprechtheid. Ik heb het nog niet gevonden. Ook niet tijdens de afgelopen weken die Oranje gekleurd waren. Juist niet. Wat een nep vertoning. Zucht. Helaas is het hiermee niet afgelopen. De zomer duurt voort: Sail, Gay pride - hoezo moet dat naakt op boten door Amsterdam worden gevierd?, duizenden toeristen die niet kunnen fietsen op fietsen door de stad.
Zomer in Amsterdam: een groot gekkenhuis met mensen die allemaal even hun dagelijkse sleur willen vergeten, even Prins of Prinses Carnaval willen zijn, verkleed in oranje of roze of korte broek zonder shirt. Het gaat allemaal loos in het Sodom en Gommora van Nederland. Vluchten kan niet meer, of beter: vluchten kan ik nog niet maar wat zou ik graag dit land achter mij laten, de stad en de mensen, vooral de mensen.
Die stomme mensen in het Oranje die zo hard schreeuwen tegen Wilders, tegen nationalisme, tegen alle symbolen die in andere landen gevoelens van trots oproepen maar hier taboe zijn. Mensen die wel als halve imbecielen kwijlend langs de grachten, op de boten, in drommen van 100.000 voor een gesponsord megascherm als ware het een altaar, een aantal achterbuurtkids verafgoden die iets met een bal kunnen. Het slaat helemaal nergens op!
Ik ben voor Oranje maar hoop dat Spanje ze helemaal van de mat speelt, geen huldiging op de grachten, ondanks het verlies natuurlijk alsnog een lintje van De Majesteit (waartoe? Voetballer is gewoon een beroep net als bakker of tuinder of nagelstyliste), en een hele grote kater na afloop.
Nou nee, dat laatste wens ik dan weer niet. Ik was "erbij" in '74 toen "we" het net niet haalden. Nee, niet weer dat! Winnen dus, maar please please zonder flauwekul, poespas en Carnaval erom heen en liever geen grachtentocht - die kan best nog afgelast worden. Hoort u mij?
Kate
11 juli 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
kneuterigheid,
moestuin,
oranje,
voetbal
Merel in Londen - 4. Chiswick Park
4. Chiswick Park
De volgende avond belde hij.
‘Ik wil dat je een pen en papier pakt.’
‘Ja mijnheer.’ Sir is mijnheer voor mij. Als er al een titel zou spreken, onnodig als dat is, dan is het mijnheer.
‘Ik wil dat je de volgende regels opschrijft.’
Er volgden zes of zeven regels. Echt, ik weet niet meer welke ge- en verboden het betrof. Ogen neergeslagen houden, was er een van - maar ik wil je zien, zien wat ik met je doe door wat jij met mij doet, ik wil contact!
Zes of zeven regels op een vel papier.
‘Leg je pen maar neer en luister goed. Zaterdagmiddag om half vier uur sta je bij de uitgang van Chiswick Park metrostation. Bij de uitgang staat een telefooncel.’
Hij gaf het nummer van het taxibedrijf dat hij gebruikte en vroeg me het te herhalen. Ik noemde het nummer.
‘Schrijf het maar even op en lees het hardop terug.’ Ik deed zoals me was opgedragen.
‘Correct. K. heeft je mijn adres gegeven, klopt dat?’
‘Ja mijnheer.’
‘Ik verwacht je om vier uur op dat adres.’
‘Ja mijnheer.’
‘Goed. Dag Merel.’
‘Goodbye Sir.’
Hij verbrak de verbinding.
Vervolgens zou ik natuurlijk moeten schrijven dat de dagen tot zaterdag als een roes voorbij gingen. Dat is niet zo. Je leven gaat door: je slaapt, staat op, doucht, ontbijt, kleedt je aan – of andersom – gaat naar je werk en dat werk kan je niet in een roes doen hoe simpel het ook is, hoe rustig en niet uitdagend het ook moge zijn. Je rent naar huis tussen de middag voor een lichte lunch en spoed je terug naar de gasten. En nee, ook nu verschijnt hij niet in het kantoortje om je te aanschouwen tijdens mijn werk. Voor je het weet is het zaterdag.
