zaterdag 26 februari 2011

Rare week

Vrijdagavond: de week is bijna voorbij. Het was een rare week. Mijn stemming was als het weer. Meestens grijs maar met een enkele uitschieter toen het vroor maar zo helder en zonnig was.

Mijn spieren gespannen. Ik niet slapen omdat ik extra gevoelig bleek voor de geluiden van en rondom het huis. Als je luistert, hoor je meer. Oordopjes. Niet slapen niet langer door het geluid maar door het gevoel, de druk in mijn oren.

Vorige week - of was het de week ervoor - was ik bang voor mijn gehoor. Water dat er niet uit ging, dat ging zeuren en vervelen. Pijnlijk trommelvlies. Warm water erin hielp. Wat vergeet je dan snel dat je last had.

Tot de ochtend na die nacht. Zou ik kunnen leven zonder gehoor? Vast wel. Zonder stem? Mijn vader van 89 had last van een wegvallende stem. Ik was bang dat hij zijn stem zou verliezen. Ik ben snel bang. Te snel? Te snel!

Nou ja, ik ben ongeduldig zal ik maar zeggen en het was zo'n week, het zijn er inmiddels meerdere, dat niets ging zoals ik het wil: efficiënt en in een keer goed. De verwarmingsmonteuren kwamen en gingen en kwamen opnieuw.

'Een vaag probleem', zei het meisje aan de telefoon. Ja, daar bel je de dokter voor of een verwarmingsmonteur. 'Dit hier heeft me al zoveel gekost', klaagde de eigenaar van het bedrijf waar ik een onderhoudscontract heb. Tja...

Ook hem lukte het niet. 'Morgen kan ik zelf niet komen', vandaag was overmorgen. Ik heb niets meer van hem vernomen. Het was een rare week en niemand heeft haast behalve ik.

Ik wilde mijn landgoed op orde brengen maar vorst gooide roet in het eten. Wachten zul je: op hogere temperaturen, op de verwarmingsmeneer, op een contract dat wel en toen weer niet en toen weer wel getekend zou worden.

In het verzorgingshuis wachtte mijn vader op mij. Met zijn stem was het weer helemaal in orde. Gelukkig! 'Ik ben blij dat je komt', zei hij gisteren en daarmee was niet gaan wegens slaapgebrek of contractstress geen optie.

We aten elk twee kroketjes die lief maar tergend langzaam geserveerd werden en keken naar de mensen buiten die allemaal haast leken te hebben en onderwijl aten, dronken of lulden in hun telefoon.

Ik blijf erbij: bijna niemand is zo belangrijk dat het gebruik van een mobiele telefoon gerechtvaardigd is. Mijn mobiel uit het jaar nul lag op tafel maar het verlossende telefoontje kwam niet.

Het was een rare week, ik was gespannen en er was een dag - zo'n grijze miezerige rotdag - dat ik me nogal nutteloos en overbodig voelde en zielig ook wel :-). Ach ja... Ook dat gevoel ging weer over.

En vandaag zo naast mijn vader die zo blij is dat ik er ben en dat ook zegt, een milde dag in alle opzichten, mompelde iemand iets over de consternatie van eerder deze week maar ging daar niet op door toen ik vroeg wat er dan was voorgevallen.

Later trok ze me opzij - om mijn vader te beschermen, zo lief! - en vertelde mij hoe de kleindochter van een hele oude mevrouw zich op het metrostation... 'Ze hoorde stemmen.'

Dan valt alles in het niet: alle probleempjes, pijntjes, het grijze en het wachten.

Dan kun je alleen maar blij zijn dat je zo genoeglijk met je oude vader kunt lunchen, dat je je moeder kunt verwennen met een sucadelapje in donker bier en verse rode kool met appeltjes. 'Had ik elke dag maar zo'n kok', zegt zij.

Mijn broer kwam en onderzocht heel serieus mijn geluidsprobleem. Nee, ik heb geen reden tot mopperen. Volgende week komt er vast iemand langs met weer een nieuwe thermostaat en het contract ligt getekend en wel in mijn brievenbus - net op tijd.

Maandag is volgens de maankalender een goede zaaidag voor vruchtgewassen. Ik verheug me op het zaaien van paprika, Spaanse Peper, aubergine en okra alsmede extra tuinbonen en erwtjes.

Het was een rare week. Volgende week zal het anders zijn. Het is al anders. Ze was jong, jonger dan ik en liep altijd op witte high heels achter de rolstoel van haar oma die geen Nederlands spreekt - bijna elke dag wel.

Zucht.

