Stilte. Mijn poging hem te raken, tevergeefs. Uiteraard. Ik zal dieper door het stof moeten en al mijn creativiteit aanwenden om zijn muren te slechten. Beter dan Sheherazade moet ik zijn en al weet ik niets over mezelf, ik weet dat ik kan schrijven want soms, heel af en toe, raakt mijn schrijven hem wél dus schrijf ik verder, een roep die echoot in de tijd en maar zelden beantwoord wordt – tot vandaag.
‘Je conclusies zijn onjuist. Mijn wens tot domineren is sterker dan ooit’, mailt hij, ‘ik schrijf je snel wat uitgebreider.’
Maakt het nog uit of hij mij zal vertellen waarom het is zoals het is? Maakt het hem gelukkiger zijn zelf gekozen afstand te verkleinen? Zal het enig verschil maken tussen ons? Doe ik er goed aan hem te vragen te zwijgen of juist niet? Is wat goed is voor hem - als het al goed is - ook goed voor mij?
Als ik niet denk, me niets afvraag, niet probeer te analyseren het waarom of hoezo, dan weet ik. Dan openbaart zich een kristalhelder inzicht dat geworteld is in het diepst van mijn wezen. Dan weet ik dat wat ik voel, de waarheid is. Dat de connectie die er is tussen ons, onuitgesproken en compleet, liefde is. Dat ik in staat ben om lief te hebben, om liefde te herkennen. Dat het nergens anders om draait dan om die liefde, om die passie en energie.
En als het mij overkomt tussen alle woede en onbegrip en verdriet door dat ik weet hoe het was en is en altijd zal zijn, dan besef ik dat het nergens anders in dit leven om gaat dan om het zuivere inzicht dat diep in onszelf huist. Het is een weten dat niets met conventie te maken heeft. Er is geen reden, geen uitleg nodig alleen maar een aanvaarding van de totaalheid van het inzicht dat ons geschonken wordt. Ik moet accepteren de situatie die er is, precies zoals die er is.
[.../deel 2]
Kate