'Wat doe je nu?', vroeg de man uit een ver verleden, 'je was opeens van de aardbodem verdwenen en wij vroegen ons af of je nog in Nederland bent en hoe het met je gaat'.
Als door een lange buis hoorde ik het verleden, mijn verleden tot leven komen, levend zijn bij mensen die ik ooit heb samengebracht in vriendschap en genegenheid.
Het is zo lang geleden en het tijdstip, rond middernacht, werkte niet mee om er een geanimeerd gesprek van te maken. 'Ja, ik woon nog gewoon in Amsterdam; het gaat goed met me; ik doe niets.'
'Kate zegt dat ze niets doet - niets met een hoofdletter N', herhaalde de man voor zijn vrienden die de mijne nooit waren. Daarna was het gesprek snel over. Hij bracht de beste wensen over en ik herhaalde die voor hem en zijn gezelschap.
Nu, een etmaal later, vraag ik me af wat hij had willen horen, deze man die aan het begin van de nacht in veilig gezelschap op het woeste idee kwam mijn nummer nog eens te kiezen?
En ik? Ben ik wel klaar met dat verleden? Zou mijn leven anders zijn gelopen als ik toen andere keuzes had gemaakt? Als ik zakelijk en privé niet zo gescheiden had gehouden? Klinkt dat gek? Nu? Na al die jaren?
Is het relevant jezelf zulke vragen te stellen? Het verleden laat zich immers niet herschrijven en het is niet alsof ik er dagelijks aan denk. Het is geen last en ik ga er verder niet over piekeren.
Maar het verleden is dus niet dood en iets van mijn inspanningen leeft voort en dat is een mooi resultaat van hard werken en veel gedoe. Mijn broer straalde van trots toen ik het hem vertelde. Ik ervoer het als een onverwacht, uitgesteld cadeautje.
Het was mooi te zien die plaatsvervangende trots die ik nooit gevoeld heb want ik vind de dingen die ik doe en gedaan heb normaal en niet zo bijzonder. Sterker: ik vind meestal dat ik beter had gekund en gemoeten. Zo streng ben ik voor mezelf.
Onzinnig natuurlijk, onnodig ook. Dat blijkt wel uit het telefoontje van de man: een blijk van oprechte interesse van mensen die met plezier terugdachten aan de begindagen van hun vriendschap.
En zo zeil ik het jaar uit en ondertussen ren ik, vlieg ik en ga door met het grote Nietsdoen :=). Het telefoontje heeft mij eraan herinnerd dat het heden en de toekomst ooit tot het verleden zullen behoren.
Ik heb mij voorgenomen voortaan bewuster goede herinneringen te zaaien voor mij en mijn omgeving opdat wij met trots, liefde en plezier kunnen terugkijken op dat wat dan in een ver verleden is gebeurd en tot stand gebracht.
Maar ik blijf wel realistisch hoor... :=). Waarschijnlijk zal het Nietsdoen mijn voornemen opslokken en naar de achtergrond verschuiven en misschien is dat maar gezond ook want dat heilige gedoe van al die "geïnspireerde" mensen... Brrrrr!
Kate
25 december 2010