Het gedicht, dit deel ervan, past wel. Als je niet wilt lezen of niet wilt zien of niet met me eens wilt of kunt zijn, als ik weer te veel ergens inlees of bij elkaar trek of fantaseer of wat het is dat ik altijd doe in jouw ogen, dan laat je het maar. Ieder zijn eigen werkelijkheid, nietwaar?
Hoe dan ook, je bent in mijn heden, mijn verleden en mijn toekomst - en dat schreef ik lang voor vanavond want vanavond, hoewel ik het herhaal die woorden, zou ik het misschien niet of niet zo hebben opgeschreven. Zo positief is het allemaal niet (geweest).
Ook niet waar want ieder woord dat ik typ, zelfs de hele lelijke zijn winst. Iedere regel, al dan niet hier, is het product van een scheppende geest. Iedere gedachte een boodschap die me verder brengt.
Het is hoe het is, en het is goed zo. Al ben ik het er niet mee eens, al kan ik me er niet bij neerleggen, al kan ik het niet geloven of onderbouwen - het is goed zoals het is. Precies zoals het is.
Niet omdat jij dat ooit riep maar omdat ik dat ergens wel geloof want je bent in mijn verleden, mijn heden en mijn toekomst en we komen elkaar vast wel weer tegen, al hoop ik van niet, al denk ik van niet, al wil ik dat absoluut niet meemaken.
En jij ook niet dus da's makkelijk zat.
Kate
vrijdag 30 april 2010
Een schrijfproces - 3. een mail (2)
Maar goed, ik zal je verder niet vermoeien met mijn hernieuwde interesse in gedichten.
Hoe kun je liefde winnen met Shakespeare of Eliot, met een foto, met stilte of met kletsen? Maar hetzelfde geldt voor de vragen over gangbangs en snijden en parenclubs in een eerste telefoongesprek. Nee, ik maak geen grapje, dat waren weer de onderwerpen.
hij: hoe denk je over parenclubs?
ik: heeft in mijn optiek weinig of niets met BDSM te maken.
hij: wie zegt dat ik mijn liefje wil delen.
ik: stilte... want waarom begin je er dan over, lul? Wat wil je horen dan?
En zo is het verleden in het heden en zijn we met een mooi bruggetje terug bij T.S. Eliot.
Time present and time past
Are both perhaps present in time future
Ja. Zo is het wel. Het verleden en de toekomst laten sporen achter in het heden. Ik ben niet van de reïncarnatie enzo. Ik weet niet of ik in een leven na de dood geloof. Ik weet niet goed of er iets of niets is na de dood. Ik denk dat wij mensen het geheel nooit zullen kunnen bevatten.
Ik weet wel dat dingen bekend zijn, al heb je ze nooit bewust meegemaakt. Ik weet wel dat ik dingen weet die ik niet weten kan. Ik weet dat er soms iets gebeurt tussen mensen, heel zeldzaam, en die mensen, ik weet het niet - nou ja, ik en mensen :-). Vergeet het maar.
Kate
Hoe kun je liefde winnen met Shakespeare of Eliot, met een foto, met stilte of met kletsen? Maar hetzelfde geldt voor de vragen over gangbangs en snijden en parenclubs in een eerste telefoongesprek. Nee, ik maak geen grapje, dat waren weer de onderwerpen.
hij: hoe denk je over parenclubs?
ik: heeft in mijn optiek weinig of niets met BDSM te maken.
hij: wie zegt dat ik mijn liefje wil delen.
ik: stilte... want waarom begin je er dan over, lul? Wat wil je horen dan?
En zo is het verleden in het heden en zijn we met een mooi bruggetje terug bij T.S. Eliot.
Time present and time past
Are both perhaps present in time future
Ja. Zo is het wel. Het verleden en de toekomst laten sporen achter in het heden. Ik ben niet van de reïncarnatie enzo. Ik weet niet of ik in een leven na de dood geloof. Ik weet niet goed of er iets of niets is na de dood. Ik denk dat wij mensen het geheel nooit zullen kunnen bevatten.
Ik weet wel dat dingen bekend zijn, al heb je ze nooit bewust meegemaakt. Ik weet wel dat ik dingen weet die ik niet weten kan. Ik weet dat er soms iets gebeurt tussen mensen, heel zeldzaam, en die mensen, ik weet het niet - nou ja, ik en mensen :-). Vergeet het maar.
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
Burnt Norton,
dating,
schrijven,
spiritualiteit,
T.S. Eliot
Een schrijfproces - 2. een mail (1)
Jammer, te laat op de avond of is dat gewoon weer een excuus? Ben moe - dat wel, zag op de BBC een programma over T.S. Eliot, een Engelse dichter die ik tijdens mijn studie in de U.K. bestudeerd heb. En nu, zo onverwacht, was het erg mooi en inspirerend en ik ging online even zoeken en ziedaar, hoe treffend. Misschien ben ik onderbewust wel erg beïnvloed.
Leest en huivert, het begin, de eerste strofe van "Burnt Norton", het eerste van vier delen van Four Quartets. Ik zie zo gauw geen Nederlandse vertaling online maar ik neem aan dat je het zult begrijpen, mocht het je interesseren. Poëzie. Gek, eigenlijk sinds na mijn studietijd niet meer aan gedacht.
Blijkbaar wat mooi is, zal altijd mooi wezen. En het idee dat het verleden, het heden en de toekomst op de een of andere manier in elkaar verweven zijn, door elkaar lopen, of hoe hij het zegt aan het eind van deel 1 van “Burnt Norton”, is hoe ik het wel zie, of zou willen zien:
Time past and time future
What might have been and what has been
Point to one end, which is always present.
Leest en huivert, het begin, de eerste strofe van "Burnt Norton", het eerste van vier delen van Four Quartets. Ik zie zo gauw geen Nederlandse vertaling online maar ik neem aan dat je het zult begrijpen, mocht het je interesseren. Poëzie. Gek, eigenlijk sinds na mijn studietijd niet meer aan gedacht.
Blijkbaar wat mooi is, zal altijd mooi wezen. En het idee dat het verleden, het heden en de toekomst op de een of andere manier in elkaar verweven zijn, door elkaar lopen, of hoe hij het zegt aan het eind van deel 1 van “Burnt Norton”, is hoe ik het wel zie, of zou willen zien:
Time past and time future
What might have been and what has been
Point to one end, which is always present.
Labels: ketens, kneuterigheid
Burnt Norton,
inspiratie,
schrijven,
T.S. Eliot
Queensday 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
foto's,
Freddie Mercury,
inspiratie,
kneuterigheid,
Queen
donderdag 29 april 2010
Een schrijfproces - 1. het gedicht
Time present and time past
Are both perhaps present in time future,
And time future contained in time past.
If all time is eternally present
All time is unredeemable.
What might have been is an abstraction
Remaining a perpetual possibility
Only in a world of speculation.
What might have been and what has been
Point to one end, which is always present.
Footfalls echo in the memory
Down the passage which we did not take
Towards the door we never opened
Into the rose-garden. My words echo
Thus, in your mind.
But to what purpose
Disturbing the dust on a bowl of rose-leaves
I do not know.
¹ Eliot, T.S. "Burnt Norton I". Four Quartets. Collected Poems 1906-1962. London: Faber & Faber, 1972. 187-196.
Are both perhaps present in time future,
And time future contained in time past.
If all time is eternally present
All time is unredeemable.
What might have been is an abstraction
Remaining a perpetual possibility
Only in a world of speculation.
What might have been and what has been
Point to one end, which is always present.
Footfalls echo in the memory
Down the passage which we did not take
Towards the door we never opened
Into the rose-garden. My words echo
Thus, in your mind.
But to what purpose
Disturbing the dust on a bowl of rose-leaves
I do not know.
¹ Eliot, T.S. "Burnt Norton I". Four Quartets. Collected Poems 1906-1962. London: Faber & Faber, 1972. 187-196.
Labels: ketens, kneuterigheid
Burnt Norton,
inspiratie,
literatuur,
poezie,
schrijven,
T.S. Eliot
zondag 25 april 2010
Blind date - 5.
Weer hurkte ze en zo bleef ze een hele poos zitten. Het grind boorde door de zolen van haar schoenen en ze voelde het niet. De warme straal tussen haar benen vormde een plasje voor het in de bodem trok maar ze merkte het niet. Weg van alles en iedereen was ze het perfecte beeld voor deze centrale kamer van de formele tuin. Ergens boven in het pand verscholen achter horren genoot de eigenaar van het huis van de aanblik die zij bood.
In de keuken bereidde Johan het diner dat zijn baas hem had doorgebeld. De slavin moest een diner genieten, beter dan het maal dat ze eerder vandaag verwacht had. Zo geschiedde dat hij haar naar binnen leidde en aan het buffet zette. Haar polsen waren nog steeds op haar rug gebonden. Staand en zonder gebruik van haar handen mocht ze een zestal schitterende gerechtjes oplikken of eten zoals een slavin soms geacht wordt te eten om haar duidelijk te maken wat ze is. Een slavin niets meer en niets minder.
Ergens in huis sloeg een klok tien uur. Johan verwijderde de halsband en riem alsmede het touw dat haar polsen op haar rug had gehouden voor en tijdens de maaltijd. Hij hielp haar in haar mantel en reikte haar een warme en vochtige handdoek aan zodat ze haar gezicht kon schoonvegen en gaf haar haar handtas.
‘De taxi staat voor.’ Ze volgde hem de gang door en zag inderdaad een taxi buiten staan. Zonder nog iets te zeggen opende hij het achterportier. Ze gleed op de achterbank en hij sloot de deur. Pas toen noemde ze de straat waar ze woonde. De taxi trok zachtjes op.
Ze zat achterin en dacht aan de avond die ze door had gebracht in het huis van Erik. Erik, mystery man. Een zachte glimlach speelde om haar mond. Het duurde niet lang eer ze de hoek van haar straat bereikten. Ze pakte haar handtas en zocht naar geld. De taxi chauffeur stak zijn hand niet uit toen ze het bankbiljet aanreikte.
‘Vanavond is de betaling in natura.’
Ze keek hem aan in de achteruitkijkspiegel. Donkere ogen, smal gezicht met diepe groeven erin. Ze keek en zweeg. Hij deed de pet van zijn hoofd.
‘Natura slavin, ik neem aan dat je me dat niet zult onthouden.’
‘Nee mijnheer.’