Het leven in 1996 was eenvoudig omdat ik zeker wist dat hij het was en ik mij niet anders voor hoefde te doen dan ik ben. Ik heb me geen seconde zorgen gemaakt over mijn haar, mijn lijn, mijn gezicht, mijn zijn. Ik heb mijn uniform aangetrokken: blauwe knielange rok, witte bloes met van die lange slierten die ik om mijn nek draaide en aan de voorkant nog net met een klein knoopje aan elkaar vast kon maken, colbert met zilveren knopen, huidkleurige hold-ups van M&S - wat mis ik die winkel! - en zwarte pumps. Dagelijkse dracht die hij al gezien had en waar ik me thuis in voelde.
Niet eens heel zenuwachtig nam ik de District Line richting Ealing Broadway. En keurig op tijd kwam ik aan op het metrostation van Chiswick Park. Niet lang nadat ik gebeld had arriveerde de taxi en pas toen voelde ik dat de zenuwen begonnen op te spelen. Vreemd genoeg verdween mijn nervositeit ook weer toen we eenmaal het voorterrein van een statig gebouw opreden. Niet helemaal vreemd overigens want waarom zou ik bang zijn? Ja, het was wel een belangrijke ontmoeting, het zou mijn leven veranderen (van een BDSM-spel had ik nog nooit gehoord!) maar ik was op tijd en een terug was er niet. Ik belde op een van de vele bellen, deed een stapje terug en wachtte.
De volgende avond belde hij.
‘Ik wil dat je een pen en papier pakt.’
‘Ja mijnheer.’ Sir is mijnheer voor mij. Als er al een titel zou spreken, onnodig als dat is, dan is het mijnheer.
‘Ik wil dat je de volgende regels opschrijft.’
Er volgden zes of zeven regels. Echt, ik weet niet meer welke ge- en verboden het betrof. Ogen neergeslagen houden, was er een van - maar ik wil je zien, zien wat ik met je doe door wat jij met mij doet, ik wil contact!
Zes of zeven regels op een vel papier.
‘Leg je pen maar neer en luister goed. Zaterdagmiddag om half vier uur sta je bij de uitgang van Chiswick Park metrostation. Bij de uitgang staat een telefooncel.’
Hij gaf het nummer van het taxibedrijf dat hij gebruikte en vroeg me het te herhalen. Ik noemde het nummer.
‘Schrijf het maar even op en lees het hardop terug.’ Ik deed zoals me was opgedragen.
‘Correct. K. heeft je mijn adres gegeven, klopt dat?’
‘Ja mijnheer.’
‘Ik verwacht je om vier uur op dat adres.’
‘Ja mijnheer.’
‘Goed. Dag Merel.’
‘Goodbye Sir.’
Hij verbrak de verbinding.
Vervolgens zou ik natuurlijk moeten schrijven dat de dagen tot zaterdag als een roes voorbij gingen. Dat is niet zo. Je leven gaat door: je slaapt, staat op, doucht, ontbijt, kleedt je aan – of andersom – gaat naar je werk en dat werk kan je niet in een roes doen hoe simpel het ook is, hoe rustig en niet uitdagend het ook moge zijn. Je rent naar huis tussen de middag voor een lichte lunch en spoed je terug naar de gasten. En nee, ook nu verschijnt hij niet in het kantoortje om je te aanschouwen tijdens mijn werk. Voor je het weet is het zaterdag.
Het leven in 1996 was eenvoudig omdat ik zeker wist dat hij het was en ik mij niet anders voor hoefde te doen dan ik ben. Ik heb me geen seconde zorgen gemaakt over mijn haar, mijn lijn, mijn gezicht, mijn zijn. Ik heb mijn uniform aangetrokken: blauwe knielange rok, witte bloes met van die lange slierten die ik om mijn nek draaide en aan de voorkant nog net met een klein knoopje aan elkaar vast kon maken, colbert met zilveren knopen, huidkleurige hold-ups van M&S - wat mis ik die winkel! - en zwarte pumps. Dagelijkse dracht die hij al gezien had en waar ik me thuis in voelde.
