2. Edgware Road
The Metropole Hotel, tegenwoordig de Hilton London Metropole, ik heb ervoor noch erna in het hotelwezen gewerkt. Als je een deur doorging weg van de openbare ruimtes stond je direct op het koude harde beton. Een voor de gasten ontoegankelijke wereld. Harde wereld. Als je er gevoelig voor bent kan het een mooi beeld zijn.
The business centre, hele verhalen zou ik er over kunnen schrijven, passievol, heet. Maar wat er zich afspeelde, of liever zou kunnen spelen gebeurde slechts in mijn mijmeringen na die ontmoeting bij de uitgang van Bakerstreet Tubestation.
Toen ik even niet oplette, want met een klusje bezig, schoof er opeens een schaduw over het bureau. Ik keek op en hij stond voor me. Dagelijks verwachtte ik bezoek ter controle dat ik werkte waar ik had gezegd te werken. Dagelijks bedacht ik hoe eenvoudig het was mij te benaderen alleen in dat kantoortje achter het bureau. Bij iedere telefoonrinkel stond mijn hart een fractie van een seconde stil. Iedere fax haalde ik met trillende hand uit het apparaat. Zoveel scenario’s, zoveel scènes, zoveel gemiste kansen...
Nee, dat is te negatief, te hopeloos en hulpeloos uitgedrukt. We hadden elkaar slechts één keer ontmoet. Dit was nog niet het moment voor spannende momenten op het werk, in de beslotenheid van een toch openbare ruimte. Desondanks, iedere middag als ik me naar huis spoedde over de Edgware Road om vlug wat te lunchen en iedere avond zag ik die lichtgrijze auto langs de trottoirband tot stilstand komen. A dirty mind is a joy forever maar liever: voorpret is de grootste pret. Wie speelt er nu mind games met wie?
’s Avonds weer thuis als eerste een blik op het antwoordapparaat. Nee, geen boodschap. Omkleden, eten, relaxen en naar bed niet te laat want zo’n hele dag achter een bureau in het zicht van de lobby vergt toch wel wat van een mens dat soms ook alleen wil zijn, moet zijn. Moe maar de slaap wil niet komen. Net voor middernacht gaat de telefoon op het tafeltje aan mijn voeteneind.
‘Hello.’
‘Merel, ik wil dat je Kay ontmoet. Ze zal je morgen bellen en een afspraak maken om met je te gaan eten.’
‘Yes Sir.’
‘Slaap zacht.’
‘Thank you, Sir.’
Ik gooi de hoorn op de haak. Ik lig nog niet onder de dekens of de telefoon gaat opnieuw.
‘Wat deed je.’
‘Niets, mijnheer.’
‘Jawel. Jij verbrak de verbinding. Doe dat nooit meer. Begrepen?’
‘Ja mijnheer.’
Tuuttuuttuut. Zachtjes dit keer leg ik de hoorn terug op het toestel.
Wow, dit is serieus. Deze man heeft oog voor details. En Kay? Kay is natuurlijk ‘gewoon’ K. Een intelligente man deze Sir die geen ridder is. Vreemd genoeg heb ik rustig geslapen die nacht. Het was zo het moest zijn en het voelde goed, meer dan goed.