Hij parkeerde de auto voor haar deur, stapte uit, hielp haar uit de wagen en opende haar voordeur met een sleutel aan zijn sleutelbos. Hij draaide zich naar haar om.
‘Heb je lekker gegeten slavin?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Mooi. Dan krijg je van mij persoonlijk het toetje. Ga maar vast naar boven, ontkleed je en wacht op mij zoals je geleerd is.’
Hij liep terug naar de auto en haalde het taxi symbool van het dak en zij beklom de steile trap.
Kate
In de keuken bereidde Johan het diner dat zijn baas hem had doorgebeld. De slavin moest een diner genieten, beter dan het maal dat ze eerder vandaag verwacht had. Zo geschiedde dat hij haar naar binnen leidde en aan het buffet zette. Haar polsen waren nog steeds op haar rug gebonden. Staand en zonder gebruik van haar handen mocht ze een zestal schitterende gerechtjes oplikken of eten zoals een slavin soms geacht wordt te eten om haar duidelijk te maken wat ze is. Een slavin niets meer en niets minder.
Ergens in huis sloeg een klok tien uur. Johan verwijderde de halsband en riem alsmede het touw dat haar polsen op haar rug had gehouden voor en tijdens de maaltijd. Hij hielp haar in haar mantel en reikte haar een warme en vochtige handdoek aan zodat ze haar gezicht kon schoonvegen en gaf haar haar handtas.
‘De taxi staat voor.’ Ze volgde hem de gang door en zag inderdaad een taxi buiten staan. Zonder nog iets te zeggen opende hij het achterportier. Ze gleed op de achterbank en hij sloot de deur. Pas toen noemde ze de straat waar ze woonde. De taxi trok zachtjes op.
Ze zat achterin en dacht aan de avond die ze door had gebracht in het huis van Erik. Erik, mystery man. Een zachte glimlach speelde om haar mond. Het duurde niet lang eer ze de hoek van haar straat bereikten. Ze pakte haar handtas en zocht naar geld. De taxi chauffeur stak zijn hand niet uit toen ze het bankbiljet aanreikte.
‘Vanavond is de betaling in natura.’
Ze keek hem aan in de achteruitkijkspiegel. Donkere ogen, smal gezicht met diepe groeven erin. Ze keek en zweeg. Hij deed de pet van zijn hoofd.
‘Natura slavin, ik neem aan dat je me dat niet zult onthouden.’
‘Nee mijnheer.’
Hij parkeerde de auto voor haar deur, stapte uit, hielp haar uit de wagen en opende haar voordeur met een sleutel aan zijn sleutelbos. Hij draaide zich naar haar om.
‘Heb je lekker gegeten slavin?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Mooi. Dan krijg je van mij persoonlijk het toetje. Ga maar vast naar boven, ontkleed je en wacht op mij zoals je geleerd is.’
Hij liep terug naar de auto en haalde het taxi symbool van het dak en zij beklom de steile trap.
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
Blind date,
ketens,
verhalen
zaterdag 24 april 2010
Moestuintje
Eind 2009 ben ik verhuisd en voor het eerst in mijn leven heb ik de beschikking over een eigen balkonnetje. Het is 1m x 2,75m en ik heb besloten om er groentes te gaan verbouwen :=).
Het is verbazingwekkend, als je je erin verdiept, hoeveel informatie er op het internet te vinden is. Zo kwam ik o.a. uit bij de Makkelijke Moestuin en van daar op Square Foot Gardening.
Het principe is simpel: maak een bak van 1,20m x 1,20m en ongeveer 30cm hoog. Verdeel deze in 16 vakken van 30x30 cm. Vul met aarde en plant of zaai in elk vak een ander gewas.
Geef liefde en water en wacht tot de groentes of het fruit rijp zijn. Zo simpel kan het zijn. Zo simpel is het dus en niets weerhield mij ervan met deze gegevens aan de slag te gaan - op mijn eigen wijze.
Mijn tuintje is een succes, zelfs nog voor ik een radijsje, erwtje of rode kool geoogst heb.
Eindelijk is er weer iets waar ik passie voor voel en liefde en verwondering en ontzag. Dit is - na jaren van stilstand - iets dat ik mijzelf heb toegeëigend, eigen aan het maken ben, waar ik trots op ben en dat me doet stralen.
Het doet me denken aan andere tijden toen ik ook pionierde en straalde en trots was op wat ik voor elkaar kreeg, alleen, op eigen kracht, vanuit mijn liefde die weerbarstig is en grommerig.
Dit, met mijn tuintje, is een andere liefde, want er zijn geen personen mee gemoeid en dat vind ik makkelijker want ik ben van nature geen mensenmens. Dit is een andere liefde of is alle liefde gelijk? Ik denk het hoewel ik het niet kan praktiseren van dag tot dag. Ik wou dat ik het kon... Misschien leert de aarde waarmee ik nu werk het me.
Over leren gesproken... Iedere avond dwaal ik uren op het internet op zoek naar informatie over zaaien en verspenen, over verzorgen en oogsten, over combinatie- en wisselteelt. Als een spons zuig ik het op. Ik wil alles uitproberen, alles telen, ik wil zoveel, te veel gezien de ruimte maar het is zo leuk :=). Onvoorstelbaar leuk.
Ik ben vaker te vinden bij een tuincentrum dan in de supermarkt en als ik daar dan toch ben voor een vlugge boodschap, zie ik geen plastic emmertjes met yoghurt maar nieuwe plantenpotjes waar ik zaailingen zoals aubergine en okra in kan overplanten.
Uren zou ik er over kunnen bloggen: over speciale constructie die ik heb gemaakt zodat worteltjes en prei lekker diep kunnen groeien in de te ondiepe sinaasappelkistjes, over de afrikaantjes en goudsbloemen die zo goed zijn tegen ziektes en ongedierten en die ik dus tussen de groentes door zaai, over de eerste malse blaadjes pluksla waar ik zo van geniet - en, niet te vergeten, over de voorpret om alles wat er nog zal komen (of niet :=) en dat doe ik dan ook op Kates Landgoed.
Kate
24 april 2010
Het is verbazingwekkend, als je je erin verdiept, hoeveel informatie er op het internet te vinden is. Zo kwam ik o.a. uit bij de Makkelijke Moestuin en van daar op Square Foot Gardening.
Het principe is simpel: maak een bak van 1,20m x 1,20m en ongeveer 30cm hoog. Verdeel deze in 16 vakken van 30x30 cm. Vul met aarde en plant of zaai in elk vak een ander gewas.
Geef liefde en water en wacht tot de groentes of het fruit rijp zijn. Zo simpel kan het zijn. Zo simpel is het dus en niets weerhield mij ervan met deze gegevens aan de slag te gaan - op mijn eigen wijze.
erwtjes (bovenste plantjes) |
Eindelijk is er weer iets waar ik passie voor voel en liefde en verwondering en ontzag. Dit is - na jaren van stilstand - iets dat ik mijzelf heb toegeëigend, eigen aan het maken ben, waar ik trots op ben en dat me doet stralen.
Het doet me denken aan andere tijden toen ik ook pionierde en straalde en trots was op wat ik voor elkaar kreeg, alleen, op eigen kracht, vanuit mijn liefde die weerbarstig is en grommerig.
Dit, met mijn tuintje, is een andere liefde, want er zijn geen personen mee gemoeid en dat vind ik makkelijker want ik ben van nature geen mensenmens. Dit is een andere liefde of is alle liefde gelijk? Ik denk het hoewel ik het niet kan praktiseren van dag tot dag. Ik wou dat ik het kon... Misschien leert de aarde waarmee ik nu werk het me.
Over leren gesproken... Iedere avond dwaal ik uren op het internet op zoek naar informatie over zaaien en verspenen, over verzorgen en oogsten, over combinatie- en wisselteelt. Als een spons zuig ik het op. Ik wil alles uitproberen, alles telen, ik wil zoveel, te veel gezien de ruimte maar het is zo leuk :=). Onvoorstelbaar leuk.
aubergine (links voor) en okra (achter en rechts voor) |
Uren zou ik er over kunnen bloggen: over speciale constructie die ik heb gemaakt zodat worteltjes en prei lekker diep kunnen groeien in de te ondiepe sinaasappelkistjes, over de afrikaantjes en goudsbloemen die zo goed zijn tegen ziektes en ongedierten en die ik dus tussen de groentes door zaai, over de eerste malse blaadjes pluksla waar ik zo van geniet - en, niet te vergeten, over de voorpret om alles wat er nog zal komen (of niet :=) en dat doe ik dan ook op Kates Landgoed.
Kate
24 april 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
Kate,
kneuterigheid,
moestuin
vrijdag 23 april 2010
Blind date - 4.
Zij werd slavin genoemd, was het ook. Ze knielde en boog het hoofd. Met een lange pollepel tikte hij op de binnenkant van haar dijen totdat zij ze spreidde. Ruw betaste hij haar borsten, haar buik, zijn hand zakte naar beneden. Hij voelde haar verstijven.
‘Wat is er slavin, voel je je te goed voor mij?’
Haar mond bewoog maar er kwam geen geluid uit. Hij lachte. De lepel schraapte langs haar klit, onwillekeurig kreunde ze. Hij lachte weer.
‘Nee.’
‘Wat nee?’
‘Nee, alstublieft.’
‘Hou je mond.’
‘Alstublieft.’
Hij duwde de natte lepel in haar mond.
‘Die lepel blijft daar zitten. Begrepen, slavin?’ Ze knikte.
‘Handen op je rug.’ Hij rommelde wat in een la en haalde er een stuk touw uit dat beslist dikker was dan regulier keukentouw. Snel en vakkundig bond hij haar polsen.
Daar zat ze in het huis van iemand die ze niet kende, die zelf niet eens aanwezig was, in het gezelschap van een ruwe butler. Bizar. Vreemd en vertrouwd tegelijkertijd.
Haar maag rommelde. Hij keek haar aan en lachte vals.
‘Zou je wat willen eten misschien?’ Ze knikte.
‘En wat had mevrouw gewenst?’ Ze hief haar hoofd op. Voor ze er erg in had schoot zijn hand uit.
‘Heb ik je gezegd op te kijken, slavin?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Stop die lepel terug in je mond. Schiet op.’
Het duurde even voor ze door had hoe ze dat zou moeten doen. Ongeduldig tapte hij met zijn voet op de grond waar de pollepel lag.
‘Kom, kom. Zo moeilijk is het niet.’