Niet eens heel zenuwachtig nam ik de District Line richting Ealing Broadway. En keurig op tijd kwam ik aan op het metrostation van Chiswick Park. Niet lang nadat ik gebeld had arriveerde de taxi en pas toen voelde ik dat de zenuwen begonnen op te spelen. Vreemd genoeg verdween mijn nervositeit ook weer toen we eenmaal het voorterrein van een statig gebouw opreden. Niet helemaal vreemd overigens want waarom zou ik bang zijn? Ja, het was wel een belangrijke ontmoeting, het zou mijn leven veranderen (van een BDSM-spel had ik nog nooit gehoord!) maar ik was op tijd en een terug was er niet. Ik belde op een van de vele bellen, deed een stapje terug en wachtte.
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Merel in Londen,
verhalen
zaterdag 10 juli 2010
Merel in Londen - 3. Kay (K.)
3. Kay (K.)
K., een letter als naam, maar wel geschreven met een hoofdletter. Ik heb het nooit helemaal begrepen dat lettergedoe in de SM-wereld. Als het al pijn doet van je naam afstand te moeten doen dan is die pijn van tijdelijke aard. Op het moment dat je gewend bent aan K. is dat je naam, misschien zelfs een koosnaam, net als poes of Meer of lief dat zijn. Hoe het ook zij, in navolging van de beroemde O., rolmodel en inspiratiebron voor velen, was deze vrouw met wie ik binnenkort zou gaan eten van een nieuwe naam voorzien.
K. was petite, korter dan ik, blond – geverfd natuurlijk – haar in een staartje. Ze belde en zei niet veel. We spraken af in een informeel restaurant maar van de arrangementen omtrent ontmoetingsplaats en herkenning kan ik me niets herinneren. Zij zal me wel bij de metro-uitgang hebben opgewacht waarna we naar het restaurant zijn gelopen.
Ze was een Amerikaanse die deze man die geen Ridder is al meer dan twintig jaar kende. Zoals dat gaat in de internationale zakenwereld had hij haar tijdens een congres ontmoet. Hun band was zodanig dat ze voor hem, na vele jaren intercontinentaal contact, naar Londen was verhuisd.
Zij woonden niet samen, zij kwam als hij haar ontbood, had geen sleutel van zijn huis, zou zijn post nooit openmaken. Zij was niets van hem. Anderen kenden haar als een vage kennis maar zij was veel en veel meer. Zij was zijn slavin.
Toen hij doodziek, letterlijk, in het ziekenhuis lag bleef zij weg tot hij haar belde en gebood te komen. Hij noemde haar ‘te bescheiden’ om hem uit eigen beweging te bezoeken. En toen ze kwam, gaf hij haar een sleutel van zijn appartement zodat zij hem de post kon brengen in het ziekenhuis.
K. en ik spraken aan de telefoon en op haar vraag wat we aan zouden trekken zei ik in mijn onschuld dat een broek ook goed was. Er was een tijd dat ik er niet automatisch vanuit ging dat broeken door heren naar de bovenste plank van de kast verbannen worden. Ieder zijn heug, het is niet aan mij daarover te oordelen maar je ergens goed in voelen doet meer voor een mens dan je onwennig en onzeker in een slavinnenoutfit hijsen, hoe spannend dat ook kan zijn.
We aten en spraken en ik voelde een heleboel. Later dat jaar schreef ik in mijn dagboek dat ik dat mijn lijfspreuk: "ga met je gevoel" toch echt eens in de praktijk moest gaan brengen.
Ze liet me een foto van zichzelf zien. Zwartwit fotografie door de man die zoals veel dominanten de camera als hobby heeft uitgekozen. K. naakt in een openvallende zwarte lak regenjas met armen en benen gespreid achter een hekwerk in een straat. De lens was net niet voldoende ingezoomd om haar gezichtsuitdrukking te kunnen zien.
