Ik weet het niet meer. Ik weet niet meer hoe nu verder te schrijven aan "236 Schakels".
Het lijkt er sterk op dat ik, wat ik had, kapot heb geschreven. Alle spanning weg. De stroom verjaagd tot er niets meer over is dan verveling.
Niet zo gek als je niet door kunt werken. Mij ontbreekt een blok tijd om de spanning te voeden en door te schrijven zonder steeds weer te beginnen bij het begin.
Excuses. Ik ben er goed in. Er is wel tijd maar ik treuzel en aarzel en stel mijzelf de vraag waar ik heen wil. Hoe ik aan kan haken aan al reeds geschreven stukken.
Daarbovenop de oude vragen. Kan het wel wat ik schrijf? Is het niet te hard, te erg, te pijnlijk? Is het wel gezond? Wat is je doel, de uitkomst en hoe geraak je daar?
Vragen als: hoe ga je verder? Waar ga je naartoe? Wat? Hoe? Waarom? Waartoe? Op welke wijze? Dit soort vragen hebben mij in mijn schrijven, in mijn leven nooit verder gebracht. Ze vergroten slechts de onzekerheid.
Hoe kun je kiezen als je niet weet wat de mogelijkheden zijn? Ik schrijf vanuit emotie, mijn gevoel - mijn gevoel en de emotie. Ik moet voelen wat ik schrijf. De pijn, eenzaamheid, het geile en het hartverscheurende.
Kate doet wat ik zelf niet kan. Zij heeft haar leven gelegd in handen van een harde man. Een sadist die haar laat lijden omdat dat is waar zij voor gekozen heeft en hij.
Ik leef mijn leven alleen. Ik leef in en met een andere emotie dan waar ik over schrijf. Als ik wil schrijven over lijden kom ik dezer dagen vanuit de weerstand tegen het mantelen, de moeheid en wanhoop die aftakeling met zich brengt.
Het is een moeizaam proces de pijn van Kate vast te houden als je vader niet (avond)eet. Je moeder denkt dat ze twee zonen heeft i.p.v. die ene die niet beseft hoe afhankelijk zijn moeder, onze moeder momenteel is.
Ik wil wel schrijven over het belang van een keten voor een slavin, over de impact van het verlies en hoever Kate wil gaan om te krijgen, terug te krijgen wat zij ooit had.
Ik wil wel filosoferen over de vraag of het verleden ooit echt was zoals je er later in goede of minder goede tijden op terugkijkt en of het verleden ooit terug te halen is, de schulden betaald, de fouten vergeten en vergeven.
Is het mogelijk een proces door te maken en te doen of er niets gebeurd is? Kunnen Mark en Kate nog wel terug naar waar zij vandaan kwamen? Willen ze dat eigenlijk wel? Kan het ooit nog zo worden als het eens was?
En ondertussen ligt zij nog steeds op die tafel tevreden te zijn, zijn arm over haar heengetrokken. Haar ogen gesloten. Wie durft haar ogen te sluiten voor de realiteit van het bestaan als ketenloos slavin?
Bezit meer is zij niet en als ze het nog niet is dan is ze hard op weg het te worden. Bezit kun je van de hand doen... Dat is het doembeeld, angstbeeld, de nachtmerrie. Maar Mark heeft gesteld - privé, in de proloog - dat hij haar niet wil verliezen.
Is dat waar? Is hij standvastig? Kan hij haar leiden naar de laatste schakel of bezwijkt hij onder de druk haar steeds verder te testen, harder aan te pakken. Dat is toch wat je doet? Als eigenaar met een sadistische inborst?
Vragen. Angsten. Wat wil ik, de schrijver? Wil ik haar verliezen? Wil ik de relatie opblazen? Wil ik schrijven over de interactie tussen twee vrouwen? Tessa boven Kate? En wie is Tessa eigenlijk? Wat weten wij van haar?
Half zes. Ik moet koken voor mijn moeder want mijn broer is nog in het bos. Trimmen, voetballen, weg rond vier uur en terug als het eten al lang gekookt is of zelfs opgegeten. Mannen!
En daar gaat het verhaal, dit blog. Zelfs geen tijd voor linkjes en verwijzingen. Dat komt later maar dit gaat nu live, anders komt het er niet van. Ga ik schrappen en reviseren en doe ik wat ik met het verhaal ook heb gedaan.
Misschien is het niet kapotgeschreven maar zit ik op een verkeerd spoor? Hoe dan ook... Nu moet ik koken.
Kate
23 augustus 2012