Ze boog voorover en pakte de steel tussen haar tanden. Een aai over haar hoofd was de beloning voor het volbrengen van de opdracht. De telefoon ging.
Johan was lang en nog slanker dan zijn baas. Kleine zwarte krulletjes op zijn hoofd en gitzwarte ogen die misschien wel vriendelijk konden kijken maar die zij zo nog niet gezien had.
In een andere setting zou hij helemaal haar type zijn maar hier had hij slechts een verwarrend en zelfs bij vlagen een beangstigend effect op haar. Haar hart bonkte alsof ze ieder moment een aanval verwachtte. Aanval van wat precies dat was de vraag.
Kwam Erik maar terug. Maar Erik was er niet en daarom gaf hij Johan instructies per telefoon. Het gesprek duurde korter dan het voorgaande gesprek en opnieuw ontging haar de inhoud. Na beëindiging ervan sloot Johan een halsband en riem om haar nek en leidde haar aan de riem naar de tuin.
De tuin was aangelegd conform de wetten van de Engelse formele tuin met kamers die door buxushaagjes ommuurd waren en paden bedekt met grind. Hij leidde haar de meest centrale kamer in en bevestigde een haring aan haar riem die hij in de grond stak.
‘Als je moet plassen dan mag je dat hier doen.’ Hij vertrok richting huis haar blozend achterlatend. Hoe had hij geweten dat haar blaas zo vol was dat haar buik pijn deed? Ze hurkte neer, benen uiteen maar de straal wilde niet komen. Ze stond weer op.
Dit was belachelijk. Naakt, geketend en ook nog zo gek om in het openbaar en in het zicht van alle buren te plassen. En toch...
Kate
‘Wat is er slavin, voel je je te goed voor mij?’
Haar mond bewoog maar er kwam geen geluid uit. Hij lachte. De lepel schraapte langs haar klit, onwillekeurig kreunde ze. Hij lachte weer.
‘Nee.’
‘Wat nee?’
‘Nee, alstublieft.’
‘Hou je mond.’
‘Alstublieft.’
Hij duwde de natte lepel in haar mond.
‘Die lepel blijft daar zitten. Begrepen, slavin?’ Ze knikte.
‘Handen op je rug.’ Hij rommelde wat in een la en haalde er een stuk touw uit dat beslist dikker was dan regulier keukentouw. Snel en vakkundig bond hij haar polsen.
Daar zat ze in het huis van iemand die ze niet kende, die zelf niet eens aanwezig was, in het gezelschap van een ruwe butler. Bizar. Vreemd en vertrouwd tegelijkertijd.
Haar maag rommelde. Hij keek haar aan en lachte vals.
‘Zou je wat willen eten misschien?’ Ze knikte.
‘En wat had mevrouw gewenst?’ Ze hief haar hoofd op. Voor ze er erg in had schoot zijn hand uit.
‘Heb ik je gezegd op te kijken, slavin?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Stop die lepel terug in je mond. Schiet op.’
Het duurde even voor ze door had hoe ze dat zou moeten doen. Ongeduldig tapte hij met zijn voet op de grond waar de pollepel lag.
‘Kom, kom. Zo moeilijk is het niet.’
Ze boog voorover en pakte de steel tussen haar tanden. Een aai over haar hoofd was de beloning voor het volbrengen van de opdracht. De telefoon ging.
Johan was lang en nog slanker dan zijn baas. Kleine zwarte krulletjes op zijn hoofd en gitzwarte ogen die misschien wel vriendelijk konden kijken maar die zij zo nog niet gezien had.
In een andere setting zou hij helemaal haar type zijn maar hier had hij slechts een verwarrend en zelfs bij vlagen een beangstigend effect op haar. Haar hart bonkte alsof ze ieder moment een aanval verwachtte. Aanval van wat precies dat was de vraag.
Kwam Erik maar terug. Maar Erik was er niet en daarom gaf hij Johan instructies per telefoon. Het gesprek duurde korter dan het voorgaande gesprek en opnieuw ontging haar de inhoud. Na beëindiging ervan sloot Johan een halsband en riem om haar nek en leidde haar aan de riem naar de tuin.
De tuin was aangelegd conform de wetten van de Engelse formele tuin met kamers die door buxushaagjes ommuurd waren en paden bedekt met grind. Hij leidde haar de meest centrale kamer in en bevestigde een haring aan haar riem die hij in de grond stak.
‘Als je moet plassen dan mag je dat hier doen.’ Hij vertrok richting huis haar blozend achterlatend. Hoe had hij geweten dat haar blaas zo vol was dat haar buik pijn deed? Ze hurkte neer, benen uiteen maar de straal wilde niet komen. Ze stond weer op.
Dit was belachelijk. Naakt, geketend en ook nog zo gek om in het openbaar en in het zicht van alle buren te plassen. En toch...
[.../deel 5]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
Blind date,
ketens,
verhalen
woensdag 21 april 2010
Blind date - 3.
Zonder haar verder een blik waardig te gunnen liep hij naar beneden en stapte in een van de auto’s die langs de gracht voor het huis waren geparkeerd.
‘Uw telefoon!’
Ze rende de trap af en zwaaide met de telefoon in haar hand naar de rode achterlampen van de auto. Te laat! Er zat niets anders op dan te doen wat hij gezegd had. Zij belde weer op de bel van het souterrain en knielde zoals haar was bevolen. Bijna onmiddellijk werd de deur geopend.
‘Wat nu weer,’ snauwde de man. ‘Ik heb opdracht van Erik om aan te bellen.’
‘Je naam?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Je hebt geen naam?’
‘Jawel, meneer. Ik bedoel nee meneer. Ik weet niet.’
‘Nou, sta maar op en kom binnen.’ De deur werd achter haar op slot gedraaid.
‘Volg me.’
Ze volgde de butler, ze nam aan dat het Johan was, door een smalle gang naar de achterkant van het pand.
‘Geef me je jas.’
‘Nee.’
‘Wat zei je?’
‘Ik hou mijn jas liever aan.’
De telefoon ging. Johan nam op maar ze luisterde niet naar het gesprek.
Ze stond in het midden van een lichte en ruime eetkeuken met witte en zwarte plavuizen, lichtgele wanden en een plafond met wit geschilderde balken met hier en daar een haak om keukengerei aan op te hangen. Aan de linkerkant was het kookgedeelte, afgescheiden van de rest van de ruimte door een smal buffet.
Ze liep erheen en legde Erik’s telefoon neer. Johan was nog aan het telefoneren. Erik was er niet en ze wilde naar huis. Ze liep richting voordeur. Ver kwam ze niet. Een hand op haar schouder hield haar tegen, draaide haar om.
‘Je meester.’ Johan duwde zijn telefoon in haar handen.
‘Slavin, je begrijpt niet helemaal hoe de verhoudingen in mijn huis liggen. In mijn afwezigheid ben je gehoorzaamheid verschuldigd aan Johan. Is dat begrepen?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Je blijft in mijn huis tot tien uur vanavond zoals is afgesproken. Ik hoop dat ik voor die tijd terug ben. Dag slavin.’
‘Dag mijnheer.’
Ze gaf de telefoon terug aan Johan.
‘Doe je jas uit.’ Hij trok haar handtas uit haar hand en zette die op het buffet naast de telefoon van Erik. ‘Doe je jas uit en wel onmiddellijk.’ Met trillende vingers en een rood hoofd maakte ze de knopen van haar jas los.
‘En schiet een beetje op of zal ik het doen?’
Ze schudde fel haar hoofd en wende zich af van de knecht die duidelijk dacht zijn meester te moeten overtreffen.
‘Draai je om, draai je naar mij toe.’
Ze kon niet anders dan hem gehoorzamen. De jas was los en door haar beweging vielen de voorpanden open. Onder de jas droeg ze kousen en een jarretelgordel. Dat was alles. Hij bekeek haar alsof hij nog nooit een naakte vrouw had gezien en zij boog haar hoofd omdat dat het enige was wat ze kon doen.
‘Doe die jas uit.’
Ze liet de jas van haar schouders glijden, langs haar armen tot hij in een sierlijke krul aan haar voeten lag. Het was niet dat ze zich schaamde voor haar lichaam. Absoluut niet zelfs. Haar lijf was zacht, vrouwelijk en goed gevuld. Haar tepels waren donkerroze en stonden als mooie felle rozenknopjes op haar borsten, haar kutje glad, en al haar lippen licht geopend en vochtig. Toonbeeld van een vrouw op haar best.
‘Hier jij.’
Ze kwam gedwee naar voren. Johan knipte met zijn vingers en wees naar de grond. Eeuwenoud signaal voor honden en slaven om te knielen aan de voeten van hun meesters.
Kate
‘Uw telefoon!’
Ze rende de trap af en zwaaide met de telefoon in haar hand naar de rode achterlampen van de auto. Te laat! Er zat niets anders op dan te doen wat hij gezegd had. Zij belde weer op de bel van het souterrain en knielde zoals haar was bevolen. Bijna onmiddellijk werd de deur geopend.
‘Wat nu weer,’ snauwde de man. ‘Ik heb opdracht van Erik om aan te bellen.’
‘Je naam?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Je hebt geen naam?’
‘Jawel, meneer. Ik bedoel nee meneer. Ik weet niet.’
‘Nou, sta maar op en kom binnen.’ De deur werd achter haar op slot gedraaid.
‘Volg me.’
Ze volgde de butler, ze nam aan dat het Johan was, door een smalle gang naar de achterkant van het pand.
‘Geef me je jas.’
‘Nee.’
‘Wat zei je?’
‘Ik hou mijn jas liever aan.’
De telefoon ging. Johan nam op maar ze luisterde niet naar het gesprek.
Ze stond in het midden van een lichte en ruime eetkeuken met witte en zwarte plavuizen, lichtgele wanden en een plafond met wit geschilderde balken met hier en daar een haak om keukengerei aan op te hangen. Aan de linkerkant was het kookgedeelte, afgescheiden van de rest van de ruimte door een smal buffet.
Ze liep erheen en legde Erik’s telefoon neer. Johan was nog aan het telefoneren. Erik was er niet en ze wilde naar huis. Ze liep richting voordeur. Ver kwam ze niet. Een hand op haar schouder hield haar tegen, draaide haar om.
‘Je meester.’ Johan duwde zijn telefoon in haar handen.