Volg je intuïtie. Mijn intuïtie was niet goed. Vrouwen en ik, al zolang ik me kan herinneren botst het tussen vrouwen en mijzelf. Zij denken dat ik een concurrente ben al ben ik dat niet. Zij zijn onzeker en gaan slaan, bijten, krabben, zagen. En ik? Ik trek me terug want ik ben geen concurrente. Ik ben ik. Ik vertrek al sta ik nog zo in mijn recht.
Deze situatie was identiek maar zover was het nog niet. Zover zou het nooit komen. Ik met al mijn gevoel wist dat de man zonder adellijke titel mij kon domineren. Een natuurlijk dominant zal van zichzelf nooit zeggen dat hij het is. Ze zijn schaars maar hij was er een. En zij? Ach, haar nam ik graag voor lief. It was all in the game and the game was about to begin. En zij? Zij zou niet slaan of bijten of krabben of zagen want zij was zijn slavin en te bescheiden om zelf initiatief te tonen. Ja ja....
K., een letter als naam, maar wel geschreven met een hoofdletter. Ik heb het nooit helemaal begrepen dat lettergedoe in de SM-wereld. Als het al pijn doet van je naam afstand te moeten doen dan is die pijn van tijdelijke aard. Op het moment dat je gewend bent aan K. is dat je naam, misschien zelfs een koosnaam, net als poes of Meer of lief dat zijn. Hoe het ook zij, in navolging van de beroemde O., rolmodel en inspiratiebron voor velen, was deze vrouw met wie ik binnenkort zou gaan eten van een nieuwe naam voorzien.
K. was petite, korter dan ik, blond – geverfd natuurlijk – haar in een staartje. Ze belde en zei niet veel. We spraken af in een informeel restaurant maar van de arrangementen omtrent ontmoetingsplaats en herkenning kan ik me niets herinneren. Zij zal me wel bij de metro-uitgang hebben opgewacht waarna we naar het restaurant zijn gelopen.
Ze was een Amerikaanse die deze man die geen Ridder is al meer dan twintig jaar kende. Zoals dat gaat in de internationale zakenwereld had hij haar tijdens een congres ontmoet. Hun band was zodanig dat ze voor hem, na vele jaren intercontinentaal contact, naar Londen was verhuisd.
Zij woonden niet samen, zij kwam als hij haar ontbood, had geen sleutel van zijn huis, zou zijn post nooit openmaken. Zij was niets van hem. Anderen kenden haar als een vage kennis maar zij was veel en veel meer. Zij was zijn slavin.
Toen hij doodziek, letterlijk, in het ziekenhuis lag bleef zij weg tot hij haar belde en gebood te komen. Hij noemde haar ‘te bescheiden’ om hem uit eigen beweging te bezoeken. En toen ze kwam, gaf hij haar een sleutel van zijn appartement zodat zij hem de post kon brengen in het ziekenhuis.
K. en ik spraken aan de telefoon en op haar vraag wat we aan zouden trekken zei ik in mijn onschuld dat een broek ook goed was. Er was een tijd dat ik er niet automatisch vanuit ging dat broeken door heren naar de bovenste plank van de kast verbannen worden. Ieder zijn heug, het is niet aan mij daarover te oordelen maar je ergens goed in voelen doet meer voor een mens dan je onwennig en onzeker in een slavinnenoutfit hijsen, hoe spannend dat ook kan zijn.
We aten en spraken en ik voelde een heleboel. Later dat jaar schreef ik in mijn dagboek dat ik dat mijn lijfspreuk: "ga met je gevoel" toch echt eens in de praktijk moest gaan brengen.
Ze liet me een foto van zichzelf zien. Zwartwit fotografie door de man die zoals veel dominanten de camera als hobby heeft uitgekozen. K. naakt in een openvallende zwarte lak regenjas met armen en benen gespreid achter een hekwerk in een straat. De lens was net niet voldoende ingezoomd om haar gezichtsuitdrukking te kunnen zien.
Volg je intuïtie. Mijn intuïtie was niet goed. Vrouwen en ik, al zolang ik me kan herinneren botst het tussen vrouwen en mijzelf. Zij denken dat ik een concurrente ben al ben ik dat niet. Zij zijn onzeker en gaan slaan, bijten, krabben, zagen. En ik? Ik trek me terug want ik ben geen concurrente. Ik ben ik. Ik vertrek al sta ik nog zo in mijn recht.
