‘Wat doe jij hier?’
‘Ik ben niet lang na jou naar huis gegaan. Jij sliep al. Ik wilde je niet wakker maken anders had ik je wel uitgekleed.’
‘Je zou toch bij…’
‘Ik wilde bij jou zijn.’
‘Bij mij.’
‘Hier, neem een slok wijn, je ziet eruit alsof je dat wel kunt gebruiken.’
‘Nee, dank je. Liever niet.’
‘Wat wil je dan? Zal ik je een beker warme melk maken of een kop thee? Heb je eigenlijk wel gegeten vanavond? Nee, hè? Waarom heb je niet gegeten?’
‘Omdat ik van jou 200 euro of wat was het bij elkaar moest bedelen.’ Het brak de spanning tussen hen. Zij lachte en hij grinnikte mee.
‘Oh ja, hoe kon ik dat vergeten en dat heb je met verve gedaan. Kom dan maak ik een omelet voor je. Thee of liever warme melk?’
‘Koffie als het mag.’
‘Het mag.’
Hoewel de spanning nu gebroken was, bleef ze staan. De eettafel waar normaal stapels paperassen, tijdschriften en boeken lagen, was leeg geveegd. Aan het einde stond de fruitschaal en aan de kop van de tafel zag ze zijn laptop en telefoons. Een pen, notitieblok, krant en leesbril meer lag er niet.
Alle eetstoelen waren weggehaald behalve die aan het hoofd van de tafel. De enig strategisch juiste plek aan deze kant van het woongedeelte met overzicht over de gehele ruimte en zicht op zowel de kamer- en balkondeur als alle ramen. Zo was hij getraind.
Haar training was anders. De dagen ervoor had ze afwisselend staand aan het aanrecht, zittend op de grond en aan het bureautje in het slaapkamertje gegeten. Het was aan hem haar een plek toe te wijzen.
Hij liet haar staan, een paar passen voorbij de drempel en leek op te gaan in het klutsen van eieren, het snijden van peterselie en het raspen van kaas. Hij liet haar staan en zij was zich daarvan bewust. Was zich bewust van haar plaats ten opzichte van hem. Een mindere.
Ze boog haar hoofd, vouwde haar handen samen in de holte van haar rug, lijnde haar voeten uit evenwijdig aan de voegen van de tegels.
[.../236 schakels - 11.]
Kate