‘Slavin, je begrijpt niet helemaal hoe de verhoudingen in mijn huis liggen. In mijn afwezigheid ben je gehoorzaamheid verschuldigd aan Johan. Is dat begrepen?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Je blijft in mijn huis tot tien uur vanavond zoals is afgesproken. Ik hoop dat ik voor die tijd terug ben. Dag slavin.’
‘Dag mijnheer.’
Ze gaf de telefoon terug aan Johan.
‘Doe je jas uit.’ Hij trok haar handtas uit haar hand en zette die op het buffet naast de telefoon van Erik. ‘Doe je jas uit en wel onmiddellijk.’ Met trillende vingers en een rood hoofd maakte ze de knopen van haar jas los.
‘En schiet een beetje op of zal ik het doen?’
Ze schudde fel haar hoofd en wende zich af van de knecht die duidelijk dacht zijn meester te moeten overtreffen.
‘Draai je om, draai je naar mij toe.’
Ze kon niet anders dan hem gehoorzamen. De jas was los en door haar beweging vielen de voorpanden open. Onder de jas droeg ze kousen en een jarretelgordel. Dat was alles. Hij bekeek haar alsof hij nog nooit een naakte vrouw had gezien en zij boog haar hoofd omdat dat het enige was wat ze kon doen.
‘Doe die jas uit.’
Ze liet de jas van haar schouders glijden, langs haar armen tot hij in een sierlijke krul aan haar voeten lag. Het was niet dat ze zich schaamde voor haar lichaam. Absoluut niet zelfs. Haar lijf was zacht, vrouwelijk en goed gevuld. Haar tepels waren donkerroze en stonden als mooie felle rozenknopjes op haar borsten, haar kutje glad, en al haar lippen licht geopend en vochtig. Toonbeeld van een vrouw op haar best.
‘Hier jij.’
Ze kwam gedwee naar voren. Johan knipte met zijn vingers en wees naar de grond. Eeuwenoud signaal voor honden en slaven om te knielen aan de voeten van hun meesters.
[.../deel 4]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
Blind date,
ketens,
verhalen
maandag 19 april 2010
Blind date - 2.
‘Luister. Ik ben niet de man met wie jij een afspraak had. Dat weet je inmiddels wel.’
Ze knikte.
‘Mijn naam is Erik en je zult mij mijnheer noemen. Als je mee naar binnen gaat, zal ik je te eten geven zoals die vent met wie je een afspraak had zou hebben gedaan. We praten wat, ik laat je mijn huis zien en om tien uur zet ik je in een taxi.’
‘Nee.’ Ze zei het zachtjes maar ze zei het wel.
‘Wat zeg je?’
‘Nee.’
‘Dat is niet hoe je mij aanspreekt. Opnieuw.’
‘Nee, mijnheer.’
‘Dat is beter. Maar hoezo nee?’
‘Ik ken u niet, mijnheer.’
‘Dat klopt. Net zo min als je die vent kent die nu ergens tevergeefs op je staat te wachten. Van mij weet je tenminste mijn naam.’ Dat was waar. ‘Heb je iemand verteld over je afspraak?’
‘Ja mijnheer, een vriendin.’
‘Heel goed. Je mag haar nu even bellen om te zeggen dat je plannen gewijzigd zijn. Aan de waterkant, achter die blauwe auto staat een bankje. Hier heb je mijn telefoon en dit is mijn visitekaartje. Bel je vriendin en overleg met haar wat je zult doen. Als je bij mij wilt eten, dan druk je precies om half acht op de bel bij de deur onderaan de trap. Je knielt en wacht tot je wordt binnengelaten. Als je niet hier wilt dineren dan bel je aan, legt de telefoon voor de deur en vertrekt.’
Hij draaide zich om en beklom de trap die naar de voordeur leidde.
Merel ging naar het bankje dat haar was aangewezen. Ze bestudeerde het visitekaartje dat Erik haar had gegeven. Ze bekeek de telefoonlijst in zijn telefoon, zag wie hem het laatst gebeld hadden en met wie hij zojuist en eerder had getelefoneerd. Ze las zelfs een paar van de vele sms’jes die hij ontvangen had. Erik was duidelijk een geliefd maar drukbezet man.
Ze opende haar handtas, pakte haar eigen telefoon en belde haar vriendin. Het telefoontje duurde niet lang. Ze bleef zitten. De Westerkerktoren galmde dat het half acht was en zij stond op, stak over, belde aan, deed een stap terug en keek om zich heen. De gracht was leeg. Snel zonk ze op haar knieën en met gebogen hoofd wachtte ze af.
Hij liet haar wachten. In de verte hoorde ze een auto aankomen. Haar hart bonsde. Nog liet hij haar wachten. De auto passeerde. De deur ging open.
‘Ja.’ Een vreemde stem.
‘Ik ben Merel en ik kom voor Erik,’ als een klein meisje dat bij haar vriendje komt spelen.
‘Mijnheer verwacht geen Merel.’ De deur ging dicht.
‘Wacht.’
Te laat, de deur zat in het slot. Zonder op te staan kon ze niet bij de deurbel. Ze bleef zitten op haar knieën. Nu was ze te laat. De voordeur bovenaan de trap ging open en zonder na te denken sprong ze overeind en rende omhoog. In haar haast botste ze bijna tegen Erik op. Hij keek haar aan met kille ogen. Ze schrok ervan.
‘Wat doe je hier?’
‘We zouden gaan eten.’
‘Je bent te laat. Ga. Doe wat je is opgedragen.’
‘En u dan?’
‘Ik moet weg. Doe wat je is opgedragen. Johan zal je te eten geven zoals ik je beloofd heb. Misschien ben ik op tijd terug om je te straffen voor je wangedrag. Misschien niet.’
Kate
Ze knikte.
‘Mijn naam is Erik en je zult mij mijnheer noemen. Als je mee naar binnen gaat, zal ik je te eten geven zoals die vent met wie je een afspraak had zou hebben gedaan. We praten wat, ik laat je mijn huis zien en om tien uur zet ik je in een taxi.’
‘Nee.’ Ze zei het zachtjes maar ze zei het wel.
‘Wat zeg je?’
‘Nee.’
‘Dat is niet hoe je mij aanspreekt. Opnieuw.’
‘Nee, mijnheer.’
‘Dat is beter. Maar hoezo nee?’
‘Ik ken u niet, mijnheer.’
‘Dat klopt. Net zo min als je die vent kent die nu ergens tevergeefs op je staat te wachten. Van mij weet je tenminste mijn naam.’ Dat was waar. ‘Heb je iemand verteld over je afspraak?’
‘Ja mijnheer, een vriendin.’
‘Heel goed. Je mag haar nu even bellen om te zeggen dat je plannen gewijzigd zijn. Aan de waterkant, achter die blauwe auto staat een bankje. Hier heb je mijn telefoon en dit is mijn visitekaartje. Bel je vriendin en overleg met haar wat je zult doen. Als je bij mij wilt eten, dan druk je precies om half acht op de bel bij de deur onderaan de trap. Je knielt en wacht tot je wordt binnengelaten. Als je niet hier wilt dineren dan bel je aan, legt de telefoon voor de deur en vertrekt.’
Hij draaide zich om en beklom de trap die naar de voordeur leidde.
Merel ging naar het bankje dat haar was aangewezen. Ze bestudeerde het visitekaartje dat Erik haar had gegeven. Ze bekeek de telefoonlijst in zijn telefoon, zag wie hem het laatst gebeld hadden en met wie hij zojuist en eerder had getelefoneerd. Ze las zelfs een paar van de vele sms’jes die hij ontvangen had. Erik was duidelijk een geliefd maar drukbezet man.
Ze opende haar handtas, pakte haar eigen telefoon en belde haar vriendin. Het telefoontje duurde niet lang. Ze bleef zitten. De Westerkerktoren galmde dat het half acht was en zij stond op, stak over, belde aan, deed een stap terug en keek om zich heen. De gracht was leeg. Snel zonk ze op haar knieën en met gebogen hoofd wachtte ze af.
Hij liet haar wachten. In de verte hoorde ze een auto aankomen. Haar hart bonsde. Nog liet hij haar wachten. De auto passeerde. De deur ging open.
‘Ja.’ Een vreemde stem.
‘Ik ben Merel en ik kom voor Erik,’ als een klein meisje dat bij haar vriendje komt spelen.
‘Mijnheer verwacht geen Merel.’ De deur ging dicht.
‘Wacht.’
Te laat, de deur zat in het slot. Zonder op te staan kon ze niet bij de deurbel. Ze bleef zitten op haar knieën. Nu was ze te laat. De voordeur bovenaan de trap ging open en zonder na te denken sprong ze overeind en rende omhoog. In haar haast botste ze bijna tegen Erik op. Hij keek haar aan met kille ogen. Ze schrok ervan.
‘Wat doe je hier?’
‘We zouden gaan eten.’
‘Je bent te laat. Ga. Doe wat je is opgedragen.’
‘En u dan?’
‘Ik moet weg. Doe wat je is opgedragen. Johan zal je te eten geven zoals ik je beloofd heb. Misschien ben ik op tijd terug om je te straffen voor je wangedrag. Misschien niet.’
[.../deel 3]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
Blind date,
ketens,
verhalen
zaterdag 17 april 2010
Blind date - 1.
Hij stond niet waar hij had gezegd te zullen staan maar hij stond duidelijk te wachten op iemand, op haar. Merel aarzelde dan ook geen moment, gaf hem een kus op zijn mond, deed een stapje achteruit en boog devoot het hoofd zoals haar was gezegd te doen.
‘Voor wie kom je,’ vroeg de man.
‘Voor u mijnheer.’
‘Hoe is mijn naam?’
Ze zweeg verward. Dit ging anders dan ze had verwacht. Ze had hem al van verre zien staan op de brug in het zonnetje. Lang, mager en met donker haar zoals hij zichzelf omschreven had.
Duizenden mannen die aan zo'n omschrijving voldoen maar maar één die op de hoek zou wachten op haar. Alle hoeken waren manloos geweest. Ze durfde haar hoofd niet op te tillen om te controleren of dat nog steeds zo was.
‘Hoe is mijn naam?’
‘Ik weet het niet, mijnheer.’
‘Je rent op mij af, kust me en weet niet hoe ik heet?’
‘Nee, mijnheer.’
‘En hoe noem ik jou?’
Ze trok haar schouders op. Een gebaar van onmacht en gêne.
‘Zeg me hoe ik je noem.’
‘Slavin, mijnheer,’ na haar lichaamstaal was het nu haar stem die haar verried.
‘Zo, zo.’
