vrijdag 12 augustus 2011

236 schakels - 12.

‘Mark?’
‘Wat?’
‘Het spijt me.’
‘Ga naar bed.’
‘Het spijt me meneer.’
‘Ik heb je gehoord. Ga.’

‘Kan ik wat doen?’
‘Wat zou je willen doen? Hmm?’ Hij kwam naar binnen, drukte de sigaret uit op het schoteltje dat als asbak dienstdeed. ‘En wat zou je kunnen doen?’ Het cynisme droop eraf.
‘U wilde bij mij zijn, hier ben ik.’
‘Ga slapen Kate en noem me geen u.’

‘Je stuurt me weg.’
‘Ja. Het is laat, ga slapen. Je hebt je rust hard nodig.’
‘Jij ook.’
‘Ja.’
‘Ik heb een heerlijk bed hoor.’
‘Ja, dat weet ik.‘

‘Ik mis mijn bed.’
‘Ja. En ik mis jou erin, naast me, geketend. Ik droom erover weet je dat?’
‘Over mij?’
‘Ja. Ik droom over jou, over jouw gehavende lijf in de kom van mijn lichaam, veilig, geketend.’

‘Keten me. Alsjeblieft? Sla me, keten me, slaap met me. Alsjeblieft?’
‘Nee.’
‘Wat moet ik doen?’
‘Dat weet je. Je moet doen wat ik je zeg. Niets meer en niets minder. En dan misschien op een dag zul je mijn keten weer mogen dragen. Misschien dat ik je ooit weer zal voelen, ruiken, proeven in de kom van mijn lichaam, je koesteren en liefhebben. Ga naar bed, Kate. Ga naar bed en laat me mijn rust.’





Kate