Deze situatie was identiek maar zover was het nog niet. Zover zou het nooit komen. Ik met al mijn gevoel wist dat de man zonder adellijke titel mij kon domineren. Een natuurlijk dominant zal van zichzelf nooit zeggen dat hij het is. Ze zijn schaars maar hij was er een. En zij? Ach, haar nam ik graag voor lief. It was all in the game and the game was about to begin. En zij? Zij zou niet slaan of bijten of krabben of zagen want zij was zijn slavin en te bescheiden om zelf initiatief te tonen. Ja ja....
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Merel in Londen,
verhalen
vrijdag 9 juli 2010
Merel in Londen - 2. Edgware Road
2. Edgware Road
The Metropole Hotel, tegenwoordig de Hilton London Metropole, ik heb ervoor noch erna in het hotelwezen gewerkt. Als je een deur doorging weg van de openbare ruimtes stond je direct op het koude harde beton. Een voor de gasten ontoegankelijke wereld. Harde wereld. Als je er gevoelig voor bent kan het een mooi beeld zijn.
The business centre, hele verhalen zou ik er over kunnen schrijven, passievol, heet. Maar wat er zich afspeelde, of liever zou kunnen spelen gebeurde slechts in mijn mijmeringen na die ontmoeting bij de uitgang van Bakerstreet Tubestation.
Toen ik even niet oplette, want met een klusje bezig, schoof er opeens een schaduw over het bureau. Ik keek op en hij stond voor me. Dagelijks verwachtte ik bezoek ter controle dat ik werkte waar ik had gezegd te werken. Dagelijks bedacht ik hoe eenvoudig het was mij te benaderen alleen in dat kantoortje achter het bureau. Bij iedere telefoonrinkel stond mijn hart een fractie van een seconde stil. Iedere fax haalde ik met trillende hand uit het apparaat. Zoveel scenario’s, zoveel scènes, zoveel gemiste kansen...
Nee, dat is te negatief, te hopeloos en hulpeloos uitgedrukt. We hadden elkaar slechts één keer ontmoet. Dit was nog niet het moment voor spannende momenten op het werk, in de beslotenheid van een toch openbare ruimte. Desondanks, iedere middag als ik me naar huis spoedde over de Edgware Road om vlug wat te lunchen en iedere avond zag ik die lichtgrijze auto langs de trottoirband tot stilstand komen. A dirty mind is a joy forever maar liever: voorpret is de grootste pret. Wie speelt er nu mind games met wie?
’s Avonds weer thuis als eerste een blik op het antwoordapparaat. Nee, geen boodschap. Omkleden, eten, relaxen en naar bed niet te laat want zo’n hele dag achter een bureau in het zicht van de lobby vergt toch wel wat van een mens dat soms ook alleen wil zijn, moet zijn. Moe maar de slaap wil niet komen. Net voor middernacht gaat de telefoon op het tafeltje aan mijn voeteneind.
‘Hello.’
‘Merel, ik wil dat je Kay ontmoet. Ze zal je morgen bellen en een afspraak maken om met je te gaan eten.’
‘Yes Sir.’
‘Slaap zacht.’
‘Thank you, Sir.’
Ik gooi de hoorn op de haak. Ik lig nog niet onder de dekens of de telefoon gaat opnieuw.
‘Wat deed je.’
‘Niets, mijnheer.’
‘Jawel. Jij verbrak de verbinding. Doe dat nooit meer. Begrepen?’
‘Ja mijnheer.’
Tuuttuuttuut. Zachtjes dit keer leg ik de hoorn terug op het toestel.
Wow, dit is serieus. Deze man heeft oog voor details. En Kay? Kay is natuurlijk ‘gewoon’ K. Een intelligente man deze Sir die geen ridder is. Vreemd genoeg heb ik rustig geslapen die nacht. Het was zo het moest zijn en het voelde goed, meer dan goed.