Het bleef een tijdje stil. Hij pakte zijn telefoon uit zijn broekzak en drukte op de toetsen.
‘We gaan een hapje eten. Ik heb trek, jij ook?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Waar heb je zin in?’
‘U heeft toch…’
‘Kijk me aan.’
Ze hief haar hoofd op. Hij zag er ouder uit dan ze verwacht had. Er liepen diepe groeven in het magere gelaat. Ze zocht zijn ogen. Hij schoof zijn zonnebril omhoog.
‘Vertrouw je me?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Mooi. Dan gaan we naar Johan. Die kookt hier op de Keizersgracht. Hij zal ons zeker iets lekkers voorzetten. Vind je dat goed, slavin?’
‘Ja, mijnheer.’
Hij pakte haar bij haar bovenarm en leidde haar de gracht op. Na een paar honderd meter bereikten ze een pand met een hoge stenen trap die naar een brede groen geverfde voordeur leidde.
Onderaan de trap was een deur naar een souterrain of kelder. Dit was zeker geen restaurant. Dit was niet wat was afgesproken. Ze trok haar arm los.
‘Wat is er?’
‘We zouden dineren in een restaurant. Dit is geen restaurant.’
‘Nee, maar het eten is er ongekend lekker. Vertrouw je me?’
Ze aarzelde.
Kate
‘Voor wie kom je,’ vroeg de man.
‘Voor u mijnheer.’
‘Hoe is mijn naam?’
Ze zweeg verward. Dit ging anders dan ze had verwacht. Ze had hem al van verre zien staan op de brug in het zonnetje. Lang, mager en met donker haar zoals hij zichzelf omschreven had.
Duizenden mannen die aan zo'n omschrijving voldoen maar maar één die op de hoek zou wachten op haar. Alle hoeken waren manloos geweest. Ze durfde haar hoofd niet op te tillen om te controleren of dat nog steeds zo was.
‘Hoe is mijn naam?’
‘Ik weet het niet, mijnheer.’
‘Je rent op mij af, kust me en weet niet hoe ik heet?’
‘Nee, mijnheer.’
‘En hoe noem ik jou?’
Ze trok haar schouders op. Een gebaar van onmacht en gêne.
‘Zeg me hoe ik je noem.’
‘Slavin, mijnheer,’ na haar lichaamstaal was het nu haar stem die haar verried.
‘Zo, zo.’
Het bleef een tijdje stil. Hij pakte zijn telefoon uit zijn broekzak en drukte op de toetsen.
‘We gaan een hapje eten. Ik heb trek, jij ook?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Waar heb je zin in?’
‘U heeft toch…’
‘Kijk me aan.’
Ze hief haar hoofd op. Hij zag er ouder uit dan ze verwacht had. Er liepen diepe groeven in het magere gelaat. Ze zocht zijn ogen. Hij schoof zijn zonnebril omhoog.
‘Vertrouw je me?’
‘Ja, mijnheer.’
‘Mooi. Dan gaan we naar Johan. Die kookt hier op de Keizersgracht. Hij zal ons zeker iets lekkers voorzetten. Vind je dat goed, slavin?’
‘Ja, mijnheer.’
Hij pakte haar bij haar bovenarm en leidde haar de gracht op. Na een paar honderd meter bereikten ze een pand met een hoge stenen trap die naar een brede groen geverfde voordeur leidde.
Onderaan de trap was een deur naar een souterrain of kelder. Dit was zeker geen restaurant. Dit was niet wat was afgesproken. Ze trok haar arm los.
‘Wat is er?’
‘We zouden dineren in een restaurant. Dit is geen restaurant.’
‘Nee, maar het eten is er ongekend lekker. Vertrouw je me?’
Ze aarzelde.
[.../deel 2]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
Blind date,
ketens,
verhalen
woensdag 14 april 2010
Smeulend vuur - 4.
Smeulend vuur. In abstinentie laat hij zich zien als Michael Jackson herrezen uit zijn net gedolven graf. This is it. Er is geen reden, geen uitleg nodig. Zijn wil is wet en de wet overtreed je niet, nooit, nimmer. De consequentie, het alternatief voor niet volgen, niet gehoorzamen, niet aanvaarden is immers abdicatie. Zoveel weet ik. Zelfs nu ik geen enkele reden heb aan te nemen dat hij mij als zijn slavin beschouwt, weet ik dat ik geen keuze heb. Ik moet accepteren de situatie die er is, precies zoals die er is.
Zij mailt mij. Zij vraagt of ik hem gevonden heb.
Wat zal ik zeggen aan haar die hem wél heeft, maar één is niet genoeg? Ze gaat achter die ene aan. Een fotograaf zoals hij. Een vliegende Hollander die zich nooit zal laten raken. Die pakt wat hij pakken kan, neemt wat hij aangeboden krijgt en nog iets meer. Zij gaat voor de kruimels en ik voel alle bellen rinkelen, schreeuwen dat het slechts zal leiden tot verdriet en pijn. Maar zij is niet ik en ik ben nu eenmaal anders. Het laat me niet los.
Smeulend vuur. In abstinentie laat het zich zien tijdens lange dagen, hete nachten op de flanken van verlangen en ik schrijf de man, die zich nooit zal laten raken, opnieuw een mail. ‘Zeg me wat je wilt’, smeek ik, in de hoop dat het ditmaal anders zal zijn. ‘Ik zal alles voor je doen, alles voor je zijn. Een kerfje op je Uzi.’
En hij antwoordt dat hij seks wil, ongecompliceerde seks, voor de lens van zijn camera, tussen haar en mij, achter bijna gesloten schuifdeuren. Hij krijgt wat hij wil. Uiteraard. Hij krijgt wat hij wil zoals hij het wil. Zij komt spuitend klaar.
‘Cut!’
Of is het kut? Ik weet wat het betekent. Sluit mijn ogen – dat moet ik doen wanneer de deuren wijd open zijn en ik hem zou kunnen zien. Ik heb hem al zolang niet gezien... Zij trekt de keten strak langs mijn buik, mijn schaamlippen, mijn bilnaad, omhoog naar mijn hals. Een klik. Dicht. Thuis! Klemmen op mijn tepels. Ik haat klemmen. Ze is ruw of gehaast. Wat kan het haar schelen hoe ik me voel? Ik hoor de deuren schuiven. Ik kijk zoals mij bevolen is door de kier. Hard er in, vol eruit, spuiten op haar bleke huid.
‘Cut!’
Ik sluit mijn ogen. De deuren gaan open en dicht. Ze ontdoet mij van keten en klemmen.
‘Hij wil dat je gaat.’ Ik sta op. ‘Wacht.’ Ze veegt met haar wijsvinger over haar buik. Ik proef hem. ‘Voor jou, van hem’. Ik huil. Ik ga.
‘Hij was’, schrijft ze later, ‘zoals jij al had gezegd: hard, dwingend en zonder consideratie. Hij is alles wat ik zocht en meer. Hij wil me volgende maand weer zien, in Milaan, zonder jou.’
Ook mijn mailen, schrijven, schrijvend smeken zal daar niets aan kunnen veranderen. Mijn poging hem te raken, tevergeefs. Ik leef mijn leven in abstinentie tot hij me weer ontbiedt. Tot die tijd ben ik smeulend vuur.
Kate
Zij mailt mij. Zij vraagt of ik hem gevonden heb.
Wat zal ik zeggen aan haar die hem wél heeft, maar één is niet genoeg? Ze gaat achter die ene aan. Een fotograaf zoals hij. Een vliegende Hollander die zich nooit zal laten raken. Die pakt wat hij pakken kan, neemt wat hij aangeboden krijgt en nog iets meer. Zij gaat voor de kruimels en ik voel alle bellen rinkelen, schreeuwen dat het slechts zal leiden tot verdriet en pijn. Maar zij is niet ik en ik ben nu eenmaal anders. Het laat me niet los.
Smeulend vuur. In abstinentie laat het zich zien tijdens lange dagen, hete nachten op de flanken van verlangen en ik schrijf de man, die zich nooit zal laten raken, opnieuw een mail. ‘Zeg me wat je wilt’, smeek ik, in de hoop dat het ditmaal anders zal zijn. ‘Ik zal alles voor je doen, alles voor je zijn. Een kerfje op je Uzi.’
En hij antwoordt dat hij seks wil, ongecompliceerde seks, voor de lens van zijn camera, tussen haar en mij, achter bijna gesloten schuifdeuren. Hij krijgt wat hij wil. Uiteraard. Hij krijgt wat hij wil zoals hij het wil. Zij komt spuitend klaar.
‘Cut!’
Of is het kut? Ik weet wat het betekent. Sluit mijn ogen – dat moet ik doen wanneer de deuren wijd open zijn en ik hem zou kunnen zien. Ik heb hem al zolang niet gezien... Zij trekt de keten strak langs mijn buik, mijn schaamlippen, mijn bilnaad, omhoog naar mijn hals. Een klik. Dicht. Thuis! Klemmen op mijn tepels. Ik haat klemmen. Ze is ruw of gehaast. Wat kan het haar schelen hoe ik me voel? Ik hoor de deuren schuiven. Ik kijk zoals mij bevolen is door de kier. Hard er in, vol eruit, spuiten op haar bleke huid.
‘Cut!’
Ik sluit mijn ogen. De deuren gaan open en dicht. Ze ontdoet mij van keten en klemmen.
‘Hij wil dat je gaat.’ Ik sta op. ‘Wacht.’ Ze veegt met haar wijsvinger over haar buik. Ik proef hem. ‘Voor jou, van hem’. Ik huil. Ik ga.
‘Hij was’, schrijft ze later, ‘zoals jij al had gezegd: hard, dwingend en zonder consideratie. Hij is alles wat ik zocht en meer. Hij wil me volgende maand weer zien, in Milaan, zonder jou.’
Ook mijn mailen, schrijven, schrijvend smeken zal daar niets aan kunnen veranderen. Mijn poging hem te raken, tevergeefs. Ik leef mijn leven in abstinentie tot hij me weer ontbiedt. Tot die tijd ben ik smeulend vuur.
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Smeulend vuur,
verhalen
dinsdag 13 april 2010
Smeulend vuur - 3.
Een gebonden man, zoals zovelen, roaming, drifting, een meisje hier, een subje daar. Hij zwerft de hele wereld over. Uiteraard. Ik vraag me af, hoe kan liefde die er was natuurlijker dan al het andere geen vervolg krijgen? Hoe kon hij dat wat er was tussen ons op dat moment, in die tijd dat hij het toeliet en voedde, zonder enige uitleg vermoorden, uithongeren, negeren en afdanken?