Kate
25 februari 2011

woensdag 16 februari 2011

Irritant begin Masterchef

Gregg Wallace en John Torode
Terwijl ik dit type is Masterchef 2011 net een half uur bezig. Eigenlijk hoef ik al niets meer te zeggen: elk ander programma zou ik twintig minuten geleden afgezet hebben.

Waar het aan ligt? Wordt het nog beter? Ga ik morgen weer kijken? Hmmm...

Ja, daar heb ik dan toch de uitknop gevonden bij de zoveelste emotionele kandidaat, in dit geval een giebelende dame die ik al niet eens meer heb zien koken maar die wel de felbegeerde Masterchef schort overhandigd kreeg: zij is door en mag deelnemen aan de competitie.

Natuurlijk is dit niets voor mij. Het programma of in elk geval deze aflevering is verworden tot een versie van Idols, X Factor, Britain's Got Talent compleet met audities, meelevende familieleden en tranen van verdriet c.q. vreugde.

Mij raakt het niet. Of wel. Wel. In negatieve zin. Ik irriteer me rot.

Of het beter wordt, kan ik niet zeggen. Een snelle Google zojuist leerde me dat zodra er twintig kandidaten over zijn, de 'gewone' routine van Masterchef begint. Laten we het hopen maar eerlijk gezegd kan ik het me niet voorstellen.


Men heeft dit format voor het eerst uitgeprobeerd, denk ik, tijdens het zeer succesvolle Masterchef Australia. Ik heb er flitsen van gezien - het was een grote groep mensen die kookten en ook workshops kregen. 

Ik spreek nu uit mijn hoofd, misschien heb ik het wel ter plekke verzonnen of niet goed gezien. Volgens mij was Masterchef Nederland - ik ken de 'echte' titel niet omdat ik het nooit gezien heb - ook gestoeld op dit concept.

Dus wordt het beter? Ongetwijfeld. Als ik afga op de in de U.K. zeer succesvolle kritieken van de Australische variant en de naar ik meen goede recensies van het programma met Renate Verbaan (wie?) - dan zal het absoluut goed komen.

Ga ik morgen kijken? Nou... Uhm... 

Kijk, vandaag - het half uurtje dat ik zag - konden kandidaten afvallen of een schort ontvangen waarmee ze direct door waren als kandidaat maar wanneer Gregg en John het niet met elkaar eens waren dan kregen ze een herkansing aangeboden.

U voelt vast al bijna een additioneel irritatiepunt mijnerzijds: de Gregg en John show - klinkt als: 'my learned colleague here disagrees with me and therefore you'll have to come back tomorrow to cook again and convince him etc.etc.'.

Morgen krijgen we dus de herkansingen. Vrees ik. Denk ik. Wil ik niet zien.

Hoe nu verder? Afwachten. Kijken of ik eraan denk volgende week woensdag in te schakelen om 22:00 uur - dan zouden we terug moeten zijn bij de aloude invention test hoewel dus in een nieuwe keuken cum studio.

Zucht. Zei ik al dat ik altijd wat moeite heb me aan nieuwe situaties aan te passen? 'Aanpassingsproblemen' noemden ze dat nogal vernietigend op de lagere school. 

Enfin, het heeft er waarschijnlijk niets mee te maken maar ik heb problemen met deze nieuwe versie van een geliefd programma. Het is te veel een show geworden en meer kan en wil ik er (nu) niet over zeggen behalve: jammer!

Kate
16 februari 2011

De foto van Gregg Wallace en John Torode in de nieuwe studio komt van: http://www.ukgameshows.com/ukgs/Masterchef_Goes_Large

woensdag 9 februari 2011

Stilte hier, drukte daar

Een al bestaand en nogal lang verhaal posten is nogal eenvoudig: elke dag of paar dagen knip en plak je het gewenste stukje tekst, je past wat links aan et voilà. Het blog is in beweging zonder er veel voor hoeven te doen.

Dat kwam goed uit want het was (en is) een bijzonder drukke tijd. Eerlijk gezegd, ik heb ook het gevoel dat ik momenteel niet zo heel veel "te melden" heb :-) dus dat verhaal kwam goed van pas.

Nu het laatste deel van 'Een simpele vraag' is gepubliceerd valt er een gat of een stilte. Op Kates Landgoed is of voelt de beweging grappig genoeg eigenlijk precies andersom. Ik kom tijd tekort om te vertellen wat ik vertellen wil.

tuinkalender en
kosmos-agenda
Ik verzand in details en kom niet toe aan het feitelijke verhaal. Ik wil schrijven over het gebruik van de maankalender bij het werk op het landgoed, over hoe het werkt en hoe ik het toepas.

Dat verhaal is nogal ingewikkeld en door het op te schrijven, vast te leggen zal ik keuzes maken en mezelf houvast bieden. De werkelijkheid zit me echter op de hielen. Iedere dag ontwaakt het landgoed meer uit de winterslaap die er feitelijk nooit was.

