vrijdag 2 juli 2010

Brood en spelen - 9. Bewustzijn

Bewustzijn

Ik sta daar in vrijheid. Daarmee is de oogsttijd ten einde. Hij beseft het nog niet als hij verder gaat met het opruimen en schoonmaken van de keukenvloer die mijn domein was de afgelopen dagen. Of misschien beseft hij het wel, want waarom anders zou hij nu zo aan het schoonmaken zijn?

Natuurlijk gebeurt er nog het een en ander zodra de keukenvloer weer spic en span is en ik ben afgekoeld en heb nagedacht. Vanzelfsprekend volgen er nog meerdere orgasmes. Ook wij genieten van het beleven van onze seksuele ontlading maar het is niet ons enige of zelfs ons belangrijkste doel.

De reis is belangrijker dan de bestemming. Niemand weet ooit zeker wat die bestemming is en of hij er zal arriveren, hoe hij er zal arriveren, en met wie. Het is als het schrijven van een goed verhaal. Niet voor mij de techniek om vooraf precies te bepalen hoe een verhaal zal lopen, wie en wat ik moet beschrijven om daar te geraken waar ik dat wil, of de lezer het verwacht. Ik begin gewoon en zie wel.

Dit verhaal begon met het optekenen van meanderende gedachtes die in mij opkwamen. Ik genoot van het schrijven, was verrukt dat er een verhaal te vertellen was. Dag na dag ging het door, kronkelde het verhaal verder en kon ik weer een deel afmaken, herlezen, bijschaven. Iedere dag stond ik op, nieuwsgierig naar het vervolg van het avontuur. Elke dag kwam er een vervolg.

Tot ik plaatsneem op dat krukje, dat schandblok of liever gezegd dat zeepkistje, je kent ze wel uit Hyde Park. Daarmee is de weg gelopen, het doel bereikt. Ik sta daar in vrijheid. Met de bewustwording van de essentie van mijn slavernij is de oogsttijd ten einde, en het verhaal. Wat zou ik nog willen, kunnen of moeten toevoegen?

Maar een verhaal is nooit ten einde…

Nu hij weg is – ik heb geen idee hoe lang het dit keer zal zijn – nu de onrust daarover eindelijk is verdwenen, loop ik, op weg naar het park, over het plein waar hij mij voor het eerst kuste. Nooit zal ik die ontmoeting vergeten, daar op dat plein.

Ik droeg een tamelijk lange, strakke, linnen rok met een zijden top, blote benen in hoge pumps. Het was warm, zoals het nu is. Nee, warmer, heter vol zinderend verlangen. Ik voelde me sexy. Ik voelde me vrouw en hij zag het. ‘Je bent een geile vrouw.’ Dat is het mooiste compliment dat ooit iemand me kan maken.

Ik loop over het plein, alleen. Er zitten mensen met kinderen, met vrienden. Het is vreemd hoe de zon (of is het de maand juni?) mijn alleen-zijn prononceert. Maar ik ben niet alleen. Ergens, buiten mijn gezichtsveld, klinken twee akoestische gitaren. Een meisje begint zachtjes te zingen.

Heel even openen de sluiers van het bewustzijn zich. Mijn ziel maakt een connectie met een andere dimensie. Ik heb dat soms, als ik lees of kijk of luister. Het gebeurt altijd onverwachts. Het verdiept de vrede die ik voel. Ik loop over het plein en tegelijkertijd voel ik hem.

Ik voel hem. Misschien speelt hij gitaar, misschien zingt hij er wel bij. De klanken gaan dwars door mijn ziel. Het is alsof hij ergens boven dat plein is, bij me. Ik loop over het plein en ben niet alleen. Het duurt niet lang. Als ik aan het eind van het plein ben, nog voor de brug naar het park, is het over.

Na een heerlijke wandeling weer thuis, spreek ik mijn buurvrouw. Ze heeft oranje slingers boven onze voordeuren aangebracht. ‘Ik heb nog een jongen van tien. Die vindt al die versieringen helemaal het einde.’ Die avond speelt Oranje. Ik ga niet kijken maar hoop voor mijn buurjongetje en heel Nederland dat we winnen.

Morgen is het maandag. Ik ga gewoon naar mijn werk. Ik zal de ‘chitchat’ van mijn collega’s over hun avonturen van het afgelopen weekend trotseren. Mijn weekend was anders. Ik ben anders. Ik liep over het plein en ervoer een verhoogd bewustzijn. Ik genoot van de bomen in het park. Saai? Ach, ik leef mijn leven nu eenmaal anders.

Ik ben anders. Mijn slavernij stopt niet, sluimert maar gaat nooit over. Nu is er rust maar over een tijdje begint het weer van vooraf aan: brood en spelen. Het is heftig maar ik ben niet bang. Ik weet wat ik weet. Ik voel wat ik voel. Ik voelde hem op het plein. Ik was niet alleen. Ik ben niet alleen. Ik ben alleen anders dan anderen. Dat betekent dat ik op maandag regelmatig ergens anders werk – maar morgen niet.



Kate
2 juli 2010