‘Zeg me wat je wilt,’ vraag ik.
‘Je weet wat ik wil.’
‘Ik weet wel wat je wilt maar ik wil het jou horen zeggen. Zeg het me.’
‘Seks. Ongecompliceerde seks. Hard erin, vol eruit en spuiten op je bleke huid.’
Ik heb zijn woorden gelezen en begrepen. En ik vraag me af, wat zou er zo erg aan zijn als ik me als zoveelste kerfje op zijn Uziloop liet gebruiken, misbruiken? Wat zou er erg zijn aan een one night stand? Heet, sissend, meer niet.
‘Dus je wilt seks, het meest overgewaardeerde kunstje op deze aardkloot?’
‘Maar wel lekker.’
‘Ik zou het niet weten. Het is nooit lekker geweest.’
‘Nooit?’
‘Nah, hmmm, misschien toch wel. Ergens ooit ver in het verleden. Hoewel? Hmmm. Ach, who cares?’
‘I do.’
‘Ja, ik weet. Maar ja. Wat moet ik nu zeggen? Dat het toch wel lekker was?’
‘Je had niet de goeie partner.’
‘Stop! Ga jij niet, ook niet zeggen dat jij het beter kunt. Zeg liever dat je het beter wenst, maar kunnen? Nah! Hele volksstammen hebben mij tot speciaal project gebombardeerd. Likken, wrijven, knabbelen of met geweld erin. Huppa, je bent toch een slavin?’
Nee. Dan maar niet. Dan maar geen slavin. Niet voor hen. Wat ik weet kun je me nooit afnemen dus denk maar dat ik geen slavin ben. En seks? Nee, laat maar. Misschien ooit weer.
Kate
‘Zeg me wat je wilt,’ vraag ik.
‘Je weet wat ik wil.’
‘Ik weet wel wat je wilt maar ik wil het jou horen zeggen. Zeg het me.’
‘Seks. Ongecompliceerde seks. Hard erin, vol eruit en spuiten op je bleke huid.’
Ik heb zijn woorden gelezen en begrepen. En ik vraag me af, wat zou er zo erg aan zijn als ik me als zoveelste kerfje op zijn Uziloop liet gebruiken, misbruiken? Wat zou er erg zijn aan een one night stand? Heet, sissend, meer niet.
‘Dus je wilt seks, het meest overgewaardeerde kunstje op deze aardkloot?’
‘Maar wel lekker.’
‘Ik zou het niet weten. Het is nooit lekker geweest.’
‘Nooit?’
‘Nah, hmmm, misschien toch wel. Ergens ooit ver in het verleden. Hoewel? Hmmm. Ach, who cares?’
‘I do.’
‘Ja, ik weet. Maar ja. Wat moet ik nu zeggen? Dat het toch wel lekker was?’
‘Je had niet de goeie partner.’
‘Stop! Ga jij niet, ook niet zeggen dat jij het beter kunt. Zeg liever dat je het beter wenst, maar kunnen? Nah! Hele volksstammen hebben mij tot speciaal project gebombardeerd. Likken, wrijven, knabbelen of met geweld erin. Huppa, je bent toch een slavin?’
Nee. Dan maar niet. Dan maar geen slavin. Niet voor hen. Wat ik weet kun je me nooit afnemen dus denk maar dat ik geen slavin ben. En seks? Nee, laat maar. Misschien ooit weer.
[.../deel 4]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Smeulend vuur,
verhalen
Smeulend vuur - 2.
Smeulend vuur. Ik heb genoeg, laat ik daar duidelijk over zijn. Ik mag in mijn handen knijpen en een rondedansje doen. Ik tel mijn zegeningen. Ik beschik over een goede gezondheid, heb familie, vrienden, een dak boven mijn hoofd, schoon water, hygiëne en voedsel vaak meer dan ik tot me zou moeten nemen. Ik ken heerlijke dagen, korte nachten. Ik schrijf. Maar die ene heb ik niet.
‘Heb je hem gevonden die ene?’
Nee. Wat moet ik zeggen? Hij stuurde mij de blauwdruk van mijn slavernij in zwart-wit. Door bijna gesloten schuifdeuren zag ik mijn toekomst, mijn heden in de afstand tussen fotograaf en object. Wat moet ik zeggen? Het bestaat maar hij wil niet. Of kan niet. Of durft niet. Of misschien is hij het wel gewoon niet. Nee, hij is het niet. Hij is er niet. Hij bestaat niet. Of liever, ik besta niet.
Degene die ik wilde zijn was een product van geile fantasieën van vóór de beleefde werkelijkheid, van vóór het besef dat ik anders was, te anders om zijn slavin te mogen, te kunnen zijn ‘en voor vriendschap staan we elkaar te na’. Wie ben ik om vriendschap af te wijzen, vriendschap is ook liefde, maar vriendschap heb ik nooit gewild. Niet met hem. En nu kondigt hij aan me te zullen mailen, ‘uitgebreider’. Zonder dat ik weet waar hij over wil schrijven ben ik bang.
‘Ik heb je woorden gelezen. Al je woorden. De woorden die zichtbaar zijn, gelezen. En ik vraag me af… Ik vraag me af, I can’t help but wonder, what d’you want? What are you looking for, in me? Ik heb je gelezen. Al je emoties. De emoties die je niet liet zien, gelezen. En ik weet. Ik weet waar je naar verlangt. Mijn wens tot domineren is sterker dan ooit. Ik schrijf je snel wat uitgebreider.’
Kate
‘Heb je hem gevonden die ene?’
Nee. Wat moet ik zeggen? Hij stuurde mij de blauwdruk van mijn slavernij in zwart-wit. Door bijna gesloten schuifdeuren zag ik mijn toekomst, mijn heden in de afstand tussen fotograaf en object. Wat moet ik zeggen? Het bestaat maar hij wil niet. Of kan niet. Of durft niet. Of misschien is hij het wel gewoon niet. Nee, hij is het niet. Hij is er niet. Hij bestaat niet. Of liever, ik besta niet.
Degene die ik wilde zijn was een product van geile fantasieën van vóór de beleefde werkelijkheid, van vóór het besef dat ik anders was, te anders om zijn slavin te mogen, te kunnen zijn ‘en voor vriendschap staan we elkaar te na’. Wie ben ik om vriendschap af te wijzen, vriendschap is ook liefde, maar vriendschap heb ik nooit gewild. Niet met hem. En nu kondigt hij aan me te zullen mailen, ‘uitgebreider’. Zonder dat ik weet waar hij over wil schrijven ben ik bang.
‘Ik heb je woorden gelezen. Al je woorden. De woorden die zichtbaar zijn, gelezen. En ik vraag me af… Ik vraag me af, I can’t help but wonder, what d’you want? What are you looking for, in me? Ik heb je gelezen. Al je emoties. De emoties die je niet liet zien, gelezen. En ik weet. Ik weet waar je naar verlangt. Mijn wens tot domineren is sterker dan ooit. Ik schrijf je snel wat uitgebreider.’
[.../deel 3]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Smeulend vuur,
verhalen
maandag 12 april 2010
Smeulend vuur - 1.
Smeulend vuur. In abstinentie laat het zich zien tijdens lange dagen, hete nachten op de flanken van het verlangen en in de hoop dat alles ditmaal anders zal zijn. Maar het is hoe het is, en het is ook dit keer niet anders. Na weer een MSN gesprek dat mij niet raakt of een mail met woorden die nergens over gaan, gooi ik mijn advertentie maar op zwart, het profiel van de site, klaar met alles wat naar BDSM riekt en schrijf de man, de enige die mij kan lezen, die weet wat ik wil, een mail.
Stilte. Mijn poging hem te raken, tevergeefs. Uiteraard. Ik zal dieper door het stof moeten en al mijn creativiteit aanwenden om zijn muren te slechten. Beter dan Sheherazade moet ik zijn en al weet ik niets over mezelf, ik weet dat ik kan schrijven want soms, heel af en toe, raakt mijn schrijven hem wél dus schrijf ik verder, een roep die echoot in de tijd en maar zelden beantwoord wordt – tot vandaag.
‘Je conclusies zijn onjuist. Mijn wens tot domineren is sterker dan ooit’, mailt hij, ‘ik schrijf je snel wat uitgebreider.’
Maakt het nog uit of hij mij zal vertellen waarom het is zoals het is? Maakt het hem gelukkiger zijn zelf gekozen afstand te verkleinen? Zal het enig verschil maken tussen ons? Doe ik er goed aan hem te vragen te zwijgen of juist niet? Is wat goed is voor hem - als het al goed is - ook goed voor mij?
Als ik niet denk, me niets afvraag, niet probeer te analyseren het waarom of hoezo, dan weet ik. Dan openbaart zich een kristalhelder inzicht dat geworteld is in het diepst van mijn wezen. Dan weet ik dat wat ik voel, de waarheid is. Dat de connectie die er is tussen ons, onuitgesproken en compleet, liefde is. Dat ik in staat ben om lief te hebben, om liefde te herkennen. Dat het nergens anders om draait dan om die liefde, om die passie en energie.
En als het mij overkomt tussen alle woede en onbegrip en verdriet door dat ik weet hoe het was en is en altijd zal zijn, dan besef ik dat het nergens anders in dit leven om gaat dan om het zuivere inzicht dat diep in onszelf huist. Het is een weten dat niets met conventie te maken heeft. Er is geen reden, geen uitleg nodig alleen maar een aanvaarding van de totaalheid van het inzicht dat ons geschonken wordt. Ik moet accepteren de situatie die er is, precies zoals die er is.
Kate
Stilte. Mijn poging hem te raken, tevergeefs. Uiteraard. Ik zal dieper door het stof moeten en al mijn creativiteit aanwenden om zijn muren te slechten. Beter dan Sheherazade moet ik zijn en al weet ik niets over mezelf, ik weet dat ik kan schrijven want soms, heel af en toe, raakt mijn schrijven hem wél dus schrijf ik verder, een roep die echoot in de tijd en maar zelden beantwoord wordt – tot vandaag.
‘Je conclusies zijn onjuist. Mijn wens tot domineren is sterker dan ooit’, mailt hij, ‘ik schrijf je snel wat uitgebreider.’