Elke dag wil ik registreren wat er gebeurt en tegelijkertijd wil ik mijn visie neerleggen, mijn plannen, mijn landgoed nieuwe stijl voorstellen en al het werk dat daarbij komt kijken. Ik wil zoveel en ik heb nog steeds weinig of geen tijd.

Al zou ik tijd hebben... Hoeveel berichten kun je schrijven over een balkon van 1x2,75m? Hoeveel lessen zijn er te leren door de cyclus van leven en dood en leven in de plantenwereld te observeren? Ben ik niet vreselijk aan het doorslaan?

25-06-201013-01-201109-02-2011

Maar wie ben ik om mezelf te censureren, in te perken? Al zou ik tien berichten per dag produceren die niemand leest - en dat is niet waar - dan nog zou het goed zijn. 

de maan: 09-02-2011
Immers, ik schrijf, ik creëer, ik denk en doe en sta in verbinding met het heelal. Vooral dat laatste. Er stroomt iets, het borrelt en bruist, er is passie en liefde en het is nooit te veel of vervelend. Het is goed zo. Meer dan goed!

Morgen is het volgens de maankalender vruchtdag: een uitgelezen dag om vruchtgewassen te zaaien. Dat ga ik dan ook doen: aubergines, paprika en Spaanse pepers. Met de tomaatjes wacht ik - denk ik - nog even.

landgoed 05-02-2011
Ik zal erover bloggen, zoveel is duidelijk en hier? Hier moet u maar even geduld betrachten. Wellicht kunt u ondertussen een van de andere verhalen lezen. Of u steekt even over naar het blog over het leven met en op mijn moesbalkonnetje.

Kate
8 februari 2011


De drie foto's in het midden tonen een artisjok.

zondag 6 februari 2011

Een simpele vraag - 30.

Ik bleef vijf dagen in zijn villa.

Ik leefde er als slavin onder een strak regime met een minimum aan comfort, geketend. Pas op de laatste avond kreeg ik mijn japon terug en mijn schoenen. Die avond dineerden we bij kaarslicht en alleen die nacht deelde ik zijn bed: lepeltje lepeltje en ik, geketend, lag aan de binnenkant.

Nee, hij bracht mij niet naar het station, hij liet zich niet eens zien toen de taxi arriveerde maar toen ik door de achterruit keek aan het einde van de oprijlaan stond hij op het witte grind en keek mij na. Hij was in Amsterdam voor ik er was.

Hij haalde mij op van het station en bracht mij naar huis. Ik had nog een halve week vrij en hij bleef bij mij en zorgde voor mij. Hij gaf mij massages, kookte, maakte me aan het lachen. ’s Avonds hingen we op de bank en kletsen over van alles en nog wat of we zwegen.

’s Nachts droeg ik zijn keten en ieder uur van de nacht was hij bij mij. Zondagochtend maakte hij mij los, sloot de uiteinden van de keten met het hangslot aan elkaar en hing de sleutel bij het kruisje dat hij altijd om zijn hals draagt. Dat was voor mij het teken dat hij weg zou gaan.

Mijn vakantie was om en hij moest weer op reis.

Gisteren toen ik stond te koken heeft hij mij gebeld, en eergisteren ook. Hij vertelde dat hij het druk had en dat er verplichtingen waren waar hij niet onderuit kon. Ik vertelde over mijn nieuwste project en over het dagelijks leven zonder actieve slavernij. Ik zei dat ik het mis.

Hij luisterde aandachtig en vroeg mij hem te mailen hoe mijn agenda er in december uitziet, wanneer en hoelang ik eventueel vrij kan nemen. Het is nog lang geen december en ik hoop maar dat ik niet zolang hoef te wachten voor hij mij opnieuw die vraag, onze vraag voorlegt.



Kate

donderdag 3 februari 2011

Een simpele vraag - 29.

‘Op!’ Hij slaat met de riem op mijn kont. ‘Op!’

De klappen zijn als strelingen. Ik ontvang ze in tranen maar dankbaar voor het contact, de liefde die ze representeren. Ik hef mijn billen op naar de riem. De riem valt naast mij op de grond. Zijn dij raakt mijn dij. Hij is naast mij neergeknield. Zijn knieën op het grind.

Ik voel zijn hand op mijn rug, onder mijn schouderbladen. Het stelt me gerust, hij is bij mij. Heel dicht bij mij. Hij zegt niets. Even wrijft zijn andere hand over mijn kont. Ik weet wat er gaat komen. Ik knijp mijn ogen nog wat stijver dicht. Ik haal diep adem. Ik adem uit.