The Metropole Hotel, tegenwoordig de Hilton London Metropole, ik heb ervoor noch erna in het hotelwezen gewerkt. Als je een deur doorging weg van de openbare ruimtes stond je direct op het koude harde beton. Een voor de gasten ontoegankelijke wereld. Harde wereld. Als je er gevoelig voor bent kan het een mooi beeld zijn.
The business centre, hele verhalen zou ik er over kunnen schrijven, passievol, heet. Maar wat er zich afspeelde, of liever zou kunnen spelen gebeurde slechts in mijn mijmeringen na die ontmoeting bij de uitgang van Bakerstreet Tubestation.
Toen ik even niet oplette, want met een klusje bezig, schoof er opeens een schaduw over het bureau. Ik keek op en hij stond voor me. Dagelijks verwachtte ik bezoek ter controle dat ik werkte waar ik had gezegd te werken. Dagelijks bedacht ik hoe eenvoudig het was mij te benaderen alleen in dat kantoortje achter het bureau. Bij iedere telefoonrinkel stond mijn hart een fractie van een seconde stil. Iedere fax haalde ik met trillende hand uit het apparaat. Zoveel scenario’s, zoveel scènes, zoveel gemiste kansen...
Nee, dat is te negatief, te hopeloos en hulpeloos uitgedrukt. We hadden elkaar slechts één keer ontmoet. Dit was nog niet het moment voor spannende momenten op het werk, in de beslotenheid van een toch openbare ruimte. Desondanks, iedere middag als ik me naar huis spoedde over de Edgware Road om vlug wat te lunchen en iedere avond zag ik die lichtgrijze auto langs de trottoirband tot stilstand komen. A dirty mind is a joy forever maar liever: voorpret is de grootste pret. Wie speelt er nu mind games met wie?
’s Avonds weer thuis als eerste een blik op het antwoordapparaat. Nee, geen boodschap. Omkleden, eten, relaxen en naar bed niet te laat want zo’n hele dag achter een bureau in het zicht van de lobby vergt toch wel wat van een mens dat soms ook alleen wil zijn, moet zijn. Moe maar de slaap wil niet komen. Net voor middernacht gaat de telefoon op het tafeltje aan mijn voeteneind.
‘Hello.’
‘Merel, ik wil dat je Kay ontmoet. Ze zal je morgen bellen en een afspraak maken om met je te gaan eten.’
‘Yes Sir.’
‘Slaap zacht.’
‘Thank you, Sir.’
Ik gooi de hoorn op de haak. Ik lig nog niet onder de dekens of de telefoon gaat opnieuw.
‘Wat deed je.’
‘Niets, mijnheer.’
‘Jawel. Jij verbrak de verbinding. Doe dat nooit meer. Begrepen?’
‘Ja mijnheer.’
Tuuttuuttuut. Zachtjes dit keer leg ik de hoorn terug op het toestel.
Wow, dit is serieus. Deze man heeft oog voor details. En Kay? Kay is natuurlijk ‘gewoon’ K. Een intelligente man deze Sir die geen ridder is. Vreemd genoeg heb ik rustig geslapen die nacht. Het was zo het moest zijn en het voelde goed, meer dan goed.
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Merel in Londen,
verhalen
donderdag 8 juli 2010
Telen om te koken: 'Tender'
De boeken zijn binnen - of liever, het boek is er!
Zes boeken bestelde ik maar naar één keek ik speciaal uit. 'Tender', het boek van Nigel Slater, de man - want hij is geen kok, geen chef - die zijn groentetuin 'doet' niet voor het genot, het spirituele genot van tuinieren, maar om producten te verkrijgen voor de keuken.
Speciale bonen, ouderwets smakende spruiten, vijf soorten aardappelen - alleen Engelsen zijn zo gek. Hoewel... zelfs ik verbouw twee soorten aardappels op mijn landgoed. Maar ja, ik voel me dan ook een beetje Brits.
