‘What’s wrong?’ Jane had geen woorden nodig om te weten dat ik ergens mee zat.
‘Heb je, was je...?’
‘Ja, we hebben je gezien. Je was zo mooi. Zo ingetogen sober. Verstilde pracht. Zelden heb ik zoiets gezien. Geen wonder dat Mark trots is op jou. Zijn ogen zijn de hele tijd op jou gericht geweest.’
‘Ik mag zijn keten niet meer dragen, weet je dat?’
‘Ja, dat heeft hij verteld.’
‘Ook waarom dat zo is?’
‘Nee, en ik hoef het niet te weten ook. Ik weet dat je heel hard je best doet om wat er is gebeurd goed te maken.’
‘Inderdaad', bromde Clive, 'kom hier dat ik je kan kussen. Het is dat ik in Jane de allerbeste vrouw heb gevonden die ik mij wensen kan maar anders zou ik serieus overwegen je van Mark af te troggelen.’
‘Mark zou me nooit laten gaan.’ Ik verbaasde mijzelf door dit, wat helemaal niet in steen gebeiteld stond, zo stellig te verklaren. Dat Mark me nooit zou laten gaan. Was dat wel zo?
‘En jij, Kate, zou jij anders willen dan te zijn waar hij is?’ Clive keek me aan.
Ik schudde nee.
‘Ik wil het je horen zeggen, Kate.’ Hij was duidelijk bijgepraat door Mark. ‘Moet ik me zorgen maken?’
‘Nee. Nee, ik wil nergens anders zijn dan waar Mark is en hoewel er reden is voor zorg heb ik vertrouwen in Mark. Hij zal alles doen om mij te steunen.’
‘Mooi. Daar ben ik blij om en dat weet ik ook. Jane komt volgende week een paar dagen bij je logeren. Praat met haar als je wilt. Het zal je goed doen. Het zal jullie beiden goeddoen. Heeft ze je al verteld over de kleine James? Hij heeft nu al de streken van zijn vader.’
Het gesprek ging, niet geheel en al onlogisch, verder over de kinderen klein en groot, het huis in Frankrijk waar ik zulke bijzondere herinneringen aan had, gemeenschappelijke vrienden in Londen en over van alles behalve over Mark en mij, mijn slavernij, het leven hier en de onzekere situatie waarin ik mij bevond.
Het was fijn het even te kunnen laten rusten en op te gaan in de verhalen over een leven dat ik kende uit mijn Engelse tijd maar zelf te weinig gekend had. Ik ervoer weer hoe het is gewoon met vrienden onder elkaar te zijn. Warm, gezellig zonder vonken en spanning. Ik was op mijn gemak en ik ontspande.
Het was bijna Kerst. Eindelijk Kerst. Mark zou mij nooit laten gaan.
Kate