zaterdag 27 augustus 2011

236 schakels - 19.

Kate lag op haar zij op het dekbed onder de deken op de vloer van de slaapkamer en alles leek als vanouds. De gordijnen waren dicht. De leeslamp naast de Chesterfield waar Mark zat, brandde. Hij las.

Op de zitting naast hem lag zijn halfopen werktas. Wat voor dag was het eigenlijk? Zijn laptop lag voor hem op de grond en tegen de voorzijde van de bank waar hij niet zat stond een rijtje ingelijste foto’s.

Ze bekeek de vrouw op de voorste foto. Haar hart sloeg over. Ze wist nog precies wanneer deze foto gemaakt was. Dit was een uitvergroting van haar naakt aan de keten, haar lichaam vol striemen en blauwe plekken. Haar benen uit elkaar, haar armen ook. Ze was gelukkig geweest toen. Ondanks de pijn.

Kate zag de slavin die zij niet meer was. Droge snikken doorbraken de stilte. Dat was zij. Dat moest zij wel zijn.
Mark keek op, legde zijn papieren neer en kwam naar haar toe.

Ze knielde. De deken gleed van haar af. Hij hurkte tegenover haar en tilde haar gezicht omhoog. Ze sloeg haar ogen niet neer. Ze ademde in en uit. In en uit. Het was in orde. Hij was okay.
‘Kate. Lieve Kate. Gaat het?’

Ze knikte. Ze probeerde te glimlachen, zijn zorg weg te nemen. Ze rilde. Ze liet toe hoe hij haar hand pakte, die naar zijn lippen bracht en de rug van haar hand tegen zijn wang legde. Iedere beweging kostte kracht. Doorbrak de rust die zij in slaap gevonden had. Ze was opnieuw of nog steeds misselijk. Ze trok haar hand terug.

‘Wat is er?’
Ze ademde in en uit. In en uit. De thee spoot met een grote boog over hem heen. Ze rilde, ze huilde, ze jammerde verontschuldigingen.

Hij stond op, trok het dekbed onder haar vandaan, de deken van haar af en schopte het kussen weg. Hij pakte de kristallen schaal van de tafel en zette die net op tijd voor haar op de grond. Hij liep naar de bank en kwam terug.

‘Kate, kijk me aan.’
Ze richtte haar blik omhoog naar het smerige overhemd en vocht tegen de volgende golf kots.
‘Kijk me aan.’

Adem in, adem uit. Niet overgeven. Niet nog meer overgeven. Ze keek in de lens van zijn camera.
Hij klikte, het toestel flitste.
Zij sloot haar ogen, probeerde haar ademhaling te reguleren, haar maag tot kalmte te manen.

‘Kate, niet vechten. Laat het maar komen. Ik ben hier. Vertrouw me. Als het niet meer gaat, sla je met je hand op de vloer. Begrijp je wat ik zeg?’
Ze knikte

‘Vertrouw je me?’
Die vraag. Midden in dit, die vraag. Ze opende haar ogen en zag zijn kaken, gespannen, dominant, hard. Ze slikte. Ze herkende het in zijn blik. De lust. Het verlangen. De wens haar te pijnigen. Oh god, niet nu. Ik ben ziek.

Ze kon nee zeggen dan zou hij haar met rust laten. Ze kon altijd nee zeggen.



Kate