‘Een boterham met kaas.’
‘Nee. Nee, schat dat weet je. Geen sandwiches voor jou.’
Ja, ze wist het. Voor haar geen boterhammen meer. Het ontbijt bestond tegenwoordig uit pap. Brinta meestal. De meest onsmakelijke pap die zij kende. Hij was onverbiddelijk, haar voorkeur was irrelevant. Hij genoot ervan haar te zien worstelen om haar kom leeg te krijgen.
‘Ik zou maar eten als ik jou was want ik weet niet of je verder nog wat krijgt vandaag.’
Ze at.
Nu keek hij haar aan van opzij. Peilend. Zoekend. Bezorgd ook of was dat wat ze wilde zien? ‘Het is moeilijk hè?’
Ze knikte. ‘Ja. Ik droom over een witte boterham met roomboter en hagelslag.’
‘Geketend’, vulde hij aan, ‘in mijn armen op zondagmorgen in bed, sneetje wit met hagelslag en een kopje koffie.’
‘Ja.’
‘Ik heb dezelfde droom, Keetje.’
‘Maar dan kunnen we toch…’
‘Nee.’ Hij onderbrak haar. Liet haar arm los. ‘Je zou beter moeten weten dan dat voor te stellen. Lieverd, echt, moet je niet meer doen.’
‘Het spijt me, maar…’
‘Nee.’
‘Nee?’
‘Nee. Kom we gaan naar de keuken. Ik ga pap voor je maken.’
‘Pap?’
‘Pap. En Kate, nog één woord en je gaat zonder eten naar bed. Dat lijkt me niet verstandig en het gaat niet gebeuren ook want jij schikt je in je lot. Dat doe je omdat je weet dat dit jouw keuze was. Als je iets anders had gekozen dan had ik ons een biefstukje met gebakken aardappeltjes en een heerlijke salade gemaakt. Jij koos voor een boterham. En dus krijg je Brinta. Ben ik duidelijk?’
‘Ja, meneer.’
‘Mooi. Oh en Kate, vanaf morgen geen suiker meer in de pap.’
‘Ja.’
‘Wat zeg je?’
‘Dank u wel, meneer.’
‘Beter Kate. Dat is beter.’
[.../236 schakels - 25.]
Kate