'Je leeft in een waan of roes', schrijft iemand maar toen ik in een roes leefde, schreef ik als een malloot mijn woorden zonder me te bekommeren om de consequenties die er wel waren, die het verhaal van koers gooiden en waarmee ik omging als zoals een goed verhalenschrijfster betaamt.
In een verhaal poog ik op gecondenseerde wijze de werkelijkheid, een aannemelijke werkelijkheid te tonen. Zoals in de realiteit, leidt één stap tot een volgende. Het is een trein van gebeurtenissen, gedachtes, verlangens die eenmaal aan het rollen moeilijk tot stoppen kan worden gebracht. Daarin verschilt een verhaal van het gewone leven.
Het dagelijks leven kent meerdere belangen die allemaal zo goed mogelijk bediend moeten worden - tenminste dat vind ik. Ik zou niet blind mijn verlangens kunnen najagen al zijn ze nog zo mooi, legitiem en aanwezig. Ik kan niet zomaar mijn leven - hoe klein het ook is - tot stilstand brengen om onvoorwaardelijk een man te volgen, een roeping of een plicht.
Het leven is een kwestie van schipperen en multitasken kan ik minder goed dan vroeger. Mopperen dus als de telefoon gaat, of zoals net de bel: 'mevrouw, onze bal ligt in uw tuin'. Lazer op met je stomme bal. Ik had net mijn pc opnieuw aangezet want ik had zinnen in mijn hoofd.
Maar nee, da's onaardig. Je wilt die kinderen geen trauma bezorgen dus je zegt: 'ga maar naar binnen', opent het hek en kijkt via de camera vier verdiepingen omlaag of ze wel veilig weer naar buiten komen gewapend met hun bal. Vader op de achtergrond vraagt: 'is het gelukt'. Tuurlijk is het gelukt - mijn uzi is niet gericht op kinderen maar op hun vaders.
Al weken sukkel ik met mijn verhaal. Enerzijds omdat de werkelijkheid water op het vuur gooit. Ik ben en word uit mijn moment gerukt en mijn zinnen komen wel maar anders dan gedacht of gepland. Jammer dan. Een goed schrijfster kan daarmee omgaan. Ik ben geen goed schrijfster.
Daarnaast kan ik niet kiezen, niet besluiten welke onomkeerbare weg ik mijn personages op moet sturen. Als ik discipel van de Liefde ben en wil blijven dan mag zij niet kapot gaan of hij, dan moet hun relatie blijven zoals die is. Dat is echter een hogelijk onwaarschijnlijk en onhaalbaar scenario.
Niets blijft zoals het is. Alles is onderhevig aan verandering daar kan ik niets aan wijzigen. Het is de essentie van een goed verhaal: het beschrijven van het leerpad van de personages. Zij gaan van A naar Z en dan? Wat gebeurt er daarna? Dat is de clou van het verhaal.
Ik probeer de laatste tijd heel bewust mijn verhaal vorm te geven. Dat is nieuw voor me en spannend. Liever, veel liever verkeerde ik tijdens het schrijven in een voortdurende roes. Opstaan als het nacht is omdat zich beelden aandienen, koortsachtig verder schrijven, almaar verder zonder doel, zonder plan - beetje als mijn leven.
Helaas, ik heb blijkbaar lessen te leren die ik voorheen niet hoefde of wilde of kon leren. Keer op keer heb ik over het verhaal gedacht: 'hier stopt het. Ik ben er uit. Ik kan niet verder'. Keer op keer heb ik mezelf opgepakt, afgestoft, toegesproken: 'als dit is wat je wilt doen, wat je kunt doen en waar je goed in bent, ga dan door. Sla desnoods een stukje over in de tijd - dat invullen komt later wel - maar schrijf verder'.
Zo fantaseer ik over Kerst in de herfst maar ik kan niet besluiten waar in de herfst zij zijn. Ik snuffel aan de grenzen van de relatie maar kan niet besluiten of ik hen erover jaag of toch niet. De bel gaat of de telefoon. Ik moet naar de bingo of boodschappen doen en ondertussen zie ik haar puzzelen en wens ik mij een roes die er niet is.
Eenmaal thuis als er wel rust en ruimte is te schrijven, vind ik het moeilijk die scenes uit te schrijven want puzzelen is van een kneuterigheid die niet past in de beleving van velen. Wél in de mijne. Wél zoals ik het voor me zie. Kate legt de puzzel die hij haar gaf en ik draal er met de puzzelstukjes omheen zonder te schrijven.
Ik zie hoe ze zouden passen maar ik heb nooit geschreven vanuit een bijna academische afstandelijkheid. Altijd schreef ik vanuit emotie, zonder te weten waar het heen ging. Ik verkende donkere spelonken waarvan ik het bestaan niet eens had opgemerkt. Het was een mooi proces. Dit, wat me nu te doen staat, is niet minder mooi. Wel lastiger. Een uitdaging.
Als altijd ben ik onrustig als ik aan iets nieuws moet beginnen. Drempelvrees. Faalangst. 'Kate heeft moeite zich aan te passen', schreef de juf op de lagere school. Tja... Maar ik weet ook dat ik nooit de makkelijkste weg gekozen heb en dus schrijf ik de stukjes die ik kan schrijven. Als ik kan schrijven. Als het stil is in huis en niets of niemand me stoort.
Nóg komt de trein niet op stoom. Nóg is er geen roes of waan die mij op de golven van fantasie verder brengt. Nóg vecht ik tegen mezelf, tegen dat wat gangbaar is en aanvaard wordt. Waarom? Als ik zo anders ben dan de rest - zo vaak gehoord, zo vroeg al geloofd, zoveel tranen om gelaten desondanks - waarom laat ik me dan leiden door wat de meeste anderen denken, zullen denken en sowieso zullen veroordelen?
Al weken hoor ik op de achtergrond Freddie Mercury, vandaag zou hij 65 jaar zijn geworden, zingen:
If you're searching out for something
Don't try so hard
If you're feeling kinda nothing
Don't try so hard
When your problems seem like mountains
You feel the need to find some answers
You can leave it for another day
Don't try so hard
Misschien moet ik wachten, niets forceren. Het loopt niet weg. Het gaat niet over. Het verhaal is er, zoals andere verhalen er zijn maar niet of nog niet geschreven willen worden. Het zou zo maar kunnen.
Zeker is dat ik moet stoppen met vechten. Beter zou het zijn me over te geven aan het verhaal. Die roes, waar is de roes? Tomeloos te mogen schrijven zonder me te bekommeren om de consequenties die er zullen zijn.
Oh don't try so hard
Oh don't take it all to heart
It's only fools they make these rules
Don't try so hard
Kate
5 september 2011
Citaat uit "It's a hard life" van het album "Innuendo", tekst en muziek officieel door Queen maar voornamelijk van de hand van Freddie Mercury en John Deacon, 1991.