In volle vaart belandt zijn rechterhand op mijn zitvlees. Opnieuw. En weer. Zijn linkerhand houdt mij stevig op mijn plaats. Zes keer, twaalf keer, ik weet niet hoe vaak zijn hand op mijn billen kletst. Ik snik het uit. Dan houdt het op.

Hij neemt mij in zijn armen. Kust mijn betraand gelaat, mijn gesloten ogen. Strijkt zijn hand door mijn haren. Geborgen. Veilig. Thuis. Ik ruik hem. Ik voel hoe de emoties door zijn lijf gieren. En ik weet: hij heeft mij net zo gemist als ik hem.

Hij wil mij slaan en in ketens zien. Hij wil mijn pijn en mijn tranen. Hij wil de ontlading van het moment. Dit is wat er is tussen hem en mij. En ja, ik vertrouw hem.

‘Kijk me aan’, zegt hij.

Mijn dagen in duisternis zijn ten einde.

Ik open mijn ogen, knipper en kijk hem in zijn gezicht. Hij duwt zijn zonnebril omhoog en dan is er oogcontact. Oog in oog voeren wij een woordloos gesprek. Er bestaan geen vragen of twijfels meer nu we elkaar kunnen zien en lezen en voelen. Het is goed. Alles is goed.

‘Kate lief, vertrouw je me?’
‘Ja, ik vertrouw je.’
‘Wat wil je, Kate?’
‘Een groot glas water.’
Hij lacht. ‘Dat is te regelen. Kun je opstaan?’
‘Ja.’
Hij reikt mijn schoen aan en helpt mij overeind. Hij geeft mij de twee rode tassen. ‘Gaat het?’
‘Ja.’

Stijf, met pijnlijke knieën, gloeiende billen, natte wangen maar op eigen kracht volg ik hem het huis in.



dinsdag 1 februari 2011

Een simpele vraag - 28.

Voorzichtig zet ik een knie vooruit. Au! De kiezels snijden in het beurse blauwe vlees van mijn knie. Ik zet de andere knie bij. Opnieuw een pijnscheut. Vergeet snelheid. Zo stel ik mijn normen bij, welwetend dat ik zal worden afgerekend op meer dan gehoorzaamheid alleen. Als een oude vrouw beweeg ik mij over het grind in de hoop dat ik de goede kant opga.

Adem in, adem uit. De ene knie voor de andere. Ik verlies een pump. Verlies aan decorum. Van de andere schoen schuurt de neus over de steentjes. Dat ziet er niet gunstig uit. Strafpunten voor mij omdat mijn verschijning ondermaats zal zijn straks als hij mij inspecteert. Als hij dat tenminste van plan is. Wat een puinhoop.

‘Sla je rok omhoog, ik wil je billen zien.’ Ik doe wat mij gezegd wordt. ‘Zei ik iets over stoppen?’

Ik kruip verder. Ik kreun. Ik stop. Volgens mij stond hij achter mij. Ik draai mijn hoofd. Het helpt mij niet. Alles is stil. Dan hoor ik grind naast mij knerpen. Ik zet mijn handen in de richting van het geluid. Hij loopt om mij heen en ik probeer tevergeefs hem te volgen. Ik geef op. Rustig blijven. Adem in, adem uit. Ik trek mijn rok beter omhoog.

De klap van zijn riem op mijn billen komt niet eens onverwacht en toch schrik ik ervan. Nog een keer raakt het leer mijn zitvlees. Nog eens en een vierde maal. Wonderbaarlijk genoeg lukt het mij om mijn ogen gesloten te houden en mijn kreten binnensmonds. Het rare is, het voelt als een opluchting om geslagen te worden. Eindelijk lijfelijk contact tussen hem en mij. Zo gewenst…

‘Mond open.’ Hij schuift het uiteinde van de riem in mijn mond. ‘Bijten en mond dicht.’

Ik voel hoe hij de gesp van de riem vasthoudt. Hij trekt eraan. Hij begint te lopen en als een hondje kruip ik achter hem aan. Zo goed mogelijk. Zo snel en zo mooi als ik kan. De riem staat strak. Ik heb geen tijd meer om aan de pijn te denken, om de meest puntige steentjes te vermijden. Ik volg de baas en de baas beent met grote stappen in een wijde cirkel over het grind.

Duizelig word ik ervan. Duizelig, moe en dorstig. Sinds ik in de taxi gestapt ben voor het laatste deel van mijn reis, hoeveel uur geleden nu, heb ik niets meer gedronken en de zon neemt met de minuut in sterkte toe. Ik slik. Rusten. Even rusten. De riem staat strak maar ik merk het niet. De baas loopt verder en opeens ben ik los. Ik zak door mijn voorpoten. Kapot. Stuk.