Maakt het nog uit of hij mij zal vertellen waarom het is zoals het is? Maakt het hem gelukkiger zijn zelf gekozen afstand te verkleinen? Zal het enig verschil maken tussen ons? Doe ik er goed aan hem te vragen te zwijgen of juist niet? Is wat goed is voor hem - als het al goed is - ook goed voor mij?
Als ik niet denk, me niets afvraag, niet probeer te analyseren het waarom of hoezo, dan weet ik. Dan openbaart zich een kristalhelder inzicht dat geworteld is in het diepst van mijn wezen. Dan weet ik dat wat ik voel, de waarheid is. Dat de connectie die er is tussen ons, onuitgesproken en compleet, liefde is. Dat ik in staat ben om lief te hebben, om liefde te herkennen. Dat het nergens anders om draait dan om die liefde, om die passie en energie.
En als het mij overkomt tussen alle woede en onbegrip en verdriet door dat ik weet hoe het was en is en altijd zal zijn, dan besef ik dat het nergens anders in dit leven om gaat dan om het zuivere inzicht dat diep in onszelf huist. Het is een weten dat niets met conventie te maken heeft. Er is geen reden, geen uitleg nodig alleen maar een aanvaarding van de totaalheid van het inzicht dat ons geschonken wordt. Ik moet accepteren de situatie die er is, precies zoals die er is.
[.../deel 2]
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Smeulend vuur,
verhalen
woensdag 7 april 2010
Cooking doesn't get tougher than this...
Wow, opnieuw met enorm veel plezier, ontzag en respect gekeken naar MasterChef op de BBC. Kookwedstrijd van acht weken onder leiding van John Torode and Gregg Wallace met als doel de beste amateur-kok van Groot Brittannië te vinden.
Ieder jaar ligt de lat hoger. Ieder jaar kijk ik met meer ontzag naar wat amateurs klaar spelen in professionele keukens. Het programma is een grote energy boost: van voice-over, muziek, John en Gregg, de locaties, de opdrachten tot natuurlijk de kandidaten en hun recepten.
Gisteravond zag ik o.a. hoe de drie finalisten: Dhruv Baker, Tim Kinnaird, Alex Rushmer in Jodhpur, India in zinderende hitte kookten voor de Maharajah Gaj Singh II. Een groots vuurwerk werd ontstoken ten teken dat het diner kon worden geserveerd. En wat voor diner...
Alsof deze opdracht niet intimiderend genoeg was, werd vanavond o.a. gekookt voor Alain Ducasse een drie Michelin sterren chef en een aantal van zijn protegés die allen in Michelin sterren restaurants koken.
Morgenavond is alweer de laatste aflevering. Traditiegetrouw zal elk van de drie finalisten koken in een sterrenrestaurant ergens in Europa. Ik heb gelezen dat dat voor Dhruv, Tim of Alex in Nederland zal zijn.
Daarna keren zij terug naar de MasterChef studio om voor de laatste maal te koken voor Greg Wallace en John Torode. Aan hen de taak een van de drie tot winnaar uit te roepen.
Wat zo mooi is aan dit programma is te zien hoe ver mensen kunnen komen als zij hun hart volgen, gestimuleerd worden, training krijgen en een kans hun droom waar te maken.
Het is ontroerend mee te maken hoezeer zij onder zware omstandigheden hun grenzen verleggen en meer en beter presteren dan zijzelf voor mogelijk hadden gehouden. Hoe steil de leercurve is en wat een verschil acht weken, ongetwijfeld heftige training achter de schermen, uitmaakt.
Cooking doesn't get tougher than this. En zo is het! Morgenavond, 22:00 uur bbc1.
Kate
7 april 2010
Ieder jaar ligt de lat hoger. Ieder jaar kijk ik met meer ontzag naar wat amateurs klaar spelen in professionele keukens. Het programma is een grote energy boost: van voice-over, muziek, John en Gregg, de locaties, de opdrachten tot natuurlijk de kandidaten en hun recepten.
Gisteravond zag ik o.a. hoe de drie finalisten: Dhruv Baker, Tim Kinnaird, Alex Rushmer in Jodhpur, India in zinderende hitte kookten voor de Maharajah Gaj Singh II. Een groots vuurwerk werd ontstoken ten teken dat het diner kon worden geserveerd. En wat voor diner...
Alsof deze opdracht niet intimiderend genoeg was, werd vanavond o.a. gekookt voor Alain Ducasse een drie Michelin sterren chef en een aantal van zijn protegés die allen in Michelin sterren restaurants koken.
Morgenavond is alweer de laatste aflevering. Traditiegetrouw zal elk van de drie finalisten koken in een sterrenrestaurant ergens in Europa. Ik heb gelezen dat dat voor Dhruv, Tim of Alex in Nederland zal zijn.
Daarna keren zij terug naar de MasterChef studio om voor de laatste maal te koken voor Greg Wallace en John Torode. Aan hen de taak een van de drie tot winnaar uit te roepen.
Wat zo mooi is aan dit programma is te zien hoe ver mensen kunnen komen als zij hun hart volgen, gestimuleerd worden, training krijgen en een kans hun droom waar te maken.
Het is ontroerend mee te maken hoezeer zij onder zware omstandigheden hun grenzen verleggen en meer en beter presteren dan zijzelf voor mogelijk hadden gehouden. Hoe steil de leercurve is en wat een verschil acht weken, ongetwijfeld heftige training achter de schermen, uitmaakt.
Cooking doesn't get tougher than this. En zo is het! Morgenavond, 22:00 uur bbc1.
Kate
7 april 2010
Labels: ketens, kneuterigheid
inspiratie,
kneuterigheid,
koken,
Masterchef,
tv
maandag 5 april 2010
Ik voel het in mijn buik, mijn ziel, mijn kut
Terwijl ik zoek naar foto's om mijn BDSM pagina te verlevendigen kom ik deze foto tegen.
Jaren geleden heb ik hem van een site geplukt, nooit eerder getoond of gebruikt. En nu, ik voel hem in mijn buik, mijn ziel, mijn kut (excusez-le-mot).
Kate
5 april 2010
Fotoverantwoording: 9 januari 2012 - ik heb gevonden wie de fotograaf van de foto is, het is Craig Morey en bovengenoemde foto is in 2004 gemaakt van het model Natalie.
Jaren geleden heb ik hem van een site geplukt, nooit eerder getoond of gebruikt. En nu, ik voel hem in mijn buik, mijn ziel, mijn kut (excusez-le-mot).
Kate
5 april 2010
Fotoverantwoording: 9 januari 2012 - ik heb gevonden wie de fotograaf van de foto is, het is Craig Morey en bovengenoemde foto is in 2004 gemaakt van het model Natalie.
zondag 4 april 2010
Stuntelen met stokjes
‘Heb je al eens met hem gegeten?’ vraagt mijn moeder altijd als ik het weer eens heb over een man die ik bijzonder vind. De achterliggende vraag is natuurlijk of de heer in kwestie wel met vork en mes kan eten. Met andere woorden, of hij enige opvoeding heeft genoten.
Zoals ik haar dan telkens weer vertel, gaat het tegenwoordig bij het bepalen van opvoeding c.q. culturele bagage allang niet meer alleen om de kunst van het eten met vork en mes. In een multiculturele samenleving en een wereld die steeds kleiner wordt, moet je ook overweg kunnen met chopsticks.
Ooit als student in Birmingham toen ik vaak in Chinatown goedkoop en lekker ging eten, beheerste ik de kunst van Chinees eten met stokjes redelijk. Maar dat is lang geleden en Chinees voedsel bestaat meestal niet uit rijst die uit elkaar dondert als ik er alleen al naar kijk.
Dat gebeurt namelijk als ik rijst met stokjes eet. Heel gênant… Of dat betekent dat ik geen opvoeding heb genoten durf ik niet te stellen, maar toen de uitnodiging kwam van een charmante doch zeer dominante heer om met hem Japans te lunchen, moest ik wel even slikken.
Het was een zonnige dag in november en na een heerlijke maar onverwachte wandeling richting Okura omdat de trams weer eens staakten, arriveerde ik keurig op tijd in het restaurant. Mijnheer zat er al en keek mij goedkeurend aan.
‘Daar ben je,’ zei hij, ‘keurig op tijd.’ Ik bloosde, nu al.
‘Ik heb zin om je te verwennen. Heb je trek? Waar heb je zin in? Zal ik wat lekkers voor je bestellen?’
Ik knikte en lachte en vergat prompt mijn zenuwen bij zoveel enthousiasme. Wat een fijn mens was het toch, en wat een onzin me zorgen te maken over mijn tafelmanieren.
Hij bestelde sake en een karaf plat water. Hij is een uitstekende gastheer, vroeg van alles en was oprecht geïnteresseerd in de dingen die ik hem vertelde. Even verstrakte hij toen het Japanse meisje dat ons bediende per ongeluk een half glas water omgooide maar hij herstelde zich snel.
Na duizend excuses, een diepe buiging en nog meer excuses liet de Japanse ons weer even alleen. Dat gaf hem de gelegenheid mij opnieuw te doen blozen. Toen de Japanse terugkeerde met misosoep en een selectie van sushi en sashimi wist ik dat hij ondanks de luchtige sfeer nauwgezet op me lette.
Nadat de Japanse zich weer had teruggetrokken begon het feest van ik en de stokjes... De tofu in de soep brak telkens als ik er maar naar wees en die stomme sushi was te wankel voor mijn gestuntel. Ik was vreselijk onhandig en meer hoef ik denk ik niet te zeggen.
Hij maakte er geen woord aan vuil, keek slechts, wenkte de Japanse en vroeg om ‘Europees bestek voor de dame.’ Het maakte me nog kleiner. Maar toen ik doorworstelde met de stokjes en snippers tofu, maakte hij er simpel een eind aan door me te verbieden nog langer met stokjes te eten. En dat was dat.
Een klein uur later namen we afscheid van elkaar in de lounge van het hotel. Bij thuiskomst na weer een mooie wandeling, nog zonniger, en iets korter door een iets andere route, lag er een envelop op de deurmat. Met bonkend hart las ik de inhoud. Ik pakte mijn boodschappentas en toog richting toko.
Ik had slechts een zeer beperkte tijd om mijzelf alsnog de kunst van het eten-met-stokjes aan te leren. Zou ik daarin niet of onvoldoende slagen dan zou hij me daarbij helpen want hoewel het allerschattigst was geweest me zo te zien stuntelen met stokjes was ‘deze vertoning’ niet voor herhaling vatbaar.