Een Engelstalig boek dat zowel een lees- als kijk-, naslag-, en doe-boek is. Het is het verhaal van Nigels kitchengarden, de groentes - en in deel twee het fruit dat hij verbouwt gedurende de seizoenen, gedurende de jaren dat hij deze tuin heeft. Er staan prachtige foto's in, werkelijk adembenemend mooi. Slater geeft tips over de verbouw en het gebruik van de producten uit zijn tuin. En er zijn de vele recepten.
Het is zo'n boek waar je zichtbaar, voelbaar blij van wordt. Dat begon natuurlijk al toen ik het bestaan ervan ontdekte, bij het bestellen - anders dan anders in the blind, bij het kapotscheuren van de verpakking en toen had ik het boek in handen. Dikker dan ik had gedacht: 617 pagina's met een harde kaft en wat voor omslag...
U heeft de kaft, een ander plaatje ervan dan hiernaast, al elders op mijn blog gezien, het doet geen recht aan de werkelijkheid. De kleuren, prachtige tinten blauw en groen en van alles er tussen in. Een omslag met een textuur, met een verrassing, ik was tenminste erg verrast.
'Tender' is een boek dat je oppakt en waar je aan ruikt, doorheen bladert, dat je deelt met je moeder die naast je zit: 'kijk wat een mooie foto', zinnetjes uit het boek hardop voorlezend, stukjes lezend hier en daar. Een prachtig boek. Een schitterend cadeau aan mijzelf.
And oh what a joy, ik heb deel twee om naar uit te kijken. Dat boek gaat over fruit in de moestuin en keuken. Bring it on!
Kate
8 juli 2010
De foto is afkomstig van: http://www.elle.nl/eten/kookboeken/Tender-Volume-I
Zes boeken bestelde ik maar naar één keek ik speciaal uit. 'Tender', het boek van Nigel Slater, de man - want hij is geen kok, geen chef - die zijn groentetuin 'doet' niet voor het genot, het spirituele genot van tuinieren, maar om producten te verkrijgen voor de keuken.
Speciale bonen, ouderwets smakende spruiten, vijf soorten aardappelen - alleen Engelsen zijn zo gek. Hoewel... zelfs ik verbouw twee soorten aardappels op mijn landgoed. Maar ja, ik voel me dan ook een beetje Brits.
Een Engelstalig boek dat zowel een lees- als kijk-, naslag-, en doe-boek is. Het is het verhaal van Nigels kitchengarden, de groentes - en in deel twee het fruit dat hij verbouwt gedurende de seizoenen, gedurende de jaren dat hij deze tuin heeft. Er staan prachtige foto's in, werkelijk adembenemend mooi. Slater geeft tips over de verbouw en het gebruik van de producten uit zijn tuin. En er zijn de vele recepten.
Het is zo'n boek waar je zichtbaar, voelbaar blij van wordt. Dat begon natuurlijk al toen ik het bestaan ervan ontdekte, bij het bestellen - anders dan anders in the blind, bij het kapotscheuren van de verpakking en toen had ik het boek in handen. Dikker dan ik had gedacht: 617 pagina's met een harde kaft en wat voor omslag...
U heeft de kaft, een ander plaatje ervan dan hiernaast, al elders op mijn blog gezien, het doet geen recht aan de werkelijkheid. De kleuren, prachtige tinten blauw en groen en van alles er tussen in. Een omslag met een textuur, met een verrassing, ik was tenminste erg verrast.
'Tender' is een boek dat je oppakt en waar je aan ruikt, doorheen bladert, dat je deelt met je moeder die naast je zit: 'kijk wat een mooie foto', zinnetjes uit het boek hardop voorlezend, stukjes lezend hier en daar. Een prachtig boek. Een schitterend cadeau aan mijzelf.
And oh what a joy, ik heb deel twee om naar uit te kijken. Dat boek gaat over fruit in de moestuin en keuken. Bring it on!
Kate
8 juli 2010
De foto is afkomstig van: http://www.elle.nl/eten/kookboeken/Tender-Volume-I
Labels: ketens, kneuterigheid
kneuterigheid,
koken,
literatuur,
moestuin,
Nigel Slater
Abonneren op:
Posts (Atom)