zaterdag 22 augustus 2015

Kersttijd - 22. Verraden

Toen ik terugkeerde, had Johan de koffie geserveerd. Er stond een theekopje op het buffet. Niet eerder was mijn brinta in een kopje geserveerd. Als dit alles zou zijn, was het echt te weinig. Veel te weinig na een lange dag in functie.

‘Wil je wat zeggen, Kate?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Wanneer heb je voor het laatst gegeten, Kate?’
‘Voor ik naar u toekwam, meneer, rond het middaguur.’
‘Mark voor jou, Kate. Dat is dus tien, elf uur geleden.’
Hij zei het, denk ik, meer tegen zichzelf en de anderen. Wat moest ik erop antwoorden? Ik was alle besef van tijd kwijt.
‘Je zult hongerig zijn of niet, Kate?’
‘Ja.’
‘Wat zeg je, ik versta je niet.’
Ik schraapte mijn keel.
‘Ja, meneer.’
‘Mark voor jou, Kate.’
‘Ja, Mark.’
‘Ja, Mark, wat?’
‘Ik heb honger. Mag ik alsjeblieft, mag ik wat eten?’
‘Zeg mij wat er voor je staat, op het buffet.’
‘Een theekopje voor driekwart gevuld met brinta, Mark.
‘Warm? Koud?’
‘Koud, meneer.’
‘Noem mij geen meneer.’
‘Suiker?’
‘Ik denk het niet.’ Gek hoe dat detail zo insloeg, me nog steeds zo raakte.
‘Zou je graag suiker in je pap willen, Kate?’
Ik schudde mijn hoofd. Hij nam er genoegen mee.
‘Vind je het kopje mooi, Kate?’
‘Ja, meneer.’ Zeg me niet dat ik voortaan mijn brinta niet meer in een kom krijg maar in een laag en wijd theekopje van porselein.
‘Is het genoeg voor je, denk je?’
‘Als u het zegt, meneer.’
Het was verkeerd en maar voelde juist hem zo formeel aan te spreken. Vragen om te mogen eten. Koude brinta zonder suiker. Genoeg? Nauwelijks.
‘Dat vroeg ik niet, Kate. Beantwoord mijn vraag. Is het genoeg voor je?’
Ik keek in het kopje. Ik vreesde wat er zou komen. Ik schudde mijn hoofd. Smeken? Was dat wat hij wilde? In het gezelschap van Jane en Clive te moeten smeken?

Iemand, Johan kuchte.
‘Ja, Johan wat is er?’
‘Toen u boven was en Kate in de salon, heeft zij koekjes gegeten, meneer.’
‘Is dat zo, Kate?’
‘Ja.’
‘Mark, dit is mijn fout. Ik heb Kate inderdaad van mijn baksels laten proeven.’
‘Hoeveel?’
‘Dat weet ik niet meer. Ik wist niet dat Kate op rantsoen stond.’
‘Hoeveel, Kate?’
‘Twee.’
‘Het waren er drie, meneer.’
‘Kate?’
‘Bijna drie. Johan kwam binnen en ik zag hem kijken. Ik durfde het derde koekje niet op te eten. Het spijt mij. Ik had honger en wilde Jane niet teleurstellen.’
Het bleef stil. Stilte voor de storm. Ik hoorde dat iemand een kopje neerzette. Gefluister. Een stoel die kraakte. Regen striemde tegen de ramen. De gangklok sloeg. Johan liep naar de tafel. Zachte stemmen. Ik herkende die van Mark.
‘Ja. Ja. Doe maar. Dank je.’
Johan vertrok.

‘Clive, het is tijd. Jullie moeten gaan. Johan rijdt de auto voor en brengt jullie naar Schiphol. Lieve Jane, het spijt mij dat ons samenzijn zo abrupt moet eindigen. Kate, kom hier en neem afscheid van je gasten. Hou het kort. Het vliegtuig wacht niet.’
Jane en ik kusten elkaar. Volgende week zouden we praten. Nu niet. Mark liep met haar de gang in. ‘Kate.’ Clive trok mij naar zich toe. ‘Hou moed. Jane en ik zijn vreselijk trots op je en Mark is het ook. Remember, whatever happens you can always find a home with us.’
‘Clive’, Jane riep en Clive beende weg.

Voor het eerst in uren was ik alleen. Wat moest ik doen? De pap stond onaangeroerd op het buffet. Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht die zonder opdracht op te eten. Zitten was geen optie en hier blijven staan eigenlijk net zo min. Ik besloot mijn positie weer in te nemen. Handen op het buffet, lichaam in een lichte hoek geduwd. Af en toe keek ik naar mijn armband. Equivalent van het gebedskoordje om Mark zijn pols. Hoop op een betere toekomst. Zalige kerst. Gelukkig Nieuwjaar. IJle, ijdele hoop maar het was alles wat ik nog had en hoop mag je nooit opgeven.




Kate
22 augustus 2015