Nou ja, u kunt zich wellicht voorstellen hoe een en ander afliep… Na duizend excuses, een diepe buiging en nog meer excuses, nam de man me mee naar een van de private diningrooms van het Okura Hotel. Daar nam hij het examen eten-met-stokjes af.
Of ik slaagde? Ach, laat ik het zo zeggen, ik heb nog maanden erna alles wat ik at met stokjes gegeten, en alles wat ik hem opdiende vergezeld doen gaan van duizend excuses, diepe buigingen, excuses en meer buigingen. Laat ik het zo zeggen, de maanden na de lunch stonden in het teken van Japan.
Kate
Zoals ik haar dan telkens weer vertel, gaat het tegenwoordig bij het bepalen van opvoeding c.q. culturele bagage allang niet meer alleen om de kunst van het eten met vork en mes. In een multiculturele samenleving en een wereld die steeds kleiner wordt, moet je ook overweg kunnen met chopsticks.
Ooit als student in Birmingham toen ik vaak in Chinatown goedkoop en lekker ging eten, beheerste ik de kunst van Chinees eten met stokjes redelijk. Maar dat is lang geleden en Chinees voedsel bestaat meestal niet uit rijst die uit elkaar dondert als ik er alleen al naar kijk.
Dat gebeurt namelijk als ik rijst met stokjes eet. Heel gênant… Of dat betekent dat ik geen opvoeding heb genoten durf ik niet te stellen, maar toen de uitnodiging kwam van een charmante doch zeer dominante heer om met hem Japans te lunchen, moest ik wel even slikken.
Het was een zonnige dag in november en na een heerlijke maar onverwachte wandeling richting Okura omdat de trams weer eens staakten, arriveerde ik keurig op tijd in het restaurant. Mijnheer zat er al en keek mij goedkeurend aan.
‘Daar ben je,’ zei hij, ‘keurig op tijd.’ Ik bloosde, nu al.
‘Ik heb zin om je te verwennen. Heb je trek? Waar heb je zin in? Zal ik wat lekkers voor je bestellen?’
Ik knikte en lachte en vergat prompt mijn zenuwen bij zoveel enthousiasme. Wat een fijn mens was het toch, en wat een onzin me zorgen te maken over mijn tafelmanieren.
Hij bestelde sake en een karaf plat water. Hij is een uitstekende gastheer, vroeg van alles en was oprecht geïnteresseerd in de dingen die ik hem vertelde. Even verstrakte hij toen het Japanse meisje dat ons bediende per ongeluk een half glas water omgooide maar hij herstelde zich snel.
Na duizend excuses, een diepe buiging en nog meer excuses liet de Japanse ons weer even alleen. Dat gaf hem de gelegenheid mij opnieuw te doen blozen. Toen de Japanse terugkeerde met misosoep en een selectie van sushi en sashimi wist ik dat hij ondanks de luchtige sfeer nauwgezet op me lette.
Nadat de Japanse zich weer had teruggetrokken begon het feest van ik en de stokjes... De tofu in de soep brak telkens als ik er maar naar wees en die stomme sushi was te wankel voor mijn gestuntel. Ik was vreselijk onhandig en meer hoef ik denk ik niet te zeggen.
Hij maakte er geen woord aan vuil, keek slechts, wenkte de Japanse en vroeg om ‘Europees bestek voor de dame.’ Het maakte me nog kleiner. Maar toen ik doorworstelde met de stokjes en snippers tofu, maakte hij er simpel een eind aan door me te verbieden nog langer met stokjes te eten. En dat was dat.
Een klein uur later namen we afscheid van elkaar in de lounge van het hotel. Bij thuiskomst na weer een mooie wandeling, nog zonniger, en iets korter door een iets andere route, lag er een envelop op de deurmat. Met bonkend hart las ik de inhoud. Ik pakte mijn boodschappentas en toog richting toko.
Ik had slechts een zeer beperkte tijd om mijzelf alsnog de kunst van het eten-met-stokjes aan te leren. Zou ik daarin niet of onvoldoende slagen dan zou hij me daarbij helpen want hoewel het allerschattigst was geweest me zo te zien stuntelen met stokjes was ‘deze vertoning’ niet voor herhaling vatbaar.
Nou ja, u kunt zich wellicht voorstellen hoe een en ander afliep… Na duizend excuses, een diepe buiging en nog meer excuses, nam de man me mee naar een van de private diningrooms van het Okura Hotel. Daar nam hij het examen eten-met-stokjes af.
Of ik slaagde? Ach, laat ik het zo zeggen, ik heb nog maanden erna alles wat ik at met stokjes gegeten, en alles wat ik hem opdiende vergezeld doen gaan van duizend excuses, diepe buigingen, excuses en meer buigingen. Laat ik het zo zeggen, de maanden na de lunch stonden in het teken van Japan.
Kate
Labels: ketens, kneuterigheid
bdsm,
ketens,
Stuntelen met stokjes,
verhalen
donderdag 1 april 2010
Kate schrijft over ketens en kneuterigheid
Een blog om mijn verhalen, die gaan over bdsm en vaak over ketens, een plaats te geven nu ik ze niet meer elders wil onderbrengen en een eigen site me zinloos lijkt in het tijdperk van blogger.com & co.
Maar, het leven, mijn leven is zoveel meer dan dat gevoel voor ketens en alles wat ik SM noem. Sterker, hoewel ik SM voel van de diepste spelonken van mijn ziel tot in de kleinste vezels van mijn lichaam, speelt het momenteel alleen een rol in mijn gedachtes, mijn fantasie, mijn dromen en schrijven. En vaak is het ook daar afwezig.
Vandaar ook een blog over alles wat niet onder ketens valt: kneuterigheid noem ik het en niet alleen omdat het lekker bekt. En ach ja, die term kneuterigheid moet u maar met een korreltje zout nemen. After all, what's in a name?
Een piepklein moestuintje op mijn stadsbalkonnetje, mantelzorg, koken, lezen, een wandeling door de stad of het park. Is dat kneuterig? Voor de een wel, voor mij niet. Wat een leeg leven is voor de een, is vol genoeg voor de ander. Wat vorig jaar hip was, is nu oubollig en andersom, maar kneuterig?
Ik heb het even opgezocht: kneuterig. '3. gezellig en prettig (thans met bijgedachte aan kleinburgerlijkheid)' zegt Van Dale. Als je dan doorklikt leer je dat kleinburgerlijk, opnieuw volgens Van Dale, bekrompen is en bekrompen: 'niet ruim, armoedig, schamel'.
Kijk, en dan naderen we onverwachts maar met een brede glimlach op het gelaat weer die andere poot van deze blog. Ik vat het samen in het woord ketens, meer dan een woord staat het in mijn optiek voor een leefwijze, een harde droom die natuurlijk alleen maar in vrijwilligheid mag worden ondergaan waar veiligheid en verantwoordelijkheid voorop staan - daarover later meer.
Ketens en kneuterigheid, zes alinea's brachten samen wat ik in mijn onschuld als misschien wel een gemakkelijk allitererend grapje had bedacht. Dat is de kracht van schrijven, van mijn schrijven - associatief, diepgevoeld, brengt het naar boven wat niet direct aan de oppervlakte zichtbaar is - of hoeft te zijn.
Schrijven, het rijgen van woorden, het rammelen op de toetsen is het mooiste wat er is, het beste dat ik te geven heb. Ik ben trots op mijn verhalen al zal het onderwerp voor velen even slikken zijn. Vergis u niet, BDSM, SM, slavernij, hoe je het ook noemen wilt, is de meest diepe vorm van liefde. Zoals ook kneuterigheid een synoniem is voor dat meest misbruikte woord van al: liefde.
Misschien ziet u dat anders, dat mag, dat kan. Maar vertrap het niet, ketens noch kneuterigheid.
Kate
Amsterdam, 1 april 2010
Maar, het leven, mijn leven is zoveel meer dan dat gevoel voor ketens en alles wat ik SM noem. Sterker, hoewel ik SM voel van de diepste spelonken van mijn ziel tot in de kleinste vezels van mijn lichaam, speelt het momenteel alleen een rol in mijn gedachtes, mijn fantasie, mijn dromen en schrijven. En vaak is het ook daar afwezig.
Vandaar ook een blog over alles wat niet onder ketens valt: kneuterigheid noem ik het en niet alleen omdat het lekker bekt. En ach ja, die term kneuterigheid moet u maar met een korreltje zout nemen. After all, what's in a name?
Een piepklein moestuintje op mijn stadsbalkonnetje, mantelzorg, koken, lezen, een wandeling door de stad of het park. Is dat kneuterig? Voor de een wel, voor mij niet. Wat een leeg leven is voor de een, is vol genoeg voor de ander. Wat vorig jaar hip was, is nu oubollig en andersom, maar kneuterig?
Ik heb het even opgezocht: kneuterig. '3. gezellig en prettig (thans met bijgedachte aan kleinburgerlijkheid)' zegt Van Dale. Als je dan doorklikt leer je dat kleinburgerlijk, opnieuw volgens Van Dale, bekrompen is en bekrompen: 'niet ruim, armoedig, schamel'.
Kijk, en dan naderen we onverwachts maar met een brede glimlach op het gelaat weer die andere poot van deze blog. Ik vat het samen in het woord ketens, meer dan een woord staat het in mijn optiek voor een leefwijze, een harde droom die natuurlijk alleen maar in vrijwilligheid mag worden ondergaan waar veiligheid en verantwoordelijkheid voorop staan - daarover later meer.
Ketens en kneuterigheid, zes alinea's brachten samen wat ik in mijn onschuld als misschien wel een gemakkelijk allitererend grapje had bedacht. Dat is de kracht van schrijven, van mijn schrijven - associatief, diepgevoeld, brengt het naar boven wat niet direct aan de oppervlakte zichtbaar is - of hoeft te zijn.
Schrijven, het rijgen van woorden, het rammelen op de toetsen is het mooiste wat er is, het beste dat ik te geven heb. Ik ben trots op mijn verhalen al zal het onderwerp voor velen even slikken zijn. Vergis u niet, BDSM, SM, slavernij, hoe je het ook noemen wilt, is de meest diepe vorm van liefde. Zoals ook kneuterigheid een synoniem is voor dat meest misbruikte woord van al: liefde.
Misschien ziet u dat anders, dat mag, dat kan. Maar vertrap het niet, ketens noch kneuterigheid.
Kate
Amsterdam